Wat heb je nodig voor een goede zin? Kies er twee uit.
A
Minimaal tien woorden
B
Een komma
C
Hoofdletters en leestekens
D
Minimaal een persoonsvorm
1 / 6
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, gLeerjaar 1
In deze les zitten 6 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Wat heb je nodig voor een goede zin? Kies er twee uit.
A
Minimaal tien woorden
B
Een komma
C
Hoofdletters en leestekens
D
Minimaal een persoonsvorm
Slide 1 - Quizvraag
Maak een zin met één woord, alléén een pv.
Slide 2 - Open vraag
Maak een vraagzin met vijf woorden.
Slide 3 - Open vraag
Opdrachtje: schrijf een e-mail aan school dat je sneeuwvrij wilt voor de hele school. 1. wat wordt het onderwerp?
Slide 4 - Open vraag
Nu schrijf je de e-mail: 1. Aan wie stuur je het? 2. Bedenk twee goede argumenten waarom jullie 1 dag vrij moeten zijn. 3. Bedenk een goede afsluiting.
Slide 5 - Open vraag
Na de uitleg en oefeningen schrijf je de verbeterde versie van je mail hieronder.