LMC Voortgezet Onderwijs

Bijvoeglijke naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden
"geef kleur aan je verhaal"
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bijvoeglijke naamwoorden
"geef kleur aan je verhaal"

Slide 1 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden
Ma matière préférée est l'histoire.
Mon prof préféré est Monsieur x.

Pourquoi?
Parce que l'histoire est ...
Parce qu'il est ...

Slide 2 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel

Slide 3 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 4 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
les filles _______________ (charmant)

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
La semaine _____________ (dernier)

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Let op bij klinkerbotsing

nouveau wordt nouvel
un nouvel ami
beau wordt bel
un bel hôtel
vieux wordt vieil
un vieil homme
;

Slide 9 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
Mon _________________ copain
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal:
La voiture est très (oud) _____________

Slide 11 - Open vraag

Vertaal:
C'est une (lange) _________ route pour aller à Paris.

Slide 12 - Open vraag

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord. 
Behalve het rijtje hieronder, de zogenaamde 12 musketiers. Die moet je uit je hoofd leren. Alleen deze staan dus VOOR het zelfstandig naamwoord:

Bon / Beau / Joli
Haut / long / petit
Jeune / grand
Vieux / mauvais 
Nouveau / Gros

Slide 13 - Tekstslide

(wit) une.... page......

Slide 14 - Open vraag

(nieuw)
un..... jean......

Slide 15 - Open vraag

(knap)une....actrice.......

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

curieux, curieuse
malheureux, malheureuse
fou, folle
créatif, créative
léger, légère
lourd, lourde
rond, ronde
carré, carrée
indispensable 
dernier, dernière
occupé, occupée
amusant, amusante
stupide, stupide

petit, petite
timide, timide
mauvais, mauvaise
terrible, terrible
excellent, excellente
jeune, jeune
triste, triste
noir, noire
seul, seule
vrai, vraie
bon, bonne
préféré, préférée

Slide 18 - Tekstslide

bijvoeglijke naamwoorden in het Frans

Slide 19 - Woordweb

Il était une fois ...

Slide 20 - Open vraag

carroussel d'écriture
Schrijf samen een sprookje. 
Om beurten voeg je een zin toe.
timer
1:30
Et ils vécurent heureux pour toujours.

Slide 21 - Tekstslide