LMC Voortgezet Onderwijs

Positieve eigenschappen

Positieve eigenschappen
Jij over jezelf en anderen over jou
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Positieve eigenschappen
Jij over jezelf en anderen over jou

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve groepsvorming

Kwaliteiten-spel

Leerling - deel start bij toepassing

Slide 2 - Tekstslide

Vooraf:
1) Print voor elke leerling de lijst van de 
    positieve eigenschappen uit.
   
2) Scharen om de eigenschappen uit te
    knippen 

2) Voor elke leerling een A4 waarop de 
    leerling de eigen naam zet.

Positieve eigenschappen
Niet teveel aanbieden (12)
Zie afbeelding rechts.
Je kunt natuurlijk andere positieve eigenschappen gebruiken.

Tevreden         -     Voor jezelf opkomen
Gezellig           -     Oplossingen
Geduldig         -     Je hebt ideeën 
Spontaan        -     Optismistisch    
Zelfstandig      -     Humoristisch
Avontuurlijk     -     Troosten
..................

Slide 3 - Tekstslide

Maak een keuze.
Rechts zie je een voorbeeld.



Opdracht I

Hoe ziet de leerling zichzelf? 
Hoe denkt de leerling over zichzelf? 
Wat voelt de leerling bij zichzelf?
Hoe klinkt de eigenschap voor de leerling zelf?



1. De leerling schrijft zijn/haar naam groot op een blanco 
    A4

2. De leerling kiest 4 eigenschappen waarvan hij/zij vindt 
    dat die bij hem/haar passen.

Leuk als mentor even te zien wat leerlingen kiezen.
- Oordeel niet! Wees positief nieuwsgierig! 
- Vraag belangstellend bijv.: Hoe komt het dat je deze
   eigenschap kiest? Hoe helpt de eigenschap jou? etc.


1) Formeer groepjes van 3 à 4 leerlingen.
2) De leerlingen leggen het blad met de eigen naam op 
    tafel. De door hen uitgekozen eigenschappen leggen ze 
    ook op tafel.
3) De kaartjes met de eigenschappen worden gehutseld. 
    Ze liggen allemaal door elkaar heen, in het midden op
    tafel.
4) Al het materiaal blijft op de tafel liggen. De leerlingen 
    schuiven door (bijv. 2 tafels doorschuiven).
5) Bij de tafel gaan de leerlingen overleggen: 
    Welke eigenschap vinden zij dat deze past bij de 
    leerling? (dus niet bedenken wat de ander heeft 
    bedacht).
    Ze leggen de eigenschappen bij namen. Bij elke naam
    komen evenveel eigenschappen te liggen.
6) Leerlingen keren terug naar hun eigen blad en zien 
     welke eigenschappen zij hebben gekregen.
Dus:  Opdracht I:   hoe ziet de leerling zichzelf
         Opdracht II:   hoe medeleerling de leerling zien


Opdracht II
zie notitie

Slide 4 - Tekstslide

Met deze verschillende vragen bereik je de individuele leerling.
Als je een gesprek voert met een leerling, ontdek je van waaruit de leerling reageert: denken, voelen, visueel of auditief. 

Voorbeeld:
Ik baseer belangrijke beslissing op:
…. Hoe iets voor mij voelt.                    (voelen)
…. Dat wat voor mij het beste klinkt.(horen)
…. Wat er volgens mij het beste uitziet. 
   (visueel)
…. Door de mogelijkheden goed te
    bestuderen.                                      (denken)

Positieve eigenschappen
Positieve eigenschappen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve eigenschappen

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Positieve eigenschappen

Jij - over jezelf

1.  Schrijf je naam GROOT
     op het A4.

2.  Kies 4 eigenschappen die 
     volgens jou bij jou horen.

3.  Knip ze uit en leg ze in het midden op 
     de tafel (zelf goed onthouden welke je
     hebt gekozen).

Slide 7 - Tekstslide





1) Elke leerling heeft op tafel gelegd:
     - Het eigen papier met zijn/haar naam.
     - De door hem/haar gekozen eigenschappen (4)
2) De kaartjes met de eigenschappen worden door
     elkaar heen gelegd, in het midden van de tafel.
3) Al het materiaal blijft op de tafel liggen. Als groepje draaien jullie door.
     Van de docent hoor je naar welke tafel je gaat.
4) Jullie bekijken de namen. Verdeel de eigenschappen.
     Welke eigenschap bij welke leerling? Overleg met elkaar, leg elkaar uit hoe je
     tot je mening komt. Bij elke naam komen evenveel eigenschappen te liggen!
5) Ga terug naar jouw eigen tafel met jouw blad. Welke eigenschappen hebben 
     jouw klasgenoten bij jouw naam gelegd? 
Positieve eigenschappen: Anderen - over jou

Slide 8 - Tekstslide




Nog een keer doordraaien?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking

Waren er overeenkomsten?

Waren er verschillen? 

Wat was verrassend?


Welke eigenschap is voor jou heel belangrijk? Hoe komt dat?
Welke eigenschap zou je graag willen hebben? Hoe komt het dat je die niet hebt?






Slide 10 - Tekstslide

Laat leerlingen vrij om ja/nee te reageren. Alleen ik-boodschappen over de eigen eigenschappen (aan zichzelf toegekend of toegekend door anderen).

Voorkom oordelen! Voorkom dat een leerling 'even zijn/haar mening geeft' over een ander. Dat is NIET wat je wilt!