LMC Voortgezet Onderwijs

3D-printing: Van ontwerp tot productie

3D-printing: Van ontwerp tot productie
Noem een voordeel om iets te maken met een 3D-printer?
Welke kosten zijn er als je dit NIET zou doen?
Is het goedkoop of prijzig?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
3DD&P+1Middelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3D-printing: Van ontwerp tot productie
Noem een voordeel om iets te maken met een 3D-printer?
Welke kosten zijn er als je dit NIET zou doen?
Is het goedkoop of prijzig?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun uitleggen wat de voordelen zijn van een 3D-printer.

Slide 2 - Tekstslide

Dit is het leerdoel van de les. Het is belangrijk om dit aan het begin van de les te bespreken met de leerlingen.
Wat weet je al over 3D-printing?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 3D-printing?
Met 3D-printing kun je een fysiek object maken vanuit een digitaal ontwerp.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat 3D-printing is en waarom het belangrijk is. Toon voorbeelden van 3D-geprinte objecten en vraag de leerlingen welke objecten ze kennen die geprint kunnen worden.
Hoe werkt een 3D-printer?
Een 3D-printer bouwt laagje voor laagje het object op.

Slide 5 - Tekstslide

Laat zien hoe de printer werkt. Toon een video of een animatie van een 3D-printer in actie. Leg uit hoe het proces werkt en waarom het belangrijk is.
Soorten 3D-printers
Er zijn verschillende soorten 3D-printers, waaronder FDM, SLA en SLS.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende soorten 3D-printers en leg uit hoe ze werken en waarvoor ze worden gebruikt. Geef voorbeelden van objecten die met elke technologie kunnen worden geprint.
Ontwerpsoftware
Om een object te 3D-printen heb je ontwerpsoftware nodig, zoals Tinkercad of Fusion 360.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende soorten software die beschikbaar zijn voor het ontwerpen van 3D-objecten en geef voorbeelden van elk. Toon screenshots van de software en leg uit hoe ze werken.
Het maken van een ontwerp
Het maken van een ontwerp begint met het bedenken van een idee en het schetsen van het ontwerp.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe je een idee omzet in een 3D-ontwerp. Bespreek het belang van het schetsen van het ontwerp voordat je begint met het maken van het digitale ontwerp. Laat voorbeelden zien van schetsen en digitale ontwerpen.
Het exporteren van een ontwerp
Wanneer het ontwerp klaar is, moet het worden geëxporteerd als een STL-bestand.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit hoe je een ontwerp exporteert als een STL-bestand en waarom dit belangrijk is. Toon screenshots van hoe dit wordt gedaan in verschillende ontwerpsoftware.
Het voorbereiden van de 3D-printer
Voordat je kunt 3D-printen, moet de printer worden voorbereid. Dit omvat het laden van filament en het schoonmaken van de printer.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe je de printer voorbereidt voordat je begint met printen en waarom dit belangrijk is. Toon screenshots van het laden van filament en het schoonmaken van de printer.
Het printen van een object
Wanneer de printer is voorbereid, kun je het object printen.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit hoe je het object print en waarom het belangrijk is om het object te controleren tijdens het printproces. Toon screenshots van het printen van een object en laat zien hoe het proces eruitziet.
Afwerking en nabewerking
Na het printen moet het object worden afgewerkt en nabewerkt. Dit omvat het verwijderen van eventuele ondersteuningsstructuren en het schuren van het object.

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijf het proces van afwerking en nabewerking van een geprint object. Toon voorbeelden van objecten voor en na afwerking en beschrijf het verschil.
Toepassingen van 3D-printing
3D-printing wordt gebruikt in verschillende industrieën, waaronder de medische, architecturale en automobielindustrie.

Slide 13 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende toepassingen van 3D-printing in verschillende industrieën. Toon voorbeelden van 3D-geprinte objecten in elk van deze industrieën.
Voordelen van 3D-printing
3D-printing biedt verschillende voordelen, waaronder kostenbesparing en snellere productietijden.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit waarom 3D-printing voordelig is ten opzichte van traditionele productiemethoden. Toon voorbeelden van kostenbesparing en snellere productietijden.
Uitdagingen van 3D-printing
Er zijn ook uitdagingen verbonden aan 3D-printing, waaronder de beperkingen van de materialen die kunnen worden geprint.

Slide 15 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende uitdagingen van 3D-printing en leg uit waarom deze uitdagingen bestaan. Toon voorbeelden van de beperkingen van materialen en andere uitdagingen.
Kritisch denken
Waarom denk je dat 3D-printing belangrijk is voor de toekomst?

Slide 16 - Tekstslide

Stimuleer kritisch denken door de leerlingen te vragen waarom ze denken dat 3D-printing belangrijk is voor de toekomst. Moedig ze aan om hun antwoorden te onderbouwen met feiten en voorbeelden.
Quiz
Test je kennis over 3D-printing!

Slide 17 - Tekstslide

Maak een quiz om de kennis van de leerlingen over 3D-printing te testen. Gebruik vragen die betrekking hebben op de inhoud van de les.
Evaluatie
Wat heb je geleerd over 3D-printing?

Slide 18 - Tekstslide

Evalueer de kennis van de leerlingen door ze te vragen wat ze hebben geleerd over 3D-printing. Laat ze hun antwoorden opschrijven en bespreek ze vervolgens als klas.
Bronnen
Hier zijn enkele bronnen die je kunt gebruiken om meer te weten te komen over 3D-printing:...

Slide 19 - Tekstslide

Bied de leerlingen bronnen aan waarmee ze meer kunnen leren over 3D-printing. Dit kunnen websites, boeken of video's zijn.
Bedankt voor het meedoen!
Tot de volgende keer!

Slide 20 - Tekstslide

Bedank de leerlingen voor hun deelname aan de les en moedig ze aan om vragen te stellen als ze meer willen weten over 3D-printing.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.