Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Terug naar zoeken
3c maandag 2 april
Welkom
Ga rustig zitten
Leg je leesboek, methodeboek en schrift op tafel
Zorg dat je een pen hebt
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
Ga rustig zitten
Leg je leesboek, methodeboek en schrift op tafel
Zorg dat je een pen hebt
Slide 1 - Tekstslide
Programma van de les 3c maandag 2 april
Programma:
15 min stil lezen
woorden van de week +/3 min
Theorie +/- 5 min
zelfstandig werken +/- 20 min
Controle begrippen +/- 5 min
Reflecteren
Lesdoel:
Aan het eind van deze les kunnen jullie het benoemen wat een hyperbool en ironie is
Slide 2 - Tekstslide
Woorden van de week
Verticaal
Hygiëne
Geheel
Geheugen
Slide 3 - Tekstslide
Instructie
Wat: lezen in je leesboek
Hoe; alleen
Tijd: 15 min
Opbrengst: presentatie
timer
15:00
Slide 4 - Tekstslide
Instructie; neem over in je schrift
Wat: Theorie hyperbool en ironie
Slide 5 - Tekstslide
Instructie
Wat: maken opdracht 2 blz 131
Hoe; alleen
Tijd: +/- 13 min
Hulp: docent, boek
Klaar: maken opdracht startopdracht 1 blz 130
Opbrengst: klassikaal bespreken
timer
13:00
Slide 6 - Tekstslide
Wat is ironie?
A
milde zelfspot
B
beeld vergelijken met object
C
object vergelijken met beeld
D
bijtende zelfspot
Slide 7 - Quizvraag
Een voorbeeld van ironie is..
A
"Wat ben je toch een aardige jongen!" Als hij iets aardigs zegt en dat normaal nooit doet.
B
"Wat ben je toch een aardige jongen!" Als hij net iets lelijks tegen iemand gezegd hebt.
C
"Wat ben je toch een aardige jongen!" Als je het niet meent.
D
"Wat ben je toch een aardige jongen?!" Als je je afvraagt of het zo is.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een hyperbool
A
Een wiskundige term
B
Een stijlfiguur waarbij je overdrijft
C
Een stijlfiguur in waarbij je heel erg sterk overdrijft
D
Een stijlfiguur waarbij je iets op een zachtere manier zegt
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een hyperbool?
A
Een overdrijving
B
Een tegenstelling
C
Een druk persoon
D
Een verkleining
Slide 10 - Quizvraag
Hyperbool ?
A
ik heb helemaal niets om aan te trekken!
B
Ik kan een broek aantrekken.
C
Ik heb helemaal nog een broek om aan te trekken.
D
Ik kan nog een broek aantrekken.
Slide 11 - Quizvraag
Lees je in deze zin ironie:
'Jippie! Vandaag les over ironie'
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu wat:
Ironie en een hyperbool
Slide 13 - Tekstslide
Reflecteren:
Bij reflecteren onderzoek je je manier van handelen,
maar ook hoe je reageert op een bepaalde situatie
en hoe dat voelt.
Door te reflecteren;
Vergroot je je zelfkennis
Slide 14 - Tekstslide