In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Welkom!
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Opstarten
5 min
Uitleg paragraaf 4.7 deel 1
10 min
Maken 4.7 opdracht 1 t/m
10 min
Bespreken opdrachten
5 min
Filmpje kijken
5 min
Uitleg paragraaf 4.7 deel 2
10 min
Maken 4.7 opdracht
15 min
LessonUp Check
10 min
Slide 2 - Tekstslide
Paragraaf 4.7 voedsel
Slide 3 - Tekstslide
4.7 Voedsel
Na de les weet je:
Het verschil tussen ondervoeding, voedselschaarste en hongersnood
Wat de oorzaken van een tekort aan voeding zijn
Waarom in alle landen op aarde steeds meer overvoeding komt
Slide 4 - Tekstslide
Wat hebben jullie gisteren gegeten?
Slide 5 - Tekstslide
Intro
Als je trek hebt pak je gauw een boterham. Maar kan dat over 50 jaar nog steeds?
En is het voor de rest van de wereld ook zo makkelijk aan eten komen?
Slide 6 - Tekstslide
(Bijna) al ons voedsel ontstaat door landbouw
Slide 7 - Tekstslide
Landbouw aan de basis
Slide 8 - Tekstslide
Tekorten?
Slide 9 - Tekstslide
Oneerlijk verdeeld
Voldoende voedsel geproduceerd voor iedereen op aard
Toch 8% niet voldoende eten
Dat zijn: 640 miljoen mensen!!!
Belangrijke begrippen:
Voedselschaarste = te weinig voedsel om honger te stillen
Hongersnood = mensen in groot gebied hebben voor lange periode honger door voedselschaarste
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Aan de slag
Wat? Maak 4.7 opdracht 1 t/m 8
Hulp? Gebruik 4.7
Resultaat? Klassikaal bespreken
Tijd? 10 min
Klaar? Maak 4.7 verder af
Ook daarmee klaar? Laat resetten
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Vraag 2:
Noem twee grondstoffen die veel ruimte innemen en daardoor de voedselproductie in gevaar brengen.
Slide 14 - Tekstslide
Vraag 2:
Noem twee grondstoffen die veel ruimte innemen en daardoor de voedselproductie in gevaar brengen.
Antwoord:
1 katoen
2 planten of bomen voor biobrandstof
Slide 15 - Tekstslide
Vraag 7:
Hoe kan het dat er heel veel voedsel wordt geproduceerd, maar dat een deel van de wereldbevolking toch honger heeft?
Slide 16 - Tekstslide
Vraag 7:
Hoe kan het dat er heel veel voedsel wordt geproduceerd, maar dat een deel van de wereldbevolking toch honger heeft?
Antwoord: Het voedsel wordt niet eerlijk verdeeld. Minder rijke landen kunnen minder voedsel importeren en hebben niet de middelen om zelf veel voedsel te produceren.
Slide 17 - Tekstslide
Overvoeding
Meer eten dan je nodig hebt
Gevolg = obesitas, mensen met overgewicht.
We gaan op de wereld ook steeds meer het zelfde eten.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Oorzaken van ondervoeding en hongernoden?
Slide 20 - Tekstslide
7 oorzaken
armoede
Stijgenende prijzen. Vraag is groter dan het aanbod.
Klimaat(verandering)
Slechte infrastructuur
Politiek
Buitenlandse bedrijven
Rampen en oorlogen
China is een grote investeerder in Afrika
Slide 21 - Tekstslide
Oplossingen
economische ontwikkeling
welvaart stijgt - meer geld voor eten
overheid kan investeren in landbouw en onderwijs
Slide 22 - Tekstslide
Aan de slag
Wat? Maak 4.7 helemaal af
Hulp? Gebruik 4.7
Resultaat? Klassikaal bespreken
Tijd? 15 min
Klaar? Laat resetten en maak 4.6 af
Ook daarmee klaar? Maak de opdrachten op de achterkant van het werkblad
timer
15:00
Slide 23 - Tekstslide
Eet jij duurzaam?
Ja
Bijna altijd
Soms
Nee
Slide 24 - Poll
Wat is voedselschaarste?
Slide 25 - Open vraag
Noem minimaal 3 oorzaken van ondervoeding.
Slide 26 - Open vraag
Wat is een oorzaak van overvoeding?
Slide 27 - Open vraag
Wat is de oorzaak van de hongersnood in Jemen?
Slide 28 - Open vraag
Waardoor kan er nog hongersnood zijn in een land?
Geef 2 andere oorzaken
Slide 29 - Open vraag
Wat betekent hongersnood precies?
A
Tekort aan voedsel door bv. een ramp of mislukte oogst
B
Tekort aan voedsel voor een lange periode
C
Er is voldoende voedsel , maar er zijn te weinig voedingsstoffen.
Slide 30 - Quizvraag
Dit kind eet niets anders dan rijst. Hij krijgt niet alle voedingsstoffen binnen. Er is sprake van ...
A
ondervoeding
B
voedselschaarste
C
hongersnood
Slide 31 - Quizvraag
De kinderen op deze foto hebben te maken met
A
Ondervoeding
B
Kwalitatieve ondervoeding
C
Kwantitatieve ondervoeding
Slide 32 - Quizvraag
Als iemand alleen hamburgers bij McDonalds eet is dat erg ongezond. Dit is een voorbeeld van:
A
Kwalitatieve ondervoeding
B
Kwantitatieve ondervoeding
C
Vitamine ondervoeding
D
Algemene ondervoeding
Slide 33 - Quizvraag
Kan iemand die overgewicht heeft ook ondervoed zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Video
Aan de slag
Wat? Maak het PO Voetafdruk en Fairphone af
Hoe? Op de laptop, zelfstandig
Tijd? Tot het einde van de les
Slide 36 - Tekstslide
Begrippen
• ondervoeding
voedselschaarste
hongersnood
overvoeding
Slide 37 - Tekstslide
Wat moet je nu kunnen en kennen?
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen.
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.