LMC Voortgezet Onderwijs

H4.2 Rekenen met procenten

    Welkom
๐Ÿ’ผ Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
๐Ÿ“– Leg bladzijde 138 (h4.2) voor je open.
๐Ÿ”ฒ Leg ook je ipad op zijn kop op tafel klaar.

DEZE LES:
H4.2 Rekenen met procenten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

    Welkom
๐Ÿ’ผ Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
๐Ÿ“– Leg bladzijde 138 (h4.2) voor je open.
๐Ÿ”ฒ Leg ook je ipad op zijn kop op tafel klaar.

DEZE LES:
H4.2 Rekenen met procenten

Slide 1 - Tekstslide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
Hw:  H4.1 opd. 2 t/m 6
Van breuk naar percentage, korting uitrekenen
Opd. 8 & opd 11 maken we samen
aan de slag 
Maak ยง4.2 af
voorkennis 
Procenten in een tabel zetten

Slide 2 - Tekstslide

        Nakijken
โœ… Zet een krul bij opdrachten die je goed hebt gemaakt
โŒ Zet een kruisje bij opdrachten die niet helemaal goed gingen.


Verbeter met een andere kleur pen of potlood.

Hou je werk goed bij, zo weet je wat je extra kunt oefenen voor de toets.

 
nakijken:  H4.1 opd. 2 t/m 6

Slide 3 - Tekstslide

        Voorkennis
Absoluut & relatief


Absoluut :  het verschil in aantal



Relatief : het verschil in procent.

Slide 4 - Tekstslide

Wie deed het beter?




Absoluut en relatief
uitleg 

Slide 5 - Tekstslide

Absoluut - het verschil in aantal









Absoluut en relatief
uitleg 

Slide 6 - Tekstslide

Absoluut - het verschil in aantal




Relatief - het verschil in procenten




Absoluut en relatief
uitleg 

Slide 7 - Tekstslide

Bereken het relatieve verschil

Slide 8 - Open vraag

Wat leer je deze les?

Van breuk naar kommagetal naar percentage en weer terug.


Korting berekenen.
        leerdoelen

Slide 9 - Tekstslide

Hoe maak je van      een percentage?


Een breuk kan je ook lezen als deelsom                            2 : 7  

Je deelt de teller dan door de noemer.


Van een breuk kun je dus heel gemakkelijk een kommagetal maken.

             2 : 7 = 0,2857142857 โ‰ˆ 0,286
Van breuk naar kommagetal naar percentage
uitleg 
โ€‹7โ€‹โ€‹2โ€‹โ€‹
โ€‹7โ€‹โ€‹2โ€‹โ€‹
โ€‹7โ€‹โ€‹2โ€‹โ€‹

Slide 10 - Tekstslide

Als je de breuk hebt omgezet naar een kommagetal, dan kun je er een percentage van maken.    (een percentage = een procent getal)


kommagetal x 100 = percentage.
          0,286     x 100 = 28,6%




Van breuk naar kommagetal naar percentage
uitleg 
Procenten rond je af op 1 decimaal

Tenzij er iets anders staat in de tekst.

Slide 11 - Tekstslide

van breuk naar kommagetal naar percentage

maak van      een percentage:
1 : 8 x 100 = 12,5%

Handig om te leren:
   
     = 0,5  = 50%                            = 0,333.. = 33,3%

     = 0,25 = 25%                           = 0,2       = 20%

    = 0,125 = 12,5%                         = 0,1        = 10%


Van breuk naar kommagetal naar percentage
uitleg 
โ€‹8โ€‹โ€‹1โ€‹โ€‹
โ€‹2โ€‹โ€‹1โ€‹โ€‹
โ€‹4โ€‹โ€‹1โ€‹โ€‹
โ€‹8โ€‹โ€‹1โ€‹โ€‹
โ€‹3โ€‹โ€‹1โ€‹โ€‹
โ€‹5โ€‹โ€‹1โ€‹โ€‹
โ€‹10โ€‹โ€‹1โ€‹โ€‹

Slide 12 - Tekstslide

We maken samen vraag 19 op blz. 19

Schrijf goed mee, zo heb je straks een voorbeeld in je schrift staan.
samen maken vr. 8 (blz. 138)
oefenen  

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig 
aan de slag 
Mk: opd. 9 en 10 (blz. 139/140)

Klaar?   mk: o9 (blz. 141)
Zelfstandig aan de slag

Lees voordat je een vraag gaat stellen eerst de uitleg in het boek en je aantekeningen nog eens door.

timer
4:00

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer je korting krijgt kun je de nieuwe prijs berekenen door de korting van de prijs af te halen.

Voorbeeld.
Met de feestdagen voor de deur krijg je nu 35% korting op je aankopen.
Je koopt een game die normaal โ‚ฌ 59,-  kost. 
Wat moet je nu afrekenen?


De vraag is hier nu: 
WAT MOET JE BEREKENEN.
a. de nieuwe prijs                b. hoeveel euro korting je krijgt.

Korting in procenten
uitleg 

Slide 15 - Tekstslide

Met de feestdagen voor de deur krijg je nu 35% korting op je aankopen.

Je koopt een game die normaal โ‚ฌ 59,- kost.
Wat moet je nu afrekenen?

Wat moet je nu uitrekenen?
A
De nieuw prijs
B
Hoeveel euro korting je krijgt.

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer je korting krijgt kun je de nieuwe prijs berekenen door de korting van de prijs af te halen.

Voorbeeld.
Met de feestdagen voor de deur krijg je nu 35% korting op je aankopen.
Je koopt een game die normaal โ‚ฌ 59,-  kost. 
Wat moet je nu afrekenen?

35% korting dus   100% - 35% = 65% over (korting dus minder dan 100%)
Korting in procenten
uitleg 

Slide 17 - Tekstslide

We maken samen vraag 19 op blz. 19

Schrijf goed mee, zo heb je straks een voorbeeld in je schrift staan.
samen maken vr. 11 (blz. 140)
oefenen  

Slide 18 - Tekstslide

Maak vraag 12a & 12b
(blz. 140)

Slide 19 - Open vraag

werk door tot de bel 
Huiswerk 
Huiswerk:

Mk: opd.  13, 14 & o13

Klaar, probeer opd. u3 en u4 (blz. 141) eens
Werk fluisterend binnen je tafelrij

Schrijf je hele berekening op. 

Slide 20 - Tekstslide