LMC Voortgezet Onderwijs

Oefenvragen Bevolking en Ruimte China

Oefenvragen 
Bevolking en Ruimte in China
Bevolking en ruimte
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenvragen 
Bevolking en Ruimte in China
Bevolking en ruimte

Slide 1 - Tekstslide

De grootste bevolkingsdichtheid in China is bij de Han-Chinezen in het Oosten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Vanaf de jaren '70 ontstond in China ontgroening dat nu vergrijzing tot gevolg heeft.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een vrouwenoverschot, vergrijzing en depressies zijn een gevolg van de eenkindpolitiek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Hiernaast zie je het demografisch transitie model. Wat laat dit model zien?
A
De verandering in bevolkingssamenstelling als de mensen in een land ouder worden
B
De verandering in bevolkingssamenstelling als de welvaart in een land stijgt
C
De verandering in bevolkingssamenstelling als een land communistisch wordt
D
De verandering in bevolkingssamenstelling als het geboortecijfer stijgt

Slide 5 - Quizvraag

Welke bevolkingsdiagram zou van China kunnen zijn?
A
het linker diagram
B
het rechter diagram

Slide 6 - Quizvraag

Waarom kan het andere bevolkingsdiagram niet van China zijn?
A
In China is niet zo’n hoog geboortecijfer
B
In China is niet zo’n hoog sterftecijfer
C
In China zijn er veel meer ouderen
D
In China zijn er veel minder ouderen

Slide 7 - Quizvraag

In welke fase van het demografisch transitiemodel bevindt China zich nu?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 8 - Quizvraag

Hiernaast zie je het demografisch transitiemodel van China.
Welke lijn geeft het geboortecijfer weer?
A
Geel
B
Groen
C
Rood

Slide 9 - Quizvraag

Wat geeft de gele lijn aan en leg uit waarom deze in het begin sterk stijgt.

Slide 10 - Open vraag

Er is een groeiende welvaartskloof tussen de stad en het platteland in China. Welke zin is juist?
A
Mensen in de stad worden langzaam armer en mensen op het platteland worden rijker.
B
Mensen in de stad worden langzaam rijker, maar mensen op het platteland worden sneller rijk.
C
Mensen op het platteland worden langzaam armer en mensen in de stad worden rijker.
D
Mensen op het platteland worden langzaam rijker, maar mensen in de stad worden sneller rijk.

Slide 11 - Quizvraag

Welk gevolg heeft de 'Hukou' voor de
gezinssituatie van Chinezen?
Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Open vraag

Noteer de letters (!) die horen bij de nieuwste economische ontwikkelingen in China.
A
China als kolonie
B
eigen auto-industrie
C
Groeipolen in het midden van China
D
Groeipolen in het noorden van China

Slide 13 - Quizvraag

Noteer de letters (!) die horen bij de nieuwste economische ontwikkelingen in China.
A
grotere Chinese afzetmarkt
B
meer arbeidsintensieve industrieen
C
meer assemblage
D
meer kennisintensieve industrieen

Slide 14 - Quizvraag

Waar liggen de eerste SEZ’s en open steden?
A
In het binnenland
B
aan de kust

Slide 15 - Quizvraag

Waarom liggen de meeste SEZ’s daar?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het gevolg van die ligging voor de migratiestromen binnen China?

Slide 17 - Open vraag

Wat houdt 'verchinezen' in?
A
Andere bevolkingsgroepen naar oosten van China halen.
B
Han-Chinezen beter verdelen dus ook naar het westen laten migreren.
C
Chinezen laten migreren naar de rest van de wereld.
D
Chinezen moeten meer traditioneel Chinees eten.

Slide 18 - Quizvraag

1,4 miljard Chinezen.

Het geboortecijfer van China =
A
lager dan dat van Nederland
B
hoger dan dat van Nederland
C
gelijkwaardig aan het Nederlandse.
D
niet te vergelijken

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel inwoners telt een *megastad?
A
1.000.000
B
5.000.000
C
10.000.000
D
15.000.000

Slide 20 - Quizvraag

CSE 2016

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord
39   maximumscore 2p
• alle geregistreerde Chinezen die legaal in de stad wonen        1p
• illegalen / Deze mensen mogen officieel niet in de stad wonen /
bezitten geen hukou voor de stad (en wonen hier illegaal)                 1p

Slide 22 - Tekstslide

Hebben de Chinezen inspraak om te verhuizen?
A
Nee, maar ze vinden het wel goed
B
Ja, ze mogen stemmen
C
Nee, ze vinden het niks
D
Ja, maar ze hebben weinig keus

Slide 23 - Quizvraag

CSE 2017

Slide 24 - Tekstslide

CSE 2017 I
Voorbeelden van een juiste reden zijn:
− Veel hutongs liggen in het stadscentrum / de locatie is erg in trek bij bedrijven en voor wonen (flats).
− De grondprijzen zijn hier hoog / de bebouwingsdichtheid in hutongs is laag.
− Men kan de ruimte gebruiken om wegen te bouwen/te verbreden / om de verkeerscongestie te verminderen.
− Veel hutongs zijn verouderd / verpauperd.
− Hutongs passen niet bij het imago van het moderne China.

44 maximumscore 1
− Hun ligging aan zee heeft deze steden belangrijk gemaakt in de internationale handel.
− De ligging aan zee heeft veel buitenlandse investeerders/buitenlandse bedrijven aangetrokken.

Slide 25 - Tekstslide

Vraag
Antwoordmodel CSE

Slide 26 - Tekstslide

Antwoordmodel CSE

Slide 27 - Tekstslide

Vraag
Antwoordmodel CSE

Slide 28 - Tekstslide

Bekijk bron 38.

Alle landen zijn in te delen bij een bepaalde fase van het transitiemodel.
Achter welke letter staat bij elk land voor 2015 de juiste transitiefase?
A
China fase 2, Nederland fase 3, Duitsland fase 4
B
China fase 3, Nederland fase 3, Duitsland fase 4
C
China fase 3, Nederland fase 4, Duitsland fase 4
D
China fase 4, Nederland fase 4, Duitsland fase 4

Slide 29 - Quizvraag

Vraag
Antwoordmodel CSE

Slide 30 - Tekstslide

Vraag
Antwoordmodel CSE

Slide 31 - Tekstslide

Vraag
Antwoordmodel CSE

Slide 32 - Tekstslide

De Braindrain is positief voor de Chinese economie, omdat er nu meer werk en inkomen vanuit het buitenland naar China wordt gehaald.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

De megasteden Beijing, Tianjin, Shanghai, Chengdu, Chongquing, Guangzou en Chendzen in het westen van China zijn ontstaan door sociale bevolkingsgroei.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Arme boeren verkopen hun grond en vertrekken naar de steden waar ze uiteindelijk geen werk vinden.
Rijke burgers kopen de grond op en worden rijke landeigenaren. Zo wordt de kloof tussen arm en rijk steeds groter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

In het gebied waar de Oeigoeren wonen is een positief migratiesaldo.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Emigratie naar de stad ontneemt bewoners het recht op medische verzorging, onderwijs of een uitkering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Het negatief migratiesaldo in het midden van China wordt veroorzaakt door emigratie van Chinese studenten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Een Hutong is een traditionele Chinese wijk die zich kenmerkt door:
hoge en dichte bebouwing, gemeenschappelijke toiletvoorzieningen en hofjes die ongeveer 12 gezinnen met elkaar delen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

De participatie in een Hutong is groot als gevolg van de bebouwingsdichtheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Omdat de grondprijs in het centrum van de megasteden zo duur is, worden er nieuwe Hutongs gebouwd met hoge flats. Op die manier kunnen de projectontwikkelaars meer geld verdienen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Veel Chinezen missen de sociale controle en de gemeenschappelijke toiletvoorzieningen van de oude Hutong, maar zijn blij met de luxe van hun nieuwe airco flat aan de rand van de stad.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Arbeidsmigranten zijn over het algemeen migranten die producten voor onze markt produceren tegen een lage prijs.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

De open-deuren-politiek zorgde voor een aantrekking van arbeiders en een groei van de economie. Daardoor zijn er enorme agglomeraties ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Steden die zich richten op de dienstensector, trekken over het algemeen meer ongeschoolde en lager betaalde arbeiders.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quizvraag

✔ Leerdoelen gehaald? Ja? ➡ Goed gedaan!
✔ Ging nog niet alles goed? ➡ Ga dan opnieuw aan de slag met de onderwerpen die je niet goed snapt..

Slide 46 - Tekstslide