Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Terug naar zoeken
1.4
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
70 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten
05 min
Uitleg
Het oog
10 min
Maken opdr. 80 t/m 84
10 min
Bespreken opdr.
05 min
Uitleg
Bijziend, verziend, ....
10 min
Opdracht
leren NaSk H1
10 min
Lesafsluiting
05 min
Slide 2 - Tekstslide
Lesplanning:
Donderdag 24 okt:
Paragraaf 1.3 deel 1
Vrijdag 25 okt:
Paragraaf 1.3 deel 2
Donderdag 7 nov:
Paragraaf 1.4
Vrijdag 8 nov:
Paragraaf 1.5
Donderdag 14 nov:
Herhalingsles H1
Vrijdag 15 nov:
SO H1 Paragraaf 1 t/m 5
Slide 3 - Tekstslide
Tijdens deze uitleg zoek je de betekenis van de woorden:
Netvlies:
Accommoderen:
Bijziend:
Verziend:
Oudziend:
Slide 4 - Tekstslide
Wat gaan we leren?
Aan het eind van de les weet je:
Hoe je oog werkt
Hoe het komt dat je beter ziet met de juiste bril of contactlens
het verschil tussen bijziend, verziend en oudziend
Slide 5 - Tekstslide
Pak paragraaf 1.4 erbij (blz. 43)
Slide 6 - Tekstslide
Het beeld komt ondersteboven op het netvlies.
Slide 7 - Tekstslide
Pupil is de opening in de iris (de gekleurde gedeelte van de oog)
Veel licht - pupil klein
Weinig licht - pupil groot
Slide 8 - Tekstslide
Accommoderen
Als een voorwerp dichterbij komt wordt de lens boller.
Accommoderen : lens platter of boller maken
Slide 9 - Tekstslide
Hoe dichterbij het voorwerp, hoe boller de lens.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Aan de slag!
Wat?
Maak paragraaf 1.4 opdracht 80 t/m 84
Hoe?
Werk zelfstandig binnen je groep
Tijd?
10 minuten
Hulp?
Probeer het samen op te lossen. Kom je er niet uit? Vraag dan de docent
Resultaat?
Klassikaal bespreken
Klaar?
Maak 1.4 opdracht 85 t/m 90
timer
10:00
Slide 12 - Tekstslide
Nakijken
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Bijziend
De ooglens is te sterk of oogkas te lang.
Hierdoor kan je voorwerpen in de verte slecht zien. DichtBIJ kun je goed ZIEN.
Je hebt een negatieve lens nodig
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Verziend
De ooglens is te zwak of oogkas te kort.
Je kan voorwerpen vlakbij slecht zien, veraf goed.
Je hebt een positieve lens nodig
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Oudziend
Ooglens is minder elastisch
Je hebt een positieve lens nodig
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Tijdens deze uitleg zoek je de betekenis van de woorden:
Netvlies:
Accommoderen:
Bijziend:
Verziend:
Oudziend:
Slide 21 - Tekstslide
Huiswerk:
Wat?
Maak paragraaf 1.4 opdracht 83 t/m 87 + 90 t/m 95
Hoe?
Werk zelfstandig binnen je groep
Tijd?
20 minuten
Hulp?
Probeer het samen op te lossen. Kom je er niet uit? Vraag dan de docent
Resultaat?
Klassikaal bespreken
Klaar?
Maak 1.4 opdracht 88, 89 en 96 t/m 98
timer
20:00
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Pak practicum 4 erbij (blz. 67)
en pen om na te kijken
Slide 25 - Tekstslide
Blader door H1
Welke onderwerpen vind je lastig?
Slide 26 - Open vraag
Welke onderwerpen wil je morgen herhalen?
Slide 27 - Open vraag
Zoek van de moeilijke onderwerpen Youtube video's. Plaats de linkjes hierin.
Slide 28 - Open vraag