Om iets te kunnen zeggen over de toonhoogte van een geluid, kun je kijken naar de frequentie (f) of de trillingstijd (T). Hoe hoger de frequentie , hoe groter het aantal trillingen per seconde.
Hoe groter het aantal trillingen per seconde, hoe hoger het geluid.
Bij een hogere frequentie duurt elke trilling steeds minder lang. Het is logisch dat frequentie en trillingstijd zoveel met elkaar te maken hebben.
In de formuledriehoek hiernaast zie je het verband tussen de trillingstijd en de frequentie.
Slide 6 - Tekstslide
Hoeveel trillingen staan er in de afbeelding?
Slide 7 - Open vraag
Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van
geluid
Slide 8 - Quizvraag
Een lage toon heeft
A
veel trillingen
B
weinig trillingen
Slide 9 - Quizvraag
Frequentie is het aantal trillingen per
A
Minuut
B
Seconde
C
Uur
Slide 10 - Quizvraag
Een oscilloscoop maakt geluid ...
A
Hoorbaar
B
Zichtbaar
Slide 11 - Quizvraag
De benen van een stemvork bewegen in 10 seconden 660 keer heen en weer. Hoe groot is de frequentie?
A
660 Hz
B
6600 Hz
C
66 Hz
Slide 12 - Quizvraag
Hoe hoger de frequentie hoe ...... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter
Slide 13 - Quizvraag
Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar
Slide 14 - Quizvraag
De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de eenheid van frequentie?
A
Frq
B
Hr
C
Hz
D
Fq
Slide 16 - Quizvraag
Als de frequentie omlaag gaat, gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet
Slide 17 - Quizvraag
Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz
Slide 19 - Quizvraag
Een snaar maakt 15.000 trillingen per seconde, kan een mens dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quizvraag
Een oscilloscoop...
A
Kan geluid omzetten in een elektrisch signaal
B
Kan een elektrisch signaal omzetten in geluid
C
Werkt als een microfoon
Slide 21 - Quizvraag
Opdracht
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht - uitwerking
Slide 23 - Tekstslide
Practicum
Wat? Voer practicum 1 uit (blz. 66)
Hoe? In je groep
Klaar? Ruim je materialen op
Ook daarmee klaar? Maak 8.2 opdracht 34 + 35 + 45 t/m 51 + 57 t/m 63