LMC Voortgezet Onderwijs

4B vrijdag 28 oktober

Programma

Woorden van de week +/- 5 min
Theorie leesvaardigheid  +/- 10 
Samen oefenen +/-  5 min
Zelfstandig werken +/- 20
bespreken opdracht +/- 10 min
Reflectie +/- 5 min
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma

Woorden van de week +/- 5 min
Theorie leesvaardigheid  +/- 10 
Samen oefenen +/-  5 min
Zelfstandig werken +/- 20
bespreken opdracht +/- 10 min
Reflectie +/- 5 min

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel(en)
  • aan het eind van deze les weet je wat citeren is

Slide 2 - Tekstslide

Woorden van de week 

  • maximaal
  • mening/opvatting/standpunt
  • minimaal
  • ondersteunen 

Slide 3 - Tekstslide

Theorie; neem over in je schrift
Zie document

Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoorden en verbanden
Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea’s of zinnen. Door signaalwoorden kun je als lezer ‘signaleren’ dat er in de tekst sprake is van bijvoorbeeld een tegenstelling, een chronologisch verband of opsommingen, vergelijkingen, conclusies, etc. Een signaalwoord wordt ook wel een ‘verbindingswoord’ of een ‘indicator’ genoemd. 

Slide 5 - Tekstslide

Het is warm buiten, toch heb ik het koud.
Wat is het signaalwoord?
A
is
B
ik
C
heb
D
toch

Slide 6 - Quizvraag

Welk tekstverband hoort er bij 'het woord: toch?
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een samenvatting
D
een opsomming

Slide 7 - Quizvraag

Hij heeft het koud, omdat hij nat geregend is
Wat is het signaalwoord?
A
Hij
B
omdat
C
nat
D
geregend

Slide 8 - Quizvraag

Instructie
Wat: lezen tekst 4  blz  8 en 9  + maken de vragen die bij deze tekst horen
Hoe: individueel
Tijd: +/- 20 min
Hulp: aantekeningen
Klaar: lezen tekst 1 + maken opdracht die hoort bij tekst 1  

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel(en)
  • aan het eind van deze les weet je wat citeren is

Slide 10 - Tekstslide

Reflectie
Wat ging er deze les goed?
Wat ging er deze les minder goed?

Hoe kwam dat? 

Slide 11 - Tekstslide