LMC Voortgezet Onderwijs

BB Fictie, Hoofdpersonen en bijfiguren


Hoofdpersonen
 

                                                 en bijfiguren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Hoofdpersonen
 

                                                 en bijfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van de les

  • Je weet je wat hoofdpersonen zijn.
  • Je kunt in een verhaal de hoofdpersoon aanwijzen. 
  • Je weet wat bijfiguren zijn.
  • Je kunt in een verhaal de bijfiguren aanwijzen.
  • Je kunt eigenschappen van de hoofdpersonen en bijfiguren beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdpersonen en bijfiguren
  • In verhalen zijn niet alle personen even belangrijk.

  • Je komt  in verhalen twee soorten personen tegen: hoofdpersonen en bijfiguren.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdpersonen:
  • Om hen draait het verhaal
  • Zij zijn het belangrijkst
  • Je komt veel veel van hun innerlijk te weten: gedachten en gevoelens, ze worden uitgebreid beschreven
  • Zij hebben allerlei karaktereigenschappen
  • Zij kunnen veranderen in de loop van het verhaal
Bijfiguren:
  • Zij zijn in het verhaal niet heel belangrijk
  • Je leest alleen wat zij zeggen en doen
  • Je komt alleen te weten hoe ze eruitzien; hun uiterlijk
  • Van hen kom je vaak maar een paar karaktereigenschap te weten 
  • Zij veranderen niet in de loop van het verhaal

Slide 4 - Tekstslide

Het woord karaktereigenschappen wordt op slide 5 en 6 uitgelegd.
Opdracht hoofdpersoon en bijfiguren
Pak jouw eigen boek erbij. Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wie is de hoofdpersoon? Noem twee redenen. 
  2. Kom je de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon te weten? Zo ja, noteer vier zinnen waaruit dit blijkt.
  3. Wie zijn de bijfiguren? Noem twee redenen.

Slide 5 - Tekstslide

Het fragment uit De eerste keer  (blz. 8 t/m 17) van Caja Cazemier is te vinden in de bijlage van deze les.

Karaktereigenschappen
  • Personen in verhalen, maar ook personen in de werkelijkheid, hebben veel karaktereigenschappen. Iedereen heeft goede en minder goede eigenschappen.

  • Om je eigen karakter of die van personen in verhalen te kunnen beschrijven, kun je de lijst met eigenschappen op de volgende slide gebruiken. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karaktereigenschappen
achterdochtig - goedgelovig
actief - lui
angstig - dapper
bescheiden - heeft een grote mond
betrouwbaar - onbetrouwbaar
brutaal - verlegen
dominant - onderdanig
doorzettend - geeft snel op
driftig - niet snel boos
druk - rustig
eerlijk - oneerlijk
egoïstisch - denkt ook aan anderen
eigenwijs - gehoorzaam



gelukkig - ongelukkig
gemeen - lief
gesloten - open, spontaan
gevoelig - gevoelloos
kinderachtig - volwassen
nieuwsgierig - ongeïnteresseerd
slim - dom
slordig - keurig, verzorgd
sportief - sloom
tevreden - ontevreden
trouw - ontrouw
zacht - wreed, gemeen
zelfstandig - afhankelijk
zenuwachtig - ontspannen/relaxt



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer je naam en daaronder een goede en een minder goede eigenschap van jezelf.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: eigenschappen van personages
Kijk nogmaals naar jouw eigen boek. Beantwoord de volgende vragen:

  1. Welke karaktereigenschappen heeft de hoofdpersoon? Kies uit de lijst (slide 7).
  2. Welke karaktereigenschappen hebben de bijfiguren?

Slide 9 - Tekstslide

Het fragment uit De eerste keer  (blz. 8 t/m 17) van Caja Cazemier is te vinden in de bijlage van deze les.
Opdracht: personage beschrijven
Zoek op een internet of teken zelf een plaatje van iemand die volgens jou lijkt op de hoofdpersoon uit jouw boek. 

Waarom kies je voor dit plaatje/deze tekening? Leg je antwoord uit aan de hand van zinnen uit het fragment en noteer deze onder het plaatje. Schrijf de karaktereigenschappen van de hoofdpersoon om het plaatje heen en leg uit aan de hand van zinnen uit het fragment waarom de hoofdpersoon deze eigenschappen heeft.

Slide 10 - Tekstslide

Het fragment uit Honderd uur nacht ( blz. 9 t/m 24) van Anna Woltz is te vinden in de bijlage van deze les.

Heb je de doelen bereikt?
  • Weet je wat hoofdpersonen zijn?
  • Kun je in een verhaal de hoofdpersoon aanwijzen?
  • Weet je wat bijfiguren zijn?
  • Kun je in een verhaal de bijfiguren aanwijzen?
  • Kun je de eigenschappen van de hoofdpersonen en bijfiguren beschrijven?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies