In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Les: Conflicten oplossen
Slide 1 - Tekstslide
In deze les leer je:
Dat je op verschillende manieren kunt omgaan met conflicten.
Dat je in een conflict rekening moet houden met jezelf en de ander.
Dat samenwerken een manier kan zijn om een conflict op te lossen.
Leerdoelen
In dit gedeelte blik je vooruit op het onderwerp. Waar gaat het over en waarom is het belangrijk?
Slide 2 - Tekstslide
Test je kennis!
timer
2:00
Conflicten
Slide 3 - Woordweb
In deze les gaan we het hebben over conflicten.
Een conflict is een moment waarbij twee of meerdere mensen het oneens zijn en daardoor tot botsing komen.
Tijdens de les bekijk je hoe je kunt reageren op conflicten en hoe je ze kunt oplossen.
Introductie
Slide 4 - Tekstslide
1: Wat verwacht je?
2: Hoe doe je het nu?
3: Aan de slag
4: Experiment
5: Quiz
6: Afsluiting
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt.
In dit gedeelte blik je vooruit op het onderwerp. Waar gaat het over en waarom is het belangrijk?
Hoe doe je het nu?
In dit gedeelte gaan we dieper in op de stof.
Test je kennis!
Bij tips vind je altijd een aantal handige leerstrategieën
Inhoudsopgave les
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een conflict eigenlijk?
Voor de één is het een flinke vechtpartij terwijl het voor de ander al begint bij een boze blik.
Denk er even over na en schrijf het op je wisbordje. Komt je uitleg overeen met het filmpje?
1: Wat verwacht je?
Slide 6 - Tekstslide
Op de volgende slides staan een aantal vragen over conflicten.
Vul per vraag in hoe jij zou reageren.
Hoe doe je het nu?
2: Hoe doe je het nu?
Slide 7 - Tekstslide
Vraag 1: Je zit in een conflict. Hoe reageer jij?
Hoe doe je het nu?
vechten
wegrennen
toegeven
samenwerken
Slide 8 - Poll
Vraag 2: Wat zijn volgens jou redenen dat er conflicten ontstaan? Noem er drie.
Hoe doe je het nu?
Slide 9 - Open vraag
Vraag 3: Leg uit wat er gebeurde toen jij voor het laatst ruzie had.
Hoe doe je het nu?
Slide 10 - Open vraag
Hoe doe je het nu?
3.1: Omgaan met conflicten
Theorie
Opdracht
Theorie
3.2: Oplossen
Theorie
Theorie
Opdracht
Theorie
Je gaat nu aan de slag met twee onderwerpen.
Je kunt op verschillende manieren omgaan met een conflict.
Als je een conflict hebt, is het belangrijk om het conflict op te lossen, maar hoe doe je dit?
3: Aan de slag
Slide 11 - Tekstslide
Conflicten op school zijn onvermijdelijk. Een conflict hoeft ook niet altijd erg te zijn, maar het is wel belangrijk om er op een juiste manier mee om te gaan.
Je voorkomt hiermee dat een conflict uit de hand loopt, maar zorgt er ook voor dat de sfeer op school en in de klas prettig blijft.
3.1 Omgaan met conflicten - Theorie 1
Slide 12 - Tekstslide
Instructie
1. Doe dit testje met de buurman.
2. Pak 1 stoel.
3. Ga op de stoel zitten. Degene die blijft staan, heeft verloren.
4. Wat is hier het conflict en hoe zou je dit conflict kunnen oplossen?
3.1 Omgaan met conflicten - Opdracht 1
timer
2:00
Slide 13 - Tekstslide
Als mensen een conflict hebben, gaan ze daar op verschillende manieren mee om.
Sommigen zullen een conflict liever mijden, terwijl anderen het juist als een strijd zien en willen doorvechten.
Bekijk de afbeelding en bedenk hoe jij meestal reageert in een conflictsituatie.
Hoe gaan mensen om met een conflict?
3.1 Omgaan met conflicten - Theorie 2
Slide 14 - Tekstslide
Bij een conflict zijn altijd twee partijen aanwezig: jij en de ander. Probeer bij een conflict te kijken naar wat voor jou belangrijk is en wat voor de ander belangrijk is. Als je dit beide doet, zit je rechtsboven bij samenwerken.
Dit is een win-winsituatie. Samenwerken werkt in een conflict niet altijd. Bekijk op de volgende slide welke aanpak je in een bepaalde situatie kunt gebruiken.
Samenwerken
3.2 Oplossen - Theorie 1
Slide 15 - Tekstslide
Probeer in de win-winsituatie te komen.
Wanneer doordrukken?
Als je in een conflict doordrukt, ga je de strijd aan. Je houdt vooral je eigenbelang in de gaten.
Een conflict oplossen door door te drukken doe je als:
het om een situatie gaat die voor jou heel belangrijk is en je vindt de relatie met de ander niet of minder belangrijk.
je per se je zin wilt krijgen.
Wanneer samenwerken?
In een conflict is de ideale situatie dat je beide tevreden het conflict verlaat. Je kunt dit doen door samen te werken.
Een conflict oplossen door samen te werken doe je als:
diegene waarmee je ruzie hebt belangrijk voor je is.
je genoeg tijd hebt om samen een oplossing te vinden.
Wanneer vermijden?
Als je een conflict vermijdt, ga je het conflict niet aan. De confrontatie vindt niet plaats. Beide partijen verliezen een beetje, omdat geen van beide een oplossing voor het conflict heeft gekregen.
Een conflict vermijden doe je als:
je de sfeer goed wilt houden.
je geen energie of zin hebt in een conflict.
Wanneer toegeven?
Als je toegeeft zet je jouw eigen belang opzij. Toegeven kan soms heel sterk zijn, want de kans is groot dat het conflict niet uit de hand loopt en de relatie goed blijft.
In een conflict toegeven doe je als:
je de relatie met de ander heel belangrijk vindt
je ook echt weet dat je fout zat kan toegeven een enorme opluchting zijn.
3.2 Oplossen - Theorie 2
Slide 16 - Tekstslide
Instructie
1. Doe de test met de stoel weer met je buurman.
2. Pak nu weer de stoel.
3. Verzin samen twee oplossingen voor hetzelfde conflict waarbij je samenwerkt.
3.2 Oplossen - Opdracht 1
Slide 17 - Tekstslide
Ruzie oplossen met goede vriend
Over het algemeen lossen jongens en meisjes een ruzie met een goede vriend anders op.
De één is niet per se beter dan de ander.
Meisjes: uitpraten.
Jongens: ruzie was niet iets belangrijks en wordt snel weer vergeten.
Over het algemeen betekent 'in de meeste gevallen.'
Als jij een ruzie met een goede vriend(in) op een andere manier oplost, dan is dit natuurlijk ook prima! Zolang je er maar samen uitkomt.
3.2 Oplossen - Theorie 2
Slide 18 - Tekstslide
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.
Conflicten kunnen altijd en overal voorkomen, zeker in de klas of op school. Je zit namelijk met veel verschillende mensen, meningen en gevoelens dicht op elkaar.
Er zijn gelukkig veel manieren om een conflict aan te pakken. Draai klassikaal aan de spinner en bedenk voor- en nadelen voor elke manier van aanpakken. Wat is de beste manier?
4: Experiment
Slide 19 - Tekstslide
Quiz: Conflicten Oplossen
Test je kennis!
5: Quiz
Slide 20 - Tekstslide
Test je kennis!
Ruzie maken, waar denk je aan?
Slide 21 - Woordweb
Jongeren kunnen soms een beetje
opvliegend zijn, dit hoort erbij.
Maar hoe zou jij reageren
op deze situaties?
Test je kennis!
Slide 22 - Tekstslide
Je ziet iemand een pen van je pakken zonder het te vragen.
Test je kennis!
Slide 23 - Open vraag
Iemand loopt in een drukke gang keihard tegen je aan.
Test je kennis!
Slide 24 - Open vraag
Je staat in de rij om een broodje te kopen en iemand dringt voor.
Test je kennis!
Slide 25 - Open vraag
Je hoort iemand lelijk over je beste vriend praten.
Test je kennis!
Slide 26 - Open vraag
Jongeren kunnnen soms een beetje
opvliegend zijn, dit hoort erbij.
Ken jij de ademtechniek
om jezelf te kalmeren?
Test je kennis!
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Wat is voor jou een goede manier om jezelf te kalmeren?
Test je kennis!
Slide 29 - Open vraag
Hoe los jij het liefst een ruzie met familie of vrienden op?
Test je kennis!
Slide 30 - Open vraag
Test je kennis!
In deze les heb je geleerd:
Dat je op verschillende manieren kunt omgaan met conflicten.
Dat je in een conflict rekening moet houden met jezelf en de ander.
Dat samenwerken een manier kan zijn om een conflict op te lossen.