Inleiding
Van 1914 tot 1918 woedde in Europa een ‘Groote Oorlog’ die later de Eerste Wereldoorlog is genoemd. In deze Eerste Wereldoorlog stonden de ‘centralen’ tegenover de ‘geallieerden’. De centralen waren Duitsland, Oostenrijk en Turkije. De ‘geallieerden’ waren Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland. De Nederlandse regering vond dat Nederland neutraal moest blijven bij een oorlog in Europa. Neutraal zijn betekent dat je geen partij kiest en dus ook niet mee vecht. Maar in ons land merkte je maar al te goed dat het om ons heen oorlog was. Grote aantallen Belgische vluchtelingen moesten in tentenkampen worden opgevangen. De werkloosheid groeide, want handelen met het buitenland was moeilijk geworden. Bovendien werden veel schepen die goederen vervoerden met torpedo’s tot zinken gebracht. Er werd dan ook volop gesmokkeld!
Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links.
Opdracht en voorbereiding
-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).
-Introduceer de Eerste Wereldoorlog.
-Volg de les, bekijk de video's en lees de teksten klassikaal.
-Laat de leerlingen de quizvragen beantwoorden en bespreek deze samen.
-Bespreek en evalueer de les met de leerlingen.