Stichting Nederland wordt Beter
Stichting Nederland wordt Beter
lesplan

Lespakket Empathie VO

Wil je met dit lesplan aan de slag? Klik op de knop hieronder om een eigen kopie te maken in 'Mijn Lessen'. Vervolgens kun je de lessen aanpassen naar jouw wensen.

Beste docent/leerkracht,

 
Wat leuk dat je geïnteresseerd bent in ons lespakket over Empathie. 
We heten je van harte welkom en hopen dat jij en je leerlingen het goed maken. 

Dit lespakket bevat oefeningen, werkvormen en gedachte-experimenten, waarmee jongeren empathie gaan verkennen en kunnen koppelen aan handelingsperspectieven. Hierdoor leren ze zich te verplaatsen in anderen.

'3 Mei: Nationale Dag van Empathie’ is een jaarlijks terugkerend moment waarop de diverse samenleving samenkomt om elkaar (opnieuw) te leren kennen. Door in gesprek met elkaar te gaan blijk je jezelf vaak te herkennen in verhalen van de ander, met wie je in eerste instantie niets gemeen dacht te hebben.  

Wij wensen jou en de kinderen veel plezier en succes met ons lespakket. Samen met jullie maken wij Nederland empathischer en inclusiever, voor een gezamenlijke toekomst voor iedereen in de samenleving.

Empathische groet,
namens Stichting Nederland Wordt Beter,

Jerry Afriyie

Maker

De lessenserie is ontwikeld door Stichting Nederland Wordt Beter. Aan de lessenserie hebben meegewerkt: leerkrachten uit het basisonderwijs, lerarenopleiders, experts op het gebied van Zwarte Piet en racisme, en vrijwilligers van Stichting Nederland Wordt Beter. 

Het standpunt van Nederland Wordt Beter is dat Zwarte Piet aangepast moet worden naar een Piet zonder racistische kenmerken, zodat het Sinterklaasfeest een inclusief feest wordt voor alle bewoners van Nederland. 
Document

ACHTERGROND: WAT IS EMPATHIE?

De werkvormen in dit lespakket draaien om empathie. Empathie is een gelaagd en complex begrip, dat wij hier daarom kort toelichten. Wetenschappers maken onderscheid tussen twee soorten empathie:
  • Emotionele empathie (de emoties van iemand anders voelen).
  • Cognitieve empathie (je voelt niet de emoties van een ander, maar je kan je in het perspectief van een ander verplaatsen en op basis daarvan helpen).
Meer weten?
Meer weten over onderstaande onderwerpen, klik dan op de aanvullende informatie. 

HOE ONTWIKKELEN WE EMPATHIE?
EMPATHIE EN IDENTIFICATIE
DE RISICO’S VAN EMPATHIE
Document

over het lespakket

DOEL LESPAKKET

Wat als er een generatie komt die niet alleen empathie voelt voor haar naasten, maar voor de gehele mensheid? Dit lespakket wil daar een aanzet toe doen. Met de werkvormen in dit pakket ervaren de leerlingen hoe het voelt om (geen) empathie te voelen, onderzoeken ze de beperkingen van empathie en gaan ze vanuit nieuwsgierigheid met elkaar in gesprek over controversiële kwesties.
DOELGROEP LESPAKKET

De werkvormen in dit lespakket zijn bedoeld voor leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De werkvormen vormen een samenhangend lespakket, maar kunnen ook afzonderlijk van elkaar worden ingezet in het klaslokaal, naar behoefte en inzicht van de leraar. Hieronder wordt kort uiteengezet wat het doel is van de werkvormen en hoe ze op elkaar voortbouwen.

DE LESSEN:
  1. Zorg dragen voor elkaars verhaal. 
  2. Empathie en robots. 
  3. Onrecht en actie. 
  4. Stapje te ver? 
  5. Je inleven in ‘de andere kant’. 
  6. Middle Ground-dialoog. 

TIPS VOOR DE DOCENT

LESPLAN ALS PDF

Wil je liever het lesplan als PDF lezen of printen, dat kan!
In het lespakket dat je hiernaast kan downloaden zijn veel tips & trics opgenomen over hoe je als docent kan zorgen voor een veilige sfeer, waarin iedereen diens perspectief kan delen en waarbinnen er naar elkaar geluisterd wordt. 
Document

De werkvormen gebruiken

Dit lespakket bestaat uit zes werkvormen. Deze kunnen op elkaar volgen, maar ook afzonderlijk van elkaar worden ingezet in de les. Met deze werkvormen worden leerlingen aan het denken gezet over spannende, maatschappelijke vraagstukken. Het is dan ook belangrijk om de les goed in te leiden, waar nodig te beginnen of onderbreken met een energizer (een korte oefening om de leerlingen energiek te laten bewegen) en af te sluiten met reflectievragen.

Voor iedere werkvorm is een aparte LessonUp gemaakt. Deze zijn gekoppeld aan dit lesplan.
UITREIKING CERTIFICAAT

Na het volgen van de les(sen) krijgen alle leerlingen een print van het certificaat ‘Ik heb Empathie’ mee naar huis. Het bijgevoegde certificaat kan worden uitgeprint en aan het einde van de les aan de leerlingen worden uitgedeeld.
Document

Werkvorm 1: Zorg dragen voor elkaars verhaal

Bij empathie komt verantwoordelijkheid kijken. Denk maar aan de relatie tussen een arts en een patiënt. De arts moet meevoelen met de zorgen van de patiënt, maar moet ook zorgvuldig met dit vertrouwen omgaan. Het is de verantwoordelijkheid van de arts om zorg te dragen voor het verhaal van de patiënt, bijvoorbeeld door op een respectvolle manier over de patiënt en diens verhaal te praten met collega-artsen. In deze werkvorm oefenen leerlingen met deze verantwoordelijkheid door zorg te dragen voor een verhaal van een klasgenoot. Zij ervaren hoe belangrijk het is dat iemand jouw verhaal zorgvuldig en respectvol vertelt.

DOELEN: 
Leerlingen oefenen met empathisch luisteren en zich inleven in de ander; 
Leerlingen voelen zich samen verantwoordelijk voor een open en veilige sfeer in de klas. 

VOORWAARDEN: Alleen in een veilige klas kunnen leerlingen kwetsbaar zijn. Zorg daarom voor een veilige, open sfeer en bepaal de omgangsvormen in de les. Het helpt om de inhoud en het doel van de les vooraf aan te kondigen, zodat leerlingen zelf het belang van de veilige sfeer inzien. Zie ook: Tips voor de leraar > 1b ‘Maak samen afspraken’ of de extra informatie aan het eind van deze werkvorm. 

Duur: 45-60 minuten 
Benodigdheden: Een digibord of andere mogelijkheid om de filmpjes te bekijken.
AANPAK
  • Leid de werkvorm in met een energizer, persoonlijk verhaal of uitleg van het begrip empathie en maak afspraken over gedrag tijdens de les. 
  • Laat leerlingen het filmpje van kunstenaar Marina Abramović zien (zie kopje ‘Extra’). In 2010 zat zij acht uur per dag in een museum en nodigde vreemden uit om tegenover haar te zitten om in stilte in elkaars ogen te kijken. Op een dag kwam haar ex-partner tegenover haar zitten… Vraag leerlingen wat zij zien gebeuren. Waarom is het zo spannend en kwetsbaar om elkaar in de ogen te kijken?
  • Verdeel de leerlingen in duo’s.
  • De leerlingen stellen een aantal inleidende vragen aan elkaar, die oplopen in mate van kwetsbaarheid. Leerlingen komen zo geleidelijk uit hun comfortzone en leren elkaar vertrouwen.
  1. Wanneer heb je voor het laatst de slappe lach gehad? 
  2. Wat is je gelukkigste herinnering? 
  3. Met wie zou je samen op een onbewoond eiland willen leven? 
  4. Wanneer moest je voor het laatst huilen? 
  5. Heb je je wel eens eenzaam gevoeld? 
  • Optioneel: Vraag de leerlingen elkaar twee minuten lang in stilte in de ogen te kijken. Lang oogcontact voelt heel ongemakkelijk (er zal veel gelach klinken) maar het is een krachtige manier om je kwetsbaar op te stellen en empathie voor elkaar te voelen. 
  • Vertel leerlingen dat ze elkaars verhaal gaan vertellen, dus dat ze goed op moeten letten. Laat leerlingen elkaar de vraag stellen: Wil je me iets vertellen over jezelf dat ik nog niet weet? Ze mogen wat steekwoorden opschrijven en vervolgvragen stellen. Geef ze in totaal tien minuten.
  • De leerlingen vertellen het verhaal van hun partner op een empathische en respectvolle manier. Afhankelijk van de hoe veilig de sfeer in de klas is, kun je kiezen om dit onderdeel in groepjes van zes leerlingen te doen (minder veilige klas), of plenair (heel veilige klas).
  • Bedank iedereen voor de eerlijkheid en kwetsbaarheid. Laat als docent zien dat je beschikbaar bent wanneer leerlingen willen napraten.
VARIANTEN
  1. Leerlingen schrijven twee brieven aan elkaar: één waarin ze hun verhaal met de ander delen en één waarin ze reageren op het verhaal van de ander; 
  2. Leerlingen maken samen een kunstwerk/lied/gedicht waarin ze (de emoties van) beide verhalen verwerken; 
  3. Leerlingen zoeken een bestaand kunstwerk/lied/gedicht dat past bij hun verhaal.
EXTRA

Kunstenares Marina Abramović kijkt in de ogen van vreemdelingen. Totdat een oude geliefde tegenover haar plaatsneemt… 
Kijk ook hier.
Is liefde een kwestie van de juiste vragen stellen, luisteren en meeleven? 36 vragen die tot liefde zouden leiden vind je hier.

 N.B. De filmpjes kunnen ook in de les getoond worden als verdieping of inspiratie.

Werkvorm: EMPATHIE EN ROBOTS

Wanneer ga je iemand troosten? Als je ziet dat diegene zenuwachtig of verdrietig is. En wanneer sla je een sussende toon aan? Als je het vuur uit de ogen van degene tegenover je ziet spuwen! Het herkennen van emoties is de eerste stap naar het voelen van empathie en empathisch reageren. Mensen kunnen dat vaak heel goed, maar zijn ze daarin alleen? Kunnen we robots zo programmeren dat ze empathisch reageren? En hoe moet een robot eruit zien om onze empathie te krijgen?

DOELEN
  • Leerlingen kunnen uitleggen wat de link is tussen emoties en empathie;
  • Leerlingen gaan een empathische robot ontwerpen;
  • Leerlingen gaan in gesprek over (de grenzen van) empathie.
Duur: 45 minuten
Benodigdheden: Digiboard 18
AANPAK
  • Leid de werkvorm in met een energizer, persoonlijk verhaal of uitleg van het begrip empathie (zie: ‘De werkvormen gebruiken’). 
  • Opwarmer: mensen zijn over het algemeen goed in het herkennen van emoties. Er zijn zes basisemoties. Kunnen leerlingen er een paar noemen? 
a) Laat onderstaand plaatje zien op het digiboard en vraag leerlingen of zij de zes emoties herkennen. Een alternatief is dat je de emoties noemt en leerlingen deze koppelen aan het juiste plaatje. De zes emoties zijn: vreugde, verdriet, angst, afschuw, verbazing en woede. (bron)
b) Vraag aan leerlingen hoe zij reageren op deze emoties. Wat doen of zeggen ze als een vriend

  • Mensen kunnen meestal emoties van elkaar herkennen en daar goed op reageren. Maar kunnen andere wezens dat ook? Laat dit filmpje zien en stel de volgende vragen aan je leerlingen: 
a) Wat maakte Phi een goede zorgrobot? 
b) Wat kon Phi allemaal? 
c) Zou Lydia Phi net zo lief hebben gevonden als Phi er zo had uitgezien? 

  • Zet leerlingen in groepjes van drie of vier. Vertel ze het volgende: “Stel je een bejaardentehuis voor. Er wonen veel oudere mensen die zin hebben in gezelligheid, maar hun kinderen en kleinkinderen zijn erg druk. Om de bejaarde mensen gezelschap te houden gaan jullie een Empathische Robot ontwerpen. Jullie mogen daarbij zowel schetsen als schrijven.” Geef elk groepje een groot vel papier en stiften. Toon deze vragen op het smartboard om de groepjes op weg te helpen.
a) Hoe moet een Empathische Robot eruitzien? 
b) Wat moet een Empathische Robot allemaal kunnen? 

  • Laat de groepjes kort hun robot presenteren of laat de groepjes langs elkaars tafels lopen om de andere Empathische Robots te zien. Verzamel klassikaal de inzichten van de groepjes. Een empathische robot is.../moet het volgende kunnen…. 
  • Sluit af door deze vragen te bespreken met leerlingen: 
a) Kan een robot echt empathisch zijn of kunnen alleen mensen dat? 
b) Kun je voor alles en iedereen empathie voelen? Waarom (niet)?

Werkvorm: Onrecht en actie

Hoe voelt het als je ziet dat andere mensen oneerlijk behandeld worden en hoe wil je dat mensen reageren als je zelf oneerlijk behandeld wordt? Hoe kun je gevoelens van empathie omzetten naar een concrete actie? Met deze spannende vragen gaan leerlingen aan de slag tijdens deze werkvorm.

DOELEN
  • Leerlingen voelen hoe empathie voelt door een situatie van onrecht te observeren of zelf te ervaren én hoe het voelt als je hoopt dat de ander empathie met je heeft;
  • Leerlingen zetten empathie voor anderen om in concrete actie. 
VOORWAARDEN: 

Zelf voelen hoe het is om onrechtvaardig behandeld te worden, is niet voor alle klassen geschikt. Alleen als het een veilige en verbonden klas is, kun je variant 2 (hieronder uiteengezet) uitproberen. Als je twijfels hebt over je eigen rol, over hoe je klas of bepaalde leerlingen hierop reageren, raden wij aan om variant 1 te doen. 

Duur: 45 minuten 
Benodigdheden: Digiboard
Variant 1
  • Leid de werkvorm in met een energizer, persoonlijk verhaal of uitleg van het begrip empathie (zie: ‘De werkvormen gebruiken’).
  • Laat je klas kennismaken met het bekende ‘Bruine ogen, blauwe ogen’-experiment. Gebruik bijvoorbeeld deze documentaire. Deze documentaire is vrij lang, maar als je tussen minuut 15.30 en 30.52 laat zien, krijgen de leerlingen een goede indruk van het experiment en hoe mensen daarop reageren. Je kunt het experiment ook navertellen aan je klas en ze tussendoor vragen stellen. Zie het kopje ‘Achtergrond’ voor een korte samenvatting van het experiment. 
  • Stel de volgende vragen aan je klas: Wat zagen jullie gebeuren? Wat deed de juf en hoe reageerden de leerlingen? Hoe zou je zelf reageren? Heb je zelf weleens zoiets meegemaakt? Maak aantekeningen op het bord van de woorden die leerlingen noemen (bijvoorbeeld: oneerlijk, zielig, privilege, etc.). Herkennen leerlingen hoe het voelt om voorgetrokken of achtergesteld te worden? 
  • Leg uit wat het begrip empathie hiermee te maken heeft. Voelden de leerlingen empathie voor de achtergestelde groep uit het filmpje? Hoe kun je je empathie voor anderen omzetten naar actie? (Bijvoorbeeld: troosten, je solidair opstellen, protest aantekenen, etc.) 
  • Laat leerlingen in duo’s een voorbeeld noemen van een moment waarop zij empathie voelden voor iemand. Wie was het? Waarom? Hoe voelde het? Wat deden ze met dat gevoel van empathie? Probeer met de klas te achterhalen of er gemeenschappelijke elementen in alle verhalen zitten. 
  • Neem de tijd om met leerlingen te reflecteren, zie voor tips ‘De werkvormen gebruiken’.
Variant 2
  • Creëer als leraar een situatie van ongelijkheid. Zorg er bijvoorbeeld voor dat maar de helft van de leerlingen een stoel heeft om op te zitten of dat de helft van de leerlingen langer pauze heeft.
  • Geef je klas de kans om hierop te reageren. Tekenen leerlingen protest aan? Proberen ze een patroon of logica te ontdekken? Hoe reageren de leerlingen die benadeeld of voortgetrokken worden?
  • Stel de benadeelde leerlingen gerust door de stoelen te pakken of door ze te beloven dat zij de volgende les langer pauze mogen houden. 
  • Als de gemoederen zijn bedaard, kun je vragen stellen aan je klas. Wat is hier net gebeurd? Hoe voelden de benadeelde leerlingen zich? Hoe voelden de bevoorrechte leerlingen zich? Ongemakkelijk, of was het wel fijn? Maak aantekeningen op het bord van de woorden die leerlingen noemen (bijvoorbeeld oneerlijk, zielig, privilege, etc.)
  • Koppel de ervaringen van de leerlingen aan het bekende ‘Bruine ogen, blauwe ogen’-experiment. Gebruik bijvoorbeeld deze documentaire. Deze documentaire is vrij lang, maar als je tussen minuut 15.30 en 30.52 laat zien, krijgen de leerlingen een goede indruk van het experiment en hoe mensen daarop reageren. 
Je kunt het experiment ook navertellen aan je klas en ze tussendoor vragen stellen. Zie het kopje "Achtergrond' voor een korte samenvatting van het experiment.

  • Leg uit hoe de ervaringen van de klas zich verhouden tot het begrip empathie. Waarschijnlijk voelde een deel van de leerlingen empathie en hoopte een ander deel dat zij op empathie van de anderen konden rekenen. Voelden ze empathie voor de achtergestelde groep uit het filmpje? Hoe zouden zij empathie uitleggen? Hoe kun je jouw empathie voor anderen omzetten naar een concrete actie? (Bijvoorbeeld: troosten, je solidair opstellen, protest aantekenen). 
  • Laat leerlingen in duo’s een voorbeeld noemen van een moment waarop zij empathie voelden voor een ander of voor zichzelf. Wie was het? Waarom? Hoe voelde het? Wat deden ze met het gevoel van empathie? Probeer met de klas te achterhalen of er gemeenschappelijke elementen in alle verhalen zitten. 
  • Neem de tijd om met leerlingen te reflecteren, zie voor tips: 08 ‘De werkvormen gebruiken’. 
  • Je kunt deze werkvorm eventueel nog een keer doen, maar dan de groepen wisselen, zodat elke leerling beide kanten heeft ervaren. Mocht je de groepen willen wisselen, doe dat dan vóór stap 4 van de werkvorm. 
TIPS
  • Als je gaat voor variant 2: zorg dat de situatie van onrecht gelijk duidelijk is en zet dit als leraar dik aan. Blijf in je rol!
  • Als je gaat voor variant 2: wees alert op de band met de leerlingen die in eerste instantie overgeslagen zijn - misschien dat leerlingen hiervan geschrokken zijn. Benadruk dat je hier geen vervelende bedoelingen mee hebt en dat het slechts om een experiment gaat.
  • Wees niet normatief in de manier waarop leerlingen reageren op de situatie, vermijd conclusies als ‘jij reageerde met empathie, goed gedaan’. Laat leerlingen zelf conclusies trekken door ze openhartig te bevragen. Benadruk hierbij welke handelingsmogelijkheden de leerlingen hebben als zij getuige zijn van onrecht en empathie voelen voor de benadeelden. Ze kunnen bijvoorbeeld protesteren, anderen troosten of zich solidair tonen.
ACHTERGROND

Wat gebeurde er bij het ‘Blauwe ogen, bruine ogen’-experiment? In 1968 splitst een Amerikaanse lerares, Jane Elliot, haar witte basisschoolklas in tweeën: leerlingen met blauwe en leerlingen met bruine ogen. 

Ze trekt de leerlingen met bruine ogen voor door ze complimenten en privileges te geven. Deze bruinogige leerlingen mogen bijvoorbeeld langer buitenspelen. Ondertussen worden de leerlingen met blauwe ogen gekleineerd en kort gehouden. Al snel zie je hoe de bruinogige leerlingen hun positie als natuurlijk gaan beschouwen. Ze gedragen zich gemeen tegen hun klasgenoten met blauwe ogen, die hun achtergestelde positie snel internaliseren. Op deze manier wilde Elliot haar klas laten nadenken over racisme, privileges en ongelijke behandeling. 

Dit experiment is daarna nog vaak nagedaan, bijvoorbeeld door BNN met ‘Het grote racisme-experiment’.

Werkvorm: Stapje te ver?

Leerlingen reageren actief op casussen met plottwists en gaan daarover met elkaar in gesprek. Ze ervaren dat empathie niet alleen gaat over iemand zielig vinden, maar ook over je kunnen inleven in iemands gedachten en beslissingen, zelfs als je deze niet goedkeurt.

DOELEN
  • Leerlingen gaan aan de hand van casussen open en nieuwsgierig met elkaar in gesprek;
  • Leerlingen oefenen met zich inleven in anderen;
  • Leerlingen krijgen inzicht in waar zij empathie voor voelen en waar zij een grens trekken.
Duur: 30 minuten 
Benodigdheden: Casussen op het digiboard en een rood en groen papiertje voor elke leerling.
AANPAK
  • Leid de werkvorm in met een energizer, persoonlijk verhaal of uitleg van het begrip empathie (zie ‘De werkvormen gebruiken’).
  • Laat de casussen onderdeel voor onderdeel zien in de PowerPoint. Bij elke stelling vraag je de leerlingen om een grote stap naar voren te doen wanneer het antwoord ‘ja’ is en een stap naar achteren als het antwoord ‘nee’ is. Vraag een paar leerlingen om hun antwoord toe te lichten. Laat leerlingen ook op elkaar reageren, maar hou het tempo erin.
  • Is het lokaal te klein? Deel een rood en een groen papiertje uit aan elke leerling. Leg uit dat ze straks gaan reageren op een aantal verhalen, die steeds eindigen met een vraag. Als ze ‘ja’ antwoorden op die vraag, steken ze het groene papiertje op, bij ‘nee’ het rode. Vraag steeds enkele leerlingen om hun antwoord toe te lichten. Laat leerlingen ook op elkaar reageren, maar hou het tempo erin.
  • Stel de volgende reflectievragen:
  1. Wanneer kon jij je (niet) verplaatsen in iemand in een van de verhalen?
  2. Hoe kwam dat?
  3. Heb je een eigen voorbeeld van iemand met wie je geen medelijden had of voor wie je geen begrip had?Wat hebben deze verhalen te maken met empathie?
OPTIONELE OPDRACHT:

Laat leerlingen een brief schrijven aan Milan, Lise of Farhan, waarin ze vertellen wat hun verhaal met ze deed en wat voor advies de leerlingen ze zouden geven.

CASUS 1: MILAN
1. Milan krijgt ruzie met een klasgenoot. Zijn klasgenoot zegt iets gemeens en Milan wordt boos. Hij slaat en schopt om zich heen. Hij moet zich melden bij de directeur van de school. Leef je mee met Milan?
2. Als hij met de directeur praat, vertelt Milan over wat hij vroeger heeft meegemaakt. Zijn vader was vroeger vaak agressief en kon dan heel hard schreeuwen en dingen kapot maken. Snap je waarom Milan zo boos wordt?
3. Milan moet huilen en zegt dat hij veel spijt heeft. Toch stuurt de directeur hem van school. Snap je waarom de directeur die beslissing maakt?

CASUS 2: LISE
1. Lise wordt gepest in de klas. Niemand wil naast haar zitten en via Whatsapp verspreiden haar klasgenoten roddels over haar. Vind je het zielig voor Lise?
2. Een groepje meisjes is boos op Lise en wil haar niet vergeven, omdat zij een geheim van een van hen heeft doorverteld. Snap je de meisjes?
3. Lise heeft sorry gezegd, maar de meisjes blijven haar pesten omdat ze een donkere huidskleur heeft. Vind je dit terecht?

CASUS 3: FARHAN
1. De opa van Farhan heeft kanker. Hij heeft veel pijn en ligt in het ziekenhuis. Waarschijnlijk heeft hij niet veel langer te leven. Heb je empathie voor Farhan?
2. De opa van Farhan is ziek omdat hij vijftig jaar lang veel heeft gerookt. Zijn familie heeft hem heel vaak gevraagd te stoppen, maar hij bleef roken. Kun jij je voorstellen dat hij niet stopte met roken?
3. Ook nu de opa van Farhan ziek is kan hij niet stoppen met roken en glipt hij af en toe naar buiten om een sigaret te roken. Farhan wordt dan boos op zijn opa. Snap je waarom Farhan boos wordt?

Werkvorm: Je inleven in 'De andere kant'

Een beeld zegt meer dan duizend woorden… Maar foto’s kunnen ook voor verdeeldheid zorgen; zeker op sociale media gaat het vaak hard tegen hard. In deze werkvorm gaan leerlingen aan de hand van controversiële nieuwsfoto’s en de commentaren daarop verkennen hoe hetzelfde beeld heel uiteenlopende reacties kan oproepen. Ook oefenen ze met zich inleven in heel andere perspectieven.

DOELEN:
Leerlingen gaan in gesprek over controversiële nieuwsfoto’s;
Leerlingen leven zich in in gepolariseerde comments op deze nieuwsfoto’s.

Duur: 45 minuten
Benodigdheden: Digiboard voor de foto’s
  • Leid de werkvorm in met een energizer, persoonlijk verhaal of uitleg van het begrip empathie (zie ‘De werkvormen gebruiken’).
  • Inleiding:
a) Toon onderstaande foto en vraag leerlingen om hun eerste reactie op te schrijven in één woord. Koppel een aantal antwoorden terug, laat leerlingen hun hand opsteken als hun woord hetzelfde was of er sterk op lijkt.

b) Vertel kort over de foto: deze foto is genomen tijdens een studentenprotest in 1989 op het Tiananmenplein (China) tegen de Chinese overheid. Je ziet een jonge man die weigert voor de oprukkende tanks weg te gaan. Sterker nog: elke keer dat de tank uitwijkt, gaat de man er weer voor staan. Op deze manier dwingt hij de tanks om tot stilstand te komen. Hij wordt ook wel ‘Tank Man’ genoemd.

  • Zet de leerlingen in groepjes van vier en geef elk groepje een placemat met daarop vier vragen.
a) Welke emotie roept deze foto bij je op?
b) Waar denk je dat de foto over gaat?
c) Welke vragen heb je over deze foto?
d) Wat voor comments op social media verwacht je op deze foto

  • Toon een van de controversiële foto’s (zie PowerPoint) op het digiboard en geef de leerlingen steeds één minuut om antwoord te geven op de vraag voor hun neus. Na één minuut draait de placemat een kwartslag en gaan leerlingen de volgende vraag beantwoorden.
  • Geef elk groepje een paar minuten om verschillen en overeenkomsten in hun antwoorden te bespreken. Koppel een aantal antwoorden klassikaal terug.
  • Toon op het digiboard twee voorbeelden van online comments op de controversiële foto die ze net hebben besproken en vraag leerlingen:
a) Wat vind je van deze comment? Hoe voel je je erbij?
b) Kun jij je voorstellen waarom mensen dit schrijven?
OPTIONEEL
  • Wijs de helft van de groepjes comment A toe en de andere helft van de groepjes comment B. Laat de groepjes in vijf minuten samen brainstormen welke argumenten, ervaringen of ideeën de schrijver van deze comment zou kunnen hebben.
  • Laat groepjes van comment A en comment B hun antwoorden met elkaar uitwisselen.
  • Neem de tijd om met leerlingen te reflecteren, zie voor tips hierboven bij ‘De werkvormen gebruiken’.

WERKVORM: MIDDLE GROUND- DIALOOG

Deze dialoogwerkvorm is gebaseerd op de YouTube-serie the Middle Ground. Hierin gaan mensen met elkaar in gesprek over polariserende kwesties, zoals abortus of de doodstraf. De voor- en tegenstanders staan in eerste instantie lijnrecht tegenover elkaar en worden uitgenodigd om op vervolgstellingen te reageren. Als zij het eens zijn met de stelling, gaan ze met elkaar in een kring hierover in gesprek. Omdat deze stellingen het onderwerp breder trekken, blijkt al snel dat de voor- en tegenstanders meer met elkaar gemeen hebben dan ze in eerste instantie denken.

DOELEN:
  • Leerlingen zoeken naar overeenkomsten (middle ground) in gesprekken over controversiële kwesties;
  • Leerlingen oefenen met het voeren van een dialoog en daarbij nieuwsgierig en open luisteren en vragen stellen.

Duur: 45 minuten
Benodigdheden: stellingen op digiboard, kring van acht stoelen midden in de klas.
AANPAK
  • Leid de werkvorm in met een energizer, persoonlijk verhaal of uitleg van het begrip empathie (zie: ‘De werkvormen gebruiken’).
  • Geef de leerlingen vooraf een aantal richtlijnen. Dialoog betekent dat iedereen namens zichzelf spreekt en dat het doel niet is om anderen te overtuigen. Benadruk dat we verschillende meningen hebben en dat dat oké is, en dat het vooral waardevol is veel vragen te stellen aan klasgenoten die anders denken.
  • Toon de introductiestelling op het digiboard en vraag je leerlingen of ze het eens of oneens zijn met deze stelling. Laat de voor- en tegenstanders aan verschillende kanten van het klaslokaal staan.
  • Vraag leerlingen van de verschillende groepen waarom zij daar zijn gaan staan en laat leerlingen op elkaar reageren.
  • Lees vervolgens een voor een de vervolgstellingen voor en toon deze op het digiboard. Leerlingen die het eens zijn met de vervolgstelling kunnen plaatsnemen in de kring; de andere leerlingen blijven staan. Waarschijnlijk gaan er zowel leerlingen die voor, als leerlingen die tegen de introductiestelling waren in de kring zitten.
  • Stimuleer de leerlingen die in de kring zitten om met elkaar in dialoog te gaan: Waar dachten ze aan toen ze de stelling hoorden? Waarom zijn ze hier gaan zitten? Laat de leerlingen de stellingen toepassen op hun eigen leven en op het onderwerp dat ter dialoog staat. Houd maximaal drie minuten aan per kringdialoog. De andere leerlingen luisteren en mogen eventueel vragen stellen.
  • Als alle vervolgstellingen zijn besproken, kun je weer terug naar de introductiestelling. Vraag de leerlingen of ze andere meningen of perspectieven hebben gehoord en of dat hun eigen mening heeft veranderd. Waar konden voor- en tegenstanders van de stellingen het met elkaar eens worden? Wat hebben ze zelf geleerd?
STELLINGEN

Zwarte Piet of niet
Introductiestelling: Zwarte Piet hoort niet bij het Sinterklaasfeest.

a) Ik heb me wel eens buitengesloten gevoeld.
b) Als iets of iemand mij pijn doet, wil ik dat die persoon daar onmiddellijk mee stopt.
c) Sinterklaas hoort voor iedereen gezellig te zijn.
d) Iedereen mag meebeslissen over de invulling van het Sinterklaasfeest.
e) We moeten met de tijd meegaan.

Alle kleuren van de regenboog
Introductiestelling: LHBTI’ers zijn niet veilig in Nederland.

a) Iedereen mag in Nederland zichzelf zijn.
b) Als LHBTI’er word je minder makkelijk geaccepteerd dan als hetero.
c) Ik wil zelf bepalen met wie ik later samen wil zijn.
d) Elke vorm van liefde is beter dan haat.

Is de politie je beste vriend?
Introductiestelling: Politieagenten behandelen iedereen gelijk.

a) Mensen hebben wel eens vooroordelen over mij.
b) Ik ben er wel eens achtergekomen dat vooroordelen die ik had niet klopten.
c) Veiligheid is het allerbelangrijkst.
d) Je moet er altijd van uitgaan dat mensen goede bedoelingen hebben.
TIPS
  • Zorg dat verschillende leerlingen in het midden plaatsnemen bij elke stelling. Moedig daarbij ook stillere of introverte leerlingen aan om hun ideeën te delen.
  • Vraag leerlingen welke onderwerpen ze nog meer zouden willen bespreken en bedenk hier stellingen voor. Goede richtlijnen hierbij: formuleer een persoonlijke stelling (‘Ik heb me wel eens buitengesloten gevoeld’), een maatschappelijke stelling (‘We moeten meer naar de stem van minderheden luisteren’) en een algemene stelling die op veel toe te passen is (‘We moeten met de tijd meegaan’).

CONTACT

Heb je vragen, opmerkingen of tips naar aanleiding van dit lespakket? Neem gerust contact op met Nederland Wordt Beter door te mailen naar educatie@nederlandwordtbeter.nl.