1.5 Spieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

WELKOM 

Welkom bij 

Biologie 

Mevr.

1C

Donderdag 5 oktober 2023

Lesprogramma

• SO  
• Uitleg
  
• Opdrachten maken
• Huiswerk volgende les noteren in agenda 
• Afsluiten 

Wat gaan we deze les doen?

SO thema 1 basisstof 1 t/m 4

- Alle spullen van tafel, alleen pen nodig

- Je bent stil tijdens de toets, ook als je klaar bent

- Ben je klaar?> boek lezen of wacht in stilte tot iedereen klaar is

LEES de vragen goed

Schrijf je naam, achternaam en klas op de toets.

DATUM van vandaag: 26 september2024

Thema 1. Stevigheid en beweging

1.5 Spieren

Leerdoelen 

• Je kunt de werking van skeletspieren beschrijven

• Je kunt omschrijven hoe spieren samenwerken

Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren. 

Spieren zitten overal, zelfs in de ogen en de huid. Ook het hart is een spier.

Veel spieren zorgen voor beweging. De spieren die zorgen voor de beweging van de botten noem je skeletspieren

Skeletspieren 

Skeletspieren zitten met pezen vast aan de botten.

De plek op een bot waar een spier vastzit, noem je de aanhechtingsplaats.

Spieren kunnen zich samentrekken en ontspannen, pezen kunnen dit NIET. 

Als spieren:

samentrekken > korter en dikker 

ontspannen > langer en dunner

Pees = een verbinding tussen spier en bot

Aanhechtingsplaats = plaats waar de pees aan het bot vastzit

Skeletspier = spier die verbonden is met delen van het skelet, en beweging mogelijk maken

Skeletspieren 

Als spieren:

samentrekken > korter en dikker 

ontspannen > langer en dunner

Antagonisten 

Antagonistisch paar (buig & strekspier)

Biceps > armbuigspier > arm buigen

Triceps > armstrekspier > arm strekken 

Spieren die samenwerken door een tegengestelde beweging te maken, heten antagonisten. 

Antagonisten komen overal in het lichaam voor. Ken jij er een paar?

Antagonisten = Spieren die samen een lichaamsdeel kunnen laten bewegen door tegengestelde bewegingen te maken

Antagonisten 

vragen

VRAGEN? 

Herhalen

Wat weten jullie nog? 

Pak je laptop erbij!

Ga naar https://lessonup.app/

of typ in : Lessonup app

Neem de code links onderin over en voer deze in 

Wat zijn de vier functies van het skelet?

Wat is geen onderdeel van je romp?

1. armen
2. borstkas
3. wervelkolom
4. buik

Welk van de plaatjes is een kraakbeenverbinding

1. 
2. 
3. 
4. 

Kogel-

gewricht

scharnier-

gewricht

Het skelet!

opperarmbeen

teenkootje

dijbeen

sleutelbeen

schedel

heupbeen

kuitbeen

Welk bot is/welke botten zijn hier gebroken?

Als je een spier ontspant, wordt de spier....

1. korter en dikker
2. langer en dunner
3. korter en dunner
4. langer en dikker

als deze stof uit het bot verdwijnt, dan wordt het bot veel te buigzaam

1. kalk
2. lijmstof
3. water
4. bloed

Wat is de functie van een pees?

1. Beschermt de spier tegen beschadiging
2. Zorgt dat de spier niet uit elkaar valt
3. Aanspannen en ontspannen van de spier
4. Houdt de spier aan het bot vast

Hoe noem je deze beenverbinding?

1. Gewricht
2. Vergroeid
3. Kraakbeen
4. Naad

Wat is de antagonist van de spierbal op je bovenarm?

1. Biceps
2. Triceps
3. Kuitspier
4. Scheenspieren

Hoe kan je leren voor de toets?

TIPS!?

wat moet je wel doen?

wat moet je beter niet doen?

Leer tips

• begin ruim op tijd
  
• maak een planning (ook al vind je dit lastig)
• slaap goed de dag voor de toets
  
• leerdoelen en begrippen doornemen
• plaatjes in het boek (namen van onderdelen leren)
• functies van onderdelen leren 
• aantekeningen doornemen
• als je iets niet begrijpt, zoek het op en schrijf het op 
• herhaal herhaal herhaal herhaal herhaal herhaal.... (alleen dan komt de informatie in je werkgeheugen terecht)

Afraders

• alleen lezen
  
• te kort van tevoren beginnen
• de avond ervoor tot laat leren en weinig slapen
• de samenvatting van een ander leren
• geen vragen stellen als je iets niet begrijpt 

Huiswerk 

Schrijf mee in je agenda!

donderdag 12 oktober

• Leren voor Bio SO paragraaf 1.1 t/m 1.5

Nu maken:

alle opdrachten van 1.5  

 (werkboek)

Klaar? > Ga alvast leren voor de toets van volgende week

Wat heb je vandaag geleerd?