In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Toets Geluid
Slide 1 - Tekstslide
Als je stem-banden trillen, kun je verschillende geluiden maken door je mond en je tong te bewegen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Door het trillen van je oorschelp hoor je geluid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Om geluid te horen, heb je nodig: een geluid-bron, een tussenstof en je oren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Geluid-sterkte meet je met een frequentie-meter.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Alles wat geluid maakt, noem je een geluid-bron.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Het zachtste geluid dat je nog kunt horen, noem je de gehoor-drempel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Hoe hoger de frequentie, hoe lager de toon.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een sonar zendt een geluid uit dat hoorbaar is voor mensen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Waarom hebben sommige muziek-instrumenten een klank-kast?
A
De klank-kast versterkt het geluid van het instrument.
B
De klank-kast verzwakt het geluid van het instrument.
C
De klank-kast verlaagt de tonen van het instrument.
D
De klank-kast verhoogt de tonen van het instrument.
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noem je de lucht waardoor geluid zich verplaatst van een geluid-bron naar je oor?
A
geleider
B
isolator
C
trillende stof
D
tussenstof
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de eenheid van geluid-sterkte?
A
frequentie
B
decibel
C
volume
D
toonhoogte
Slide 12 - Quizvraag
Het gehoor van Bas wordt getest. Zijn gehoordrempel voor geluid van 100 Hz is 30db. Wat zegt dit over Bas?
A
Bij een frequentie van 100 Hz en een geluid-sterkte boven 30 dB, loopt Bas gehoorschade op.
B
Bij een geluid-sterkte boven 30 dB, hoort Bas geen hoge tonen meer.
C
De pijngrens van Bas ligt bij een frequentie van 100 Hz.
D
Een frequentie van 100 Hz kan Bas bij een geluid-sterkte van 20 dB niet horen
Slide 13 - Quizvraag
Het groot is het frequentie-bereik van mensen met een normaal gehoor?
A
tussen 14 en 14 000 Hz
B
tussen 20 en 14 000 Hz
C
tussen 14 en 20 000 Hz
D
tussen 20 en 20 000 Hz
Slide 14 - Quizvraag
Mensen kunnen last hebben van geluid-hinder. Schrijf drie maatregelen op die geluid-hinder van een snelweg tegengaan.
Slide 15 - Open vraag
Schrijf drie geluid-bronnen op die door mensen zijn gemaakt.
Slide 16 - Open vraag
Schrijf twee geluiden op die je in de natuur kunt horen.
Slide 17 - Open vraag
Jimi gebruikt een digitaal stem-apparaat om zijn gitaar te stemmen. Twee snaren zijn niet goed gestemd. Bij het aanslaan van de dikste snaar geeft het stem-apparaat een frequentie aan van 80 Hz. De toon van de snaar moet worden gestemd op 82,4 Hz. Daarna slaat Jimi de dunste snaar aan. Het stem-apparaat geeft voor deze snaar een frequentie van 340 Hz. Van deze snaar moet de frequentie 330 Hz zijn. Wat moet Jimi doen om de snaren op de juiste frequentie te krijgen?
Slide 18 - Open vraag
The End
Jullie zijn vanaf nu van mij af. Ik wil jullie bedanken voor het afgelopen jaar. Ik wens jullie heel veel succes met het volbrengen van jullie opleiding!!!