LMC Voortgezet Onderwijs

5.4 Pythagoras gebruiken +herhaling hoofdstuk 5


Aanpak: is een driehoek rechthoekig?
1. Maak het werkschema van Pythagoras.
2. Zet de uitkomst van de schuine zijde apart neer!
3. Bereken de kwadraten van de 3 zijden.
4. Vul ze in in het werkschema.
5. Controleer de optelling van zijde a en b versus c. Klopt het? Dan is de driehoek rechthoekig. 
Instap. Maak de opgave in je schrift! Pak je stappenplan erbij! 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Aanpak: is een driehoek rechthoekig?
1. Maak het werkschema van Pythagoras.
2. Zet de uitkomst van de schuine zijde apart neer!
3. Bereken de kwadraten van de 3 zijden.
4. Vul ze in in het werkschema.
5. Controleer de optelling van zijde a en b versus c. Klopt het? Dan is de driehoek rechthoekig. 
Instap. Maak de opgave in je schrift! Pak je stappenplan erbij! 

Slide 1 - Tekstslide

Welkom terug!
Wat gaan we vandaag doen:

-Herhalen hoe zat het ook alweer met de omgekeerde stelling van Pythagoras? Is een driehoek rechthoekig?

- Paragraaf 5.4: stelling van Pythagoras gebruiken. 


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les weet je:
- hoe je kan onderzoeken of een driehoek rechthoekig is (herhaling)
- hoe je met het tekenen van een hulplijn de stelling van Pythagoras kunt gebruiken
- Hoe je de stelling van Pythagoras in een kubus/ balk gebruikt. 

Slide 3 - Tekstslide


Aanpak: is een driehoek rechthoekig?
1. Maak het werkschema van Pythagoras.
2. Zet een ? achter de +
3. Bereken de kwadraten van de 3 zijden.
4. Vul ze in in het werkschema.
5. Controleer de optelling. 
Instap. Maak de opgave in je schrift! Hou je stappenplan erbij. 

Slide 4 - Tekstslide


Aanpak: is een driehoek rechthoekig?
1. Maak het werkschema van Pythagoras.
2. Zet een ? achter de +
3. Bereken de kwadraten van de 3 zijden.
4. Vul ze in in het werkschema.
5. Controleer de optelling. 
Instap. Maak de opgave in je schrift! Je mag blz 26 erbij houden om te kijken hoe het moet. 

Slide 5 - Tekstslide

En, hoe is het gegaan?
A
Ik had alles goed!
B
Ik had bijna alles goed en weet nu hoe ik het de volgende x 100% goed maak.
C
Ik had het (bijna) helemaal fout

Slide 6 - Quizvraag

5.4 Pythagoras gebruiken deel 2

Slide 7 - Tekstslide

Hulplijnen

Soms moet je de stelling van Pythagoras gebruiken, maar is er geen rechthoekige driehoek. Je moet dan zelf één of meer hulplijnen tekenen. 


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Stel je voor, je wilt de lengte van het dak (dus CD) berekenen. 

Waar kan je een hulplijn tekenen om de stelling van Pythagoras te gebruiken?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Waar teken ik een hulplijn om BC te berekenen?

Slide 14 - Tekstslide

Waar teken ik een hulplijn om de hoogte van de kas te berekenen?

Slide 15 - Tekstslide

Waar teken ik een hulplijn om de hoogte van de vlieger te berekenen?

Slide 16 - Tekstslide

Diagonalen op kubus en balk
Op de balk is lijnstuk EG getekend. Lijnstuk EG is een diagonaal van het bovenvlak. Je kunt de lengte van de diagonaal EG berekenen met de stelling van Pythagoras. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De ribben van een kubus zijn 9 cm. Bereken de lengte van diagonaal BD. Rond af op 2 decimalen.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoel paragraaf 5.4

Na de les weet je:
- hoe je kan onderzoeken of een driehoek rechthoekig is 
- hulplijnen tekenen
- diagonalen in een kubus/balk berekenen
En dat allemaal om de stelling van Pythagoras te kunnen gebruiken!



Slide 22 - Tekstslide

Stel 1 vraag over de lesstof

Slide 23 - Open vraag

Nog een les voor de toetsweek
maak de diagnostische toets al voorbereiding.
Vrijdag extra oefenen!

Slide 24 - Tekstslide

extra oefenen met hulplijnen

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 52
Hoeveel meter is de hoogte van de kas?
Rond af op 2 decimalen. 
1. Hulplijn(en) tekenen
2. Werkschema invullen
3. Wortel trekken van het ? 
4. Hoogte van de kas berekenen. 
5. Vraag beantwoorden.

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 52- antwoord
Hoeveel meter is de hoogte van de kas?
Rond af op 2 decimalen.                                               
1. Hulplijn(en) tekenen  ->                                                         
2. Werkschema invullen -> 
3. Wortel trekken van het ? 

4. Hoogte van de kas berekenen.

5. Vraag beantwoorden: de hoogte van de kas is 6,04 m.
rhz[?]=8,04=2,835..
3,2+2,84=6,04m

Slide 27 - Tekstslide