, 1. door rekenen vaststellen, uitcijferen: een grootheid, een bedrag, een som, een vraagstuk berekenen; in het bijzonder nagaan hoeveel iets kosten kan, ramen: de kosten van een reis berekenen; 2. in rekening brengen: iemand weinig onkosten berekenen; 3.
Slide 6 - Tekstslide
Betoging
Betoging = Een betoging of demonstratie is een verzameling mensen (van betogers of demonstranten), die bij elkaar gekomen zijn om, in de meeste gevallen om ergens tegen te protesteren.
Slide 7 - Tekstslide
Minimaal
De kleinste hoeveelheid, het kleinste aantal, de kortste tijd bv je moet minimaal 3 tabletten per dag innemen
Maximaal
Maximaal is een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord en betekent 'niet meer dan'. Het kan ook 'het grootst mogelijk' betekenen
Slide 8 - Tekstslide
Instructie; zelfstandig werken;
Wat: schrijven artikel
+ werken aan woordenschat H2 blz 54 t/m 57
Hoe: in duo's ---> fluisteren
Tijd: +/- 30
Hulp: aantekeningen, boek en docent
Klaar: speurpuzzel
timer
1:00
Slide 9 - Tekstslide
DOEL
- aan het eind van deze les kunnen jullie de betekenis van een moeilijk of onbekend woord in de tekst vinden