LMC Voortgezet Onderwijs

Thema 2 - BS 4. De organen voor vertering

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. 
2e klas
Donderdag 26 september 2024
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. 
2e klas
Donderdag 26 september 2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
  • SO 
  • Uitleg
  • Afsluiten 
  • Huiswerk volgende les noteren in agenda 
Wat gaan we deze les doen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets thema 2
- Alle spullen van tafel, alleen pen nodig
- Je bent stil tijdens de toets, ook als je klaar bent
- Ben je klaar?> boek lezen of wacht in stilte tot iedereen klaar is
LEES de vragen goed

Schrijf je naam, achternaam en klas op de toets.
DATUM van vandaag: 26-09-2024


timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 1. Voeding, vertering en verbranding
1.4 Verteren 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
  • Je kunt de onderdelen van het verteringsstelsel benoemen in een afbeelding.
  • Je kunt de organen beschrijven waarin het voedsel verteerd wordt.
  • Je kunt de organen beschrijven die in ondersteunende rol spelen bij de vertering van voedsel.
  • Je kunt omschrijven wat peristaltische bewegingen zijn en hoe die tot stand komen

Slide 5 - Tekstslide

Functie(s)= de taak die iemand uitoefent of de werking van iets

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringsstelsel
De organen voor vertering liggen voornamelijk in de romp.

 

Belangrijke organen voor vertering zijn;
de slokdarm, de maag, de lever, de dunne darm en de dikke darm.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vertering van voedsel begint in de mondholte.

Je hebt in de vorige les gezien dat je met je gebit het voedsel in kleine stukjes verdeeld.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speeksel
Je speekselklieren produceren speeksel (een verteringssap).
Speeksel maakt het inslikken van het voedsel gemakkelijker.

Met je tong duw je het voedsel van de mondholte naar de keelholte. Door te slikken wordt het voedsel in de slokdarm geduwd.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij het slikken wordt de neusholte afgesloten door de huig en de luchtpijpje met het strotklepje.
Het voedsel kan daardoor alleen de slokdarm in.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

peristaltische bewegingen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peristaltische bewegingen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag
  • In de wand zitten maagsapklieren die maagsap produceren; maagsap bevat zoutzuur > waarom?
  • Kringspieren en lengtespieren in de maagwand zorgen dat je maag altijd in beweging is
Door deze beweging wordt het voedsel goed gemengd met het maagsap
Zuur doodt bacterien die met je voedsel zijn meegekomen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag
Onder de maag zit het maagportier: een kringspier die de maag afsluit van de twaalfvingerige darm 

De maagportier laat telkens maar kleine hoeveelheden voedsel door naar de twaalfvingerige darm.
Hierdoor heeft de maag een functie als tijdelijke opslagplaats voor voedsel.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De organen voor vertering
Gal is belangrijk voor de vertering van vetten.

Gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas. Galblaas maakt GEEN gal!! (lever maakt gal)

Gal verdeelt grote druppels vet in kleinere druppeltjes. Dit noem je emulgeren.
Gal verteert de vetten NIET maar maakt ze alleen kleiner. Waarom?

gal zorgt voor donkere kleur van ontlasting

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm
  • ong. 5-6 meter lang
  • Bevat darmsapklieren die darmsap produceren
  • Verschillende verteringssappen komen samen in dunne darm en bevatten veel water
  • De darmwand heeft veel darmplooien met darmvlokken (uitstulpingen): oppervlaktevergroting
- in de darmvlokken zitten bloedvaten
- voedingsstoffen kunnen door de darmwand heen naar de bloedvaten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm
  • ong. 1.5 meter lang 
  • Dunne darm sluit aan op dikke darm
  • Vlak onder die overgang ligt de blinde darm met wormvormig aanhangsel (appendix) > Blindedarmontsteking
  • Onverteerde voedselresten komen hier 
  • Veel water nog over in brij, bijna al het water wordt opgenomen in het bloed, Hierdoor wordt je ontlasting dikker > niet voldoende water opgenomen= diarree > te veel vocht verliezen = uitdrogen
- laatste deel: endeldarm met een kringspier (anus)
Ontspannen van deze kringspier > ontlasting (poepen)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
VRAGEN? 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
1.4 Verteren: lees de tekst en maak de opdrachten

alle opdrachten van 1.4 maken

Dit is ook huiswerk, noteer dit in je agenda!!!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies