LMC Voortgezet Onderwijs

Beeldaspect Kleur 4T

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Beeldaspecten
Beeldaspecten? Wat heb je eraan?
Beeldaspecten vertellen iets over hoe het uiterlijk van een kunstwerk of voorwerp is vormgegeven. Of we nu kijken naar de Nachtwacht van Rembrandt of de voorkant van een tijdschrift, de vormgever of maker gebruikt de beeldaspecten om haar of zijn verhaal nog duidelijker te vertellen.

Er is een verschil tussen vormgeving en voorstelling. 
zie de volgende dia:

beeldaspecten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

timer
0:30
Welke beeldaspecten ken je?

Slide 4 - Woordweb

beeldaspecten

Slide 5 - Tekstslide

3. BEELDASPECT KLEUR
Wat is kleur? Hoe zien we kleur?

Slide 6 - Tekstslide

KLEURENLEER

Een kleurencirkel is een manier om zichtbaar te maken hoe de primaire kleuren, secundaire kleuren en tertiaire kleuren in elkaar overlopen.


  • Johannes Itten ontwikkelde deze kleurencirkel in 1930. Het is samengesteld uit 12 zuivere kleuren.

Slide 7 - Tekstslide

Beeldaspect KLEUR
kleurgebruik
primaire / secundaire kleuren
verzadigde kleuren / zuivere kleuren  
warm / koud contrast
licht / donker contrast
complementair kleurcontrast
signaalkleuren
kleurfamilie
kleurverloop
kleurhelderheid
. . . . . .


Slide 8 - Tekstslide

KLEUR

Slide 9 - Tekstslide

Secundaire kleuren
  • secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen

  • oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt

Slide 10 - Tekstslide

KLEUR

Slide 11 - Tekstslide

Tertiaire kleuren
Dit zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire kleur.
Blauw met groen geeft bijvoorbeeld blauwgroen.

Slide 12 - Tekstslide

Beeldaspect 
Kleur
Kleurcontrasten

Slide 13 - Tekstslide

Koud-warmcontrast
Licht-donkercontrast
kleur-tegen-kleurcontrast
Kwantiteitscontrast
Complimentaircontrast
Kwaliteitscontrast

Slide 14 - Tekstslide

WARM-KOUD kleurcontrast:
Het verschil in koude en warme kleuren.

Slide 15 - Tekstslide

Warme en koude kleuren
warme kleuren:
  • zijn warm en gezellig 
  • lijken dichterbij
  • vormen een contrast met koude kleuren 

koude kleuren:
  • zijn koel en rustig 
  • lijken verder weg
  • vormen een contrast met warme kleuren 

    Slide 16 - Tekstslide

    KLEUR

    Slide 17 - Tekstslide

    Contrast 2:
    Complementair contrast

    Kleurcontrast tussen kleuren die tegenover elkaar staan in de kleuren cirkel. Altijd 1 primaire kleur (Ongemengd) en 1 secundaire kleur (Gemengd).

    Dit zijn: 
    Geel <> Paars
    Rood <> Groen
    Blauw <> Oranje

    Slide 18 - Tekstslide

    voorbeeld
    Ik wil de aandacht op de persoon richten: 

    Kleur: Complimentair kleurcontrast van de rode jas en de groene bergen
    Licht: slagschaduw

    Slide 19 - Tekstslide

    Kleurenfamilie
    Een kleurenfamilie is een groep kleuren die onderling weinig verschillen. Dit zijn dus kleuren die bij elkaar horen omdat ze min of meer hetzelfde effect hebben.

    Slide 20 - Tekstslide

    Kleuren en niet-kleuren

    • Verzadigde kleuren bestaan uit Zuivere kleuren
    • Onverzadigde kleuren zijn Kleuren gemengd met zwart, wit (of grijs)
    • Verhelderen doe je door Wit met een kleur te mengen om het lichter te maken
    • Verdonkeren doe je door Zwart met een kleur te mengen om het donkerder te maken

    Slide 21 - Tekstslide

    Kleurenfamilie
    • dit zijn alle kleuren die uit dezelfde kleur zijn gemengd. Ze verschillen heel weinig van elkaar. Bijvoorbeeld alle kleuren rood. Maar ook roden en paarsen behoren tot dezelfde kleurenfamilie 
    • kleuren in een kleurenfamilie hebben steeds één kleur gemeenschappelijk 

      Slide 22 - Tekstslide

      Beeldaspect Kleur

      Slide 23 - Tekstslide

      KleurKleurKleurKleur!
      In de vorige dia zag je Katharina Grosse te midden van een van haar enorme kunstwerken staan. Voor haar zijn 2 Beeldaspecten het allerbelangijkst namelijk:
      Kleur en ruimte 

      We gaan even kijken naar een van haar  projecten:
      Katharina Grosse

      Slide 24 - Tekstslide

      Slide 25 - Video

      meerkeuze vraag
      Op de volgende dia kun je het antwoord geven.
      Katharina Grosse heeft gekozen om veel rood te gebruiken in haar kunstwerk. Een Oranje-Rood en Magenta(richting roze/paars). Waarom rood?

      Slide 26 - Tekstslide

      Katharina Grosse heeft gekozen om veel rood te gebruiken in haar kunstwerk. Een Oranje-Rood en Magenta(richting roze/paars). Waarom rood?
      A
      B
      C
      D

      Slide 27 - Quizvraag

      Welk contrast veroorzaakt oranje-rood met de strand omgeving waar het beschilderde gebouwtje staat? Welk kleurcontrast kun je erbij bedenken?

      Slide 28 - Tekstslide

      Welk contrast veroorzaakt oranje-rood met de strand omgeving waar het beschilderde gebouwtje staat? Welk kleurcontrast kun je erbij bedenken?

      Slide 29 - Open vraag

      complementair contrast

      Slide 30 - Tekstslide

      KleurKleurKleurKleur!
      Op de volgende dia zie je straks een schilderij van Pablo Picasso. De personen op de schilderij zijn niet belangrijk. Wel is de sfeer belangrijk.
      Kijk maar eens goed!
      Probeer uit te leggen wat de sfeer is op de schilderijen en gebruik in je antwoord het beeldaspect kleur. Welke kleursoorten zie je? Welke kleuren zorgen voor de sfeer? Je mag je huiswerk erbij pakken. Op de dia erna kun je antwoord geven.
      Sfeer

      Slide 31 - Tekstslide

      KleurKleurKleurKleur!
      Op de volgende dia zie je straks een schilderij van Pablo Picasso. De personen op de schilderij zijn niet belangrijk. Wel is de sfeer belangrijk.
      Kijk maar eens goed!
      Probeer uit te leggen wat de sfeer is op de schilderijen en gebruik in je antwoord het beeldaspect kleur. Welke kleursoorten zie je? Welke kleuren zorgen voor de sfeer? Je mag je huiswerk erbij pakken. Op de dia erna kun je antwoord geven.
      Sfeer

      Slide 32 - Tekstslide

      -

      Slide 33 - Tekstslide

      Omschrijf de voorstelling van het schilderij en de vormgeving. Dus wat zie je en hoe is het schilderij vormgegeven? Gebruik in je antwoord het beeldaspect kleur.

      Slide 34 - Open vraag

      Dit is een schilderij van Pablo Picasso. Hij maakte dit werk in zijn blauwe periode. In deze periode voelde hij zich verdrietig. Een goede vriend was net overleden en hij mistte zijn thuisland Spanje. Als we kijken naar de voorstelling zien we 3 figuren aan een water staan. Ze staan in een verkleumde houding met de hoofden gebogen. De gezichtsuitdrukkingen zijn somber.
      Vormgeving: Het schilderij bestaat uit voornamelijk blauwe kleuren. Als een werk uit vooral één kleur bestaat noemen we dat monochroom. Het blauw in het schilderij is koud. Het blauw samen met het grijs zorgt voor een grauwe sfeer, het zijn vooral onverzadigde kleuren dus niet de primaire kleur blauw maar de zuivere kleur blauw afgezwakt met onder andere zwart en wit. Zwakke kleuren blauw.
      Picasso heeft de ellende van deze figuren dus extra versterkt door blauwe en grijze kleuren te gebruiken. Om toch aandacht naar de hoofden, handen en voeten te trekken zijn die ene beetje warm geel gemaakt.

      Picasso

      Slide 35 - Tekstslide

      Om even te laten zien hoeveel invloed kleur heeft op de sfeer of uitstraling van een werk hier hetzelfde schilderij maar dan in het geel. Nu lijkt de vormgeving, de kleur weinig te maken te hebben met de voorstelling.
      Geel?

      Slide 36 - Tekstslide