LMC Voortgezet Onderwijs

Les 2 (4.4)

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Even opstarten
05 min
Oefenen met rekenen
10 min
Herhaling met LessonUp
10 min
Opdracht begrippen
10 min
Uitleg paragraaf 4.4
10 min
Maken opdrachten
10 min
Lesafsluiting
10 min

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

 Formule om de gemiddelde snelheid te berekenen.

Slide 6 - Tekstslide

Een auto legt een afstand van 110 km af in een tijd van 
2 uur. Bereken zijn gemiddelde snelheid


Gegeven: Afstand = 110 km,          tijd = 2 h
Gevraagd: Gemiddelde snelheid = ?
Formule: Gem. snelheid = afstand : tijd
Berekening: Gem. snelheid = 110 : 2 = 55
Antwoord: Gemiddelde snelheid = 55 km/h

Slide 7 - Tekstslide

Een auto legt een afstand van 110 km af in een tijd van 
2 uur. Bereken zijn gemiddelde snelheid


Gegeven:     s = 110 km,          t = 2 h
Gevraagd:    v = ?
Formule:       v = s / t
Berekening:  v = 110 : 2 = 55
Antwoord:      v = 55 km/h

Slide 8 - Tekstslide

Een auto heeft een snelheid van 108 km/h.
Hij doet 40 seconde over de rit. 
Bereken de afstand


Gegeven: gemiddelde snelheid = 108 km/h = (108:3,6) = 30 m/s
tijd = 40 s
Gevraagd: Afstand = ?
Formule: Afstand = gem.snelheid x tijd
Berekening: Afstand = 30 x 40 = 1200 
Antwoord: Afstand = 1200 m

Slide 9 - Tekstslide

Tijdens een schaatswedstrijd schaatst Sven een ronde van 450 meter in 29,8 seconde. Bereken de gemiddelde snelheid

Slide 10 - Open vraag

vul in:
grootheid
symbool
eenheid
symbool
snelheid
s
seconde
a
meter per seconde
versnelling
m/s2
m/s
afstand
tijd
v
t
meter
meter per seconde per seconde
s
m

Slide 11 - Sleepvraag

om km/h om te rekenen naar m/s doe je
A
gedeeld door 3,6
B
keer 3,6
C
gedeeld door 6,3
D
keer 6,3

Slide 12 - Quizvraag

wat zet je in een grafiek op de x-as?
A
afstand
B
tijd
C
snelheid

Slide 13 - Quizvraag

wat zet je op de y-as?
A
snelheid
B
tijd
C
afstand

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht:
Schrijf de betekenis van de volgende begrippen op:
- Gemiddelde snelheid
- Beweging met constante snelheid
- Versnelde beweging
- Vertraagde beweging
- Afstand-, tijddiagram
- Noteer de formule voor de gemiddelde snelheid
timer
8:00
Hulp? Bekijk paragraaf 4.1 t/m 4.3

Slide 15 - Tekstslide

verschillende bewegingen in een grafiek

Slide 16 - Tekstslide

soorten bewegingen
-stilstaan
-constante snelheid
-versnellen
-vertragen

Slide 17 - Tekstslide

stilstaan
De tijd gaat door, maar de meters veranderen niet.
Een platte lijn.

Slide 18 - Tekstslide

constant
elk stukje tijd komt er evenveel afstand bij.
een rechte lijn.
hoe stijler hoe sneller

Slide 19 - Tekstslide

versnellen
elk stukje tijd komt er steeds meer afstand bij.
een kromme lijn omhoog.
hoe krommer, hoe meer versnelling.

Slide 20 - Tekstslide

vertragen
elk stukje tijd komt er steeds minder afstand bij.
een kromme lijn naar beneden.
hoe krommer, hoe meer vertraging.

Slide 21 - Tekstslide

eenparig
eenparig is continu hetzelfde
dus
eenparige versnelde beweging is continu even snel versnellen.
eenparige beweging is dus continu even nel gaan.
een parige vertraging is continu even snel vertragen.

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maak 4.4 helemaal behalve de ster-opdrachten
Hoe? In je werkboek
Tijd? 20 minuten
Klaar? Maak de ster-opdrachten

Ook daarmee klaar? Maak paragraaf 4.5
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 58
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:

Berekening:

Antwoord:

Slide 24 - Tekstslide


Wat voor soort beweging is in deel A van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 25 - Quizvraag


Wat voor soort beweging is in deel B van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 26 - Quizvraag


Wat voor soort beweging is in deel C van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 27 - Quizvraag


Wat voor soort beweging is in deel A van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 28 - Quizvraag

Wat voor soort beweging
is in deze grafiek getekend?
A
vertraagde
B
versnelde
C
constante

Slide 29 - Quizvraag