LMC Voortgezet Onderwijs

10.6 de oren

        10.6 de oren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

        10.6 de oren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
10.6.1 Je kunt de delen van het oor noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 2 - Tekstslide

De oorschelp zorgt voor het opvangen van geluid.
Deze geluiden komen via de gehoorgang in het oor.

Slide 3 - Tekstslide

Gehoorzintuig
Geluid zijn trillingen van de lucht. Het volume (sterkte) van een geluid wordt uitgedrukt in decibel
Snelle trillingen
Langzame trillingen
Hoge trillingen
Lage trillingen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Het oor
Buiten oor: 
oorschelp-gehoorgang-oorsmeerkliertjes
Midden oor:
trommelvlies-gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel)-trommelholte
Binnen oor:
slakkenhuis - gehoorzenuw
Evenwichtsorgaan

Slide 6 - Tekstslide

Het evenwichtsorgaan

Slide 7 - Tekstslide

Slakkenhuis
Bestaat uit 3 kanalen die als een spiraal zijn opgerold (als een slak). Deze zijn gevuld met vloeistof

Hier ontstaan de impulsen

Slide 8 - Tekstslide

de Buis van Eustachius

Slide 9 - Tekstslide

Zintuig
Prikkel
geluid
oog
neus
smaakstoffen
pijn
kou
oor
tong
licht
geurstoffen
huid

Slide 10 - Sleepvraag

wat is de functie van de netvlies?
A
Impuls naar hersenen brengen
B
prikkel omzetten in een impuls
C
brengt voedingsstoffen naar het oog
D
maakt een scherp beeld op het netvlies

Slide 11 - Quizvraag

de kegeltjes in het netvlies zijn voor
A
beeldvorming
B
kleuren zien
C
scherpte van het beeld
D
zwart/wit zien

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals licht.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 13 - Quizvraag

Welk geluid trilt vaker per seconde: een hoog geluid of een laag geluid?
A
Hoog geluid.
B
Laag geluid.

Slide 14 - Quizvraag

Wat ga je doen:
Maken opdracht
1 t/m 20

Slide 15 - Tekstslide

Het netvlies bevat:
A
zenuwen
B
zintuigcellen
C
bloedvaten
D
alle drie

Slide 16 - Quizvraag