LMC Voortgezet Onderwijs

H5.4 Budgetteren

H5.4 BUDGETTEREN

(ook herhaling vorige lessen)
Klas 2 vmbo tl/havo
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Introductie

In deze les leer je wat budgetteren is. Je leert wat een begroting is en welke verschillende soorten inkomsten en uitgaven er zijn. Ook weet je aan het eind van deze les wat het NIBUD is en doet.

Onderdelen in deze les

H5.4 BUDGETTEREN

(ook herhaling vorige lessen)
Klas 2 vmbo tl/havo

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt vertellen wat het NIBUD is en doet.
  • Je weet wat een begroting is en kunt uitleggen wat budgetteren is.
  • Je kunt de verschillende inkomensvormen benoemen en voorbeelden geven.
  • Je kunt verschillende soorten uitgaven benoemen en voorbeelden geven.
  • Je weet wat reserveren is en kunt een reservering berekenen.
  • Je kunt een budget vergelijken met werkelijke uitgaven en een eindsaldo berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

NIBUD
Nationaal Instituut voor BUDgetvoorlichting

Slide 3 - Tekstslide

Kijk eens rond op de pagina voor jongeren van het NIBUD.

Slide 4 - Tekstslide

Noem drie dingen die je kunt vinden op de website van het NIBUD die voor jou belangrijk zijn.

Slide 5 - Open vraag

0

Slide 6 - Video

Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.

Slide 7 - Tekstslide

Budgetteren
Uitgaven afstemmen op de inkomsten.

Het Nibud adviseert je uitgaven in vier groepen te verdelen:
- huishoudelijke uitgaven;
- vaste lasten;
- incidentele uitgaven;
- persoonlijke uitgaven

Slide 8 - Tekstslide

Rekentrainer par. 4
Pak in je boek blz. 36 erbij en gebruik je rekenmachine.
Maak de rekentrainer. 

Slide 9 - Tekstslide

huishoudelijke uitgaven: uitgaven voor de dingen in je huishouden die je (vrijwel) dagelijks gebruikt
Soorten uitgaven
Waar geef je je geld aan uit?
vaste lasten:
de uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen

incidentele uitgaven:
meestal grote uitgaven die je niet zo vaak doet en niet met een vaste regelmaat

Slide 10 - Tekstslide

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven

Slide 11 - Sleepvraag

Welke soort uitgave is zojuist niet genoemd?

Slide 12 - Open vraag

Inkomensvormen
• Inkomen uit arbeid (loon, salaris)
• Inkomen uit bezit (rente, huur, pacht)
• Overdrachtsinkomen (uitkering, zakgeld, kinderbijslag)

Inkomen uit arbeid en bezit lever je een tegenprestatie voor.
Voor een inkomensoverdracht lever je geen tegenprestatie.

Slide 13 - Tekstslide

Binnen de economie heb je ... soorten inkomensvormen.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Reserveren
bedrag dat je nodig hebt : aantal maanden = reservering per maand

Voorbeeld:
Sophie wil over twee jaar een scooter van € 1.800 kopen.
Hoeveel moet ze per maand reserveren?
€ 1.800 : 24 = € 75 per maand reververen.

Slide 15 - Tekstslide

Geld reserveren. Tom wil over 3 jaar een nieuwe laptop kopen. De Laptop kost Tom € 500. Hoeveel geld moet Tom per maand reserveren?

Slide 16 - Open vraag

Stel je budget voor de vaste lasten in januari is € 230. Je hebt werkelijk € 300 uitgegeven. Je beginsaldo is € 55. Wat is je eindsaldo na januari?

Slide 17 - Open vraag

Wat heb je geleerd?

Slide 18 - Tekstslide

Kahoot 
ga naar www.kahoot.it
en vul de pincode in, zodat je kunt deelnemen.

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten H5.4
Maak de opdrachten 1 t/m 5 + 8 

Slide 20 - Tekstslide