11 lesplannen Geschiedenis middelbare school vmbo lwoo leerjaar 1
Op zoek naar interactief lesmateriaal Geschiedenis voor de middelbare school vmbo lwoo leerjaar 1? Bekijk hier de online lesplannen Geschiedenis van Nederlands Openluchtmuseum
Lesplan met 1 les
Schrijven op een wasplankje
Canonvenster Karel de GroteVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kunnen leerlingen een verband leggen tussen Karel de Grote en het middeleeuwse karolingische schrift. Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de begrippen: Karel de Grote, karolingische minuskel, wasplankje.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun eigen handtekening op een wasplankje ontwerpen, wat overeenkomt met de wijze waarop Karel de Grote dit ooit deed. Schrijven op een wasplankje Karel de Grote wilde eenheid in zijn grote rijk: één geloof, één munt en ook één handschrift. Zo kon iedereen hetzelfde lezen en begrijpen. Die nieuwe schrijfletter moest natuurlijk wel geoefend worden. Dat kon je goed doen op een wasplankje. InleidingLang niet iedereen leerde schrijven in de tijd van Karel de Grote. Er waren geen scholen. Alleen in kloosters of aan het hof werd (aan jongens) schrijfles gegeven. Bij dit nieuwe schrift werden voor het eerst hoofdletters en spaties tussen de woorden gebruikt. Dat maakte het lezen een stuk gemakkelijker. Maar het leren schrijven was nog steeds een hele klus. Er was nog geen papier, perkament en inkt waren te kostbaar om te verspillen. Je kon de letters oefenen met een stokje in het zand. Ook gebruikte men een wasplankje. In de was kon je de letters krassen en daarna weer uitvegen om opnieuw te beginnen. Een handige uitvinding van de Romeinen die ook in de tijd van Karel de Grote nog veel gebruikt wordt. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht gaan de leerlingen aan de slag met het schrijven op een wasplankje. Ze voelen hoe lastig het is om met een houten staafje mooie letters te maken in de was. Ze oefenen letters van het schrift van Karel de Grote en maken zijn handtekening na. Ook maken ze hun eigen ‘Karolingische’ handtekening. Voor deze opdracht zijn wasplankjes nodig. Deze zijn hier kant en klaar te koop. Je kunt ze ook met de leerlingen zelf maken. De les wordt dan natuurlijk wel een stuk langer. Zie hiervoor het werkblad wasplankjes maken, bekijk dit werkblad voor de uitleg. Ook staat er een materialenlijst met wat je allemaal nodig hebt. Bijenwas ervoor is hier te bestellen. -Bestel of maak wasplankjes en schrijfstiftjes.-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de digibordslides zien in de klas; een museumdocent legt hierin met een filmpje iets uit over Karel de Grote, zijn schrift en het wasplankje. -Ga met de kinderen aan de slag. LinksCanon van Nederland - Karel de GroteWasplankjes bestellenBijenwas bestellen
Lesplan met 1 les
Watersnood! Wat neem jij mee?
Canonvenster de watersnoodBasisonderwijs groep 5-8 LesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met de gebeurtenis en de gevolgen van de watersnoodramp.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een vertaalslag maken naar de huidige dreiging van het water door te onderzoeken of ze in een risicogebied wonen en te bedenken welke eigendommen van belang zijn tijdens evacuatie. Watersnood! Wat neem jij mee? In februari 1953 breken de dijken en grote delen van zuidwest-Nederland lopen onder water. Een ramp! Wat neem jij mee als jouw straat opeens vol water zou staan? Inleiding De Deltawerken zijn over de hele wereld bekend. Ze zijn gebouwd om een rampnacht als in 1953 te voorkomen. In Zeeland begaven de dijken het toen onder de druk van een grote storm. 1836 mensen kwamen om, tienduizenden raakten dakloos. “Dit nooit weer,” was de reactie in Nederland. En er is daarna heel veel geïnvesteerd in nieuwe dijken en ingenieuze bouwwerken om Nederland te beschermen tegen het water. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Onze dijken beschermen ons nu tegen een overstroming en hoewel de kans gelukkig klein is, kan het natuurlijk een keer misgaan.. In deze opdracht ontdekken leerlingen hoe hoog het water bij jullie in de klas zou komen als de dijken vandaag zouden breken. Misschien ligt jullie klas wel gunstig en houden jullie droge voeten. Maar misschien staat het wel tot het plafond! En wat zou jij in dat geval meenemen? Wat is belangrijk? Je tablet? Je teddybeer..? Kinderen leven zich in die moeilijke nacht van toen in en praten over hun bezittingen en hun gevoelens. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Bekijk de les en video.-Bekijk met de leerlingen deze website en kijk hoe hoog het water bij jullie komt. Als bij jullie het water niet hoog komt, stel je dan voor dat je klas in bijvoorbeeld Den Haag ligt. -Hang een briefje op de muur hoe hoog het water in de klas zou komen. Meet het samen met de leerlingen uit. -Laat de leerlingen individueel een lijstje maken met maximaal vijf dingen die zij mee zouden willen nemen als het water in hun straat opeens hoog zou staan. Doe deze opdracht ook als het water in de klas niet hoog zou staan. Het gaat om het inleven in de geschiedenis. -Laat vijf kinderen hun lijstje voorlezen in de klas. Staan er dingen op die overeenkomen met andere kinderen? Of staan er juist hele andere dingen op? Waarom zijn juist deze dingen belangrijk voor deze leerlingen? -Discussieer erover in de klas. LinksCanon van Nederland - De watersnoodOverstroomik?
Lesplan met 1 les
Bouwen
Themales bouwenVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kunnen de leerlingen beredeneren hoe de materiaalkeuze van een woning ontstaat, door voorbeelden in de les te bekijken en door de materiaalkeuze van hun school te onderzoeken.Bouwen Waar is jouw school van gebouwd? Als je naar de geschiedenis kijkt, ontdek je dat mensen met heel veel verschillende materialen huizen hebben gemaakt. Van baksteen, leem, met een riet dak of dakpannen... Waar is jullie school eigenlijk van gemaakt? En waarom juist daarvan? Inleiding De mens bouwt. De belangrijkste reden voor een mens om te bouwen is om beschutting te hebben. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor bijvoorbeeld dieren, karren en in latere tijd machines. Deze beschutting is vooral nodig tegen het weer. Mensen bouwen van alles: schuren, stallen, fabrieken, maar vooral huizen. Hier wonen mensen immers in. In een huis vinden mensen niet alleen beschutting tegen het weer maar ook tegen gevaar; in een huis loop je minder kans overvallen te worden door dieven dan in de openlucht. Mensen vinden bovendien warmte in een huis. Wanneer je een vuurtje aanlegt in huis of de verwarming aanzet, blijft de warmte langer hangen tussen de muren en het dak, dan in de openlucht. Mensen bouwen huizen in de stad en op het platteland. De huizen op het platteland zijn over het algemeen groter dan die in de stad. Dit komt doordat er op het platteland meer ruimte is om een huis te bouwen. In een stad wonen immers meer mensen dichter op elkaar, dus moeten de huizen daar kleiner worden gebouwd. Je huis neem je vaak voor lief. Maar waar je woont bepaalt ook vaak hoé je woont. In warme landen zijn de huizen anders dan in koude, want tegen de kou heb je een andere soort bescherming nodig. Ook bouwden mensen vroeger vaak met materialen uit de buurt. Woonde je bij een bos, dan gebruikte je veel hout. Woonde je in gebieden waar veel leem in de grond zat, dan bouwde je daarmee. Leerlingen ontdekken dat het gebruik van materialen en bouwtechnieken voor huizen afhankelijk was, en in vele delen van de wereld nog is, van verschillende factoren: geografische factoren (bijv. grondsoort, klimaat); aanwezigheid van bouwmaterialen ter plaatse; sociaal-economische omstandigheden van de eigenaar van het huis. Opbouw opdracht en voorbereiding De leerlingen beseffen met deze opdracht dat mensen huizen bouwen en dat ze bepaalde redenen hebben voor het gebruik van specifieke bouwmaterialen. Ook ontdekken ze waar de school van gemaakt is. Ze denken na over waarom de school juist hiervan gemaakt is. -Print het werkblad materialen in mijn school uit – voor alle leerlingen. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer kort het onderwerp ‘bouwen’. -Laat de eerste slides van de digibordmodule zien met het filmpje van de museumdocent en de opdracht. -Geef de leerlingen het werkblad materialen in mijn school. -Laat de leerlingen de hele school doorlopen en alle materialen opschrijven die ze zien. -Vul samen met de leerlingen de checklist in die in de digibordmodule staat. Welke materialen worden gebruikt in jullie school? -Discussieer: waarom denk je dat deze materialen zijn gebruikt? Extra verdiepingsopdracht Voor voortgezet onderwijs: laat de leerlingen kijken hoe de bakstenen muur van school is opgebouwd. Zie hier baksteenformaten en gebruik het werkblad steensverbanden in bakstenen muur.LinksBaksteenformaten
Lesplan met 1 les
Het Wilhelmus
Canonvenster Willem van OranjeVoortget onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de oorsprong van het Wilhelmus en kunnen zij hierdoor een verband leggen tussen het Wilhelmus en Willem van Oranje.Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de volgende begrippen en personen: Willem van Oranje, het Wilhelmus, de geuzen.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun mening vormen en hun gevoel uiten over het gebruik van volksliederen. Het Wilhelmus Het Wilhelmus is het Nederlandse volkslied. Het is een loflied over Willem van Oranje. Hij leidde in de 16e eeuw de Nederlandse Opstand tegen de Spanjaarden. Het lied wordt nu heel plechtig gespeeld en gezongen. Maar in het begin klonk het heel anders. Inleiding Het Wilhelmus werd voor het eerst gezongen door de geuzen. De melodie was overgenomen van een bestaande Franse soldatenmars. Het werd een lied dat de geuzen lekker konden zingen bij het marcheren. Alleen al het deuntje was voldoende om Spaanse troepen op stang te jagen. Het strijdlied gaf moed en eeuwenlang is men het blijven zingen. In 1932 maakte koningin Wilhelmina het Wilhelmus tot nationaal volkslied. Meer over dit onderwerp: zie onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten onder andere raden wat het oorspronkelijke tempo van het Wilhelmus was. Verder denken ze na over de betekenis van het volkslied. Aan het einde van de les zingen de leerlingen allemaal mee met de Wilhelmus-karaoke. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer het Wilhelmus-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na. -Zing mee met de Wilhelmus-karaoke en bespreek de gevoelens die dat oproept.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeTekst Wilhelmus
Lesplan met 1 les
Bouwen
Themales bouwenBasisonderwijs groep 6-8 LesdoelenAan het eind van de les kunnen de leerlingen beredeneren hoe de materiaalkeuze van een woning ontstaat, door voorbeelden in de les te bekijken en door de materiaalkeuze van hun school te onderzoeken.Bouwen Waar is jouw school van gebouwd? Als je naar de geschiedenis kijkt, ontdek je dat mensen met heel veel verschillende materialen huizen hebben gemaakt. Van baksteen, leem, met een riet dak of dakpannen... Waar is jullie school eigenlijk van gemaakt? En waarom juist daarvan? Inleiding De mens bouwt. De belangrijkste reden voor een mens om te bouwen is om beschutting te hebben. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor bijvoorbeeld dieren, karren en in latere tijd machines. Deze beschutting is vooral nodig tegen het weer. Mensen bouwen van alles: schuren, stallen, fabrieken, maar vooral huizen. Hier wonen mensen immers in. In een huis vinden mensen niet alleen beschutting tegen het weer maar ook tegen gevaar; in een huis loop je minder kans overvallen te worden door dieven dan in de openlucht. Mensen vinden bovendien warmte in een huis. Wanneer je een vuurtje aanlegt in huis of de verwarming aanzet, blijft de warmte langer hangen tussen de muren en het dak, dan in de openlucht. Mensen bouwen huizen in de stad en op het platteland. De huizen op het platteland zijn over het algemeen groter dan die in de stad. Dit komt doordat er op het platteland meer ruimte is om een huis te bouwen. In een stad wonen immers meer mensen dichter op elkaar, dus moeten de huizen daar kleiner worden gebouwd. Je huis neem je vaak voor lief. Maar waar je woont bepaalt ook vaak hoé je woont. In warme landen zijn de huizen anders dan in koude, want tegen de kou heb je een andere soort bescherming nodig. Ook bouwden mensen vroeger vaak met materialen uit de buurt. Woonde je bij een bos, dan gebruikte je veel hout. Woonde je in gebieden waar veel leem in de grond zat, dan bouwde je daarmee. Leerlingen ontdekken dat het gebruik van materialen en bouwtechnieken voor huizen afhankelijk was, en in vele delen van de wereld nog is, van verschillende factoren: geografische factoren (bijv. grondsoort, klimaat); aanwezigheid van bouwmaterialen ter plaatse; sociaal-economische omstandigheden van de eigenaar van het huis. Opbouw opdracht en voorbereiding De leerlingen beseffen met deze opdracht dat mensen huizen bouwen en dat ze bepaalde redenen hebben voor het gebruik van specifieke bouwmaterialen. Ook ontdekken ze waar de school van gemaakt is. Ze denken na over waarom de school juist hiervan gemaakt is. -Print het werkblad materialen in mijn school uit – voor alle leerlingen. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer kort het onderwerp ‘bouwen’. -Laat de eerste slides van de digibordmodule zien met het filmpje van de museumdocent en de opdracht. -Geef de leerlingen het werkblad materialen in mijn school. -Laat de leerlingen de hele school doorlopen en alle materialen opschrijven die ze zien. -Vul samen met de leerlingen de checklist in die in de digibordmodule staat. Welke materialen worden gebruikt in jullie school? -Discussieer: waarom denk je dat deze materialen zijn gebruikt? Extra verdiepingsopdracht Voor voortgezet onderwijs: laat de leerlingen kijken hoe de bakstenen muur van school is opgebouwd. Zie hier baksteenformaten en gebruik het werkblad steensverbanden in bakstenen muur.LinksBaksteenformaten
Lesplan met 1 les
Yes! Je eigen gedenkbord
Themales gedenkbordenBasisonderwijs groep 6-8 LesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de functie en betekenis van gedenkborden.Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een gedenkbord ontwerpen met de aspecten die hierbij belangrijk zijn: een bijzondere gebeurtenis, een passende afbeelding, een datum of jaartal. Yes! Je eigen gedenkbord Om belangrijke gebeurtenissen uit onze geschiedenis te herdenken of te vieren, zoals de Eerste Spoorlijn, maakten mensen vroeger gedenk- en vierborden. Maak je eigen gedenkbord voor iets belangrijks uit jouw geschiedenis (of die van de school). Inleiding De Canon van Nederland bevat vijftig belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederland. Om zulke belangrijke gebeurtenissen te herdenken of vieren maakten mensen vroeger vaak gedenk- en vierborden. Deze zetten of hangen mensen dan op een mooi plekje in huis als herinnering aan die belangrijke gebeurtenis. De collectie van het Nederlands Openluchtmuseum heeft heel veel van deze borden. Bijvoorbeeld van de kroning van Koning Willem I, de eerste Nederlandse Koning. Of van de eerste spoorlijn in 1839, de Watersnood van 1953 of over Willem van Oranje. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht bekijken de leerlingen een aantal gedenkborden en ontdekken ze meer dit over deze belangrijke gebeurtenis uit onze geschiedenis. Daarna gaan ze aan de slag met het maken van een eigen gedenkbord van een belangrijke gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis (of die van de school). Voorbereiding Om een echt bord te maken, koop je witte borden en porseleinverf, bijvoorbeeld bij Pipoos. Je kunt natuurlijk ook werken met een rond papier en gewone plakkaatverf. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop). -Leg alle materialen klaar in de klas. -Vertel de leerlingen over gedenk borden. -Laat de leerlingen de digibordmodule zien. Hierin zien ze voorbeelden van gedenkborden. -Laat de leerlingen zelf een gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis bedenken die ze willen herdenken of vieren. Je kunt er natuurlijk ook eentje voorschrijven. -Vul het werkblad in over deze gebeurtenis (gebruik het werkblad gedenkbord). -Ga aan de slag met de verf, papier en/of borden en maak mooie gedenk- en vierborden over alle onderwerpen die de leerlingen bedacht hebben. -Hang ze op in de klas en laat de leerlingen rondlopen en vragen stellen aan elkaar over hun gebeurtenis.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeCanon van Nederland - Koning Willem ICanon van Nederland - De eerste spoorlijnCanon van Nederland - De watersnoodVind meer gedenkborden in de museumcollectieBestel porseleinverf
Lesplan met 1 les
Watersnood! Wat neem jij mee?
Canonvenster de watersnoodVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met de gebeurtenis en de gevolgen van de watersnoodramp. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een vertaalslag maken naar de huidige dreiging van het water door te onderzoeken of ze in een risicogebied wonen en te bedenken welke eigendommen van belang zijn tijdens evacuatie. Watersnood! Wat neem jij mee? In februari 1953 breken de dijken en grote delen van zuidwest-Nederland lopen onder water. Een ramp! Wat neem jij mee als jouw straat opeens vol water zou staan? Inleiding De Deltawerken zijn over de hele wereld bekend. Ze zijn gebouwd om een rampnacht als in 1953 te voorkomen. In Zeeland begaven de dijken het toen onder de druk van een grote storm. 1836 mensen kwamen om, tienduizenden raakten dakloos. “Dit nooit weer,” was de reactie in Nederland. En er is daarna heel veel geïnvesteerd in nieuwe dijken en ingenieuze bouwwerken om Nederland te beschermen tegen het water. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Onze dijken beschermen ons nu tegen een overstroming en hoewel de kans gelukkig klein is, kan het natuurlijk een keer misgaan.. In deze opdracht ontdekken leerlingen hoe hoog het water bij jullie in de klas zou komen als de dijken vandaag zouden breken. Misschien ligt jullie klas wel gunstig en houden jullie droge voeten. Maar misschien staat het wel tot het plafond! En wat zou jij in dat geval meenemen? Wat is belangrijk? Je tablet? Je teddybeer..? Kinderen leven zich in die moeilijke nacht van toen in en praten over hun bezittingen en hun gevoelens. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Bekijk de les en video.-Bekijk met de leerlingen deze website en kijk hoe hoog het water bij jullie komt. Als bij jullie het water niet hoog komt, stel je dan voor dat je klas in bijvoorbeeld Den Haag ligt. -Hang een briefje op de muur hoe hoog het water in de klas zou komen. Meet het samen met de leerlingen uit. -Laat de leerlingen individueel een lijstje maken met maximaal vijf dingen die zij mee zouden willen nemen als het water in hun straat opeens hoog zou staan. Doe deze opdracht ook als het water in de klas niet hoog zou staan. Het gaat om het inleven in de geschiedenis. -Laat vijf kinderen hun lijstje voorlezen in de klas. Staan er dingen op die overeenkomen met andere kinderen? Of staan er juist hele andere dingen op? Waarom zijn juist deze dingen belangrijk voor deze leerlingen? -Discussieer erover in de klas. LinksCanon van Nederland - De watersnoodOverstroomik?
Lesplan met 1 les
Schrijven op een wasplankje
Canonvenster Karel de GroteBasisonderwijs groep 6-8 LesdoelenAan het eind van de les kunnen leerlingen een verband leggen tussen Karel de Grote en het middeleeuwse karolingische schrift. Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de begrippen: Karel de Grote, karolingische minuskel, wasplankje.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun eigen handtekening op een wasplankje ontwerpen, wat overeenkomt met de wijze waarop Karel de Grote dit ooit deed. Schrijven op een wasplankjeKarel de Grote wilde eenheid in zijn grote rijk: één geloof, één munt en ook één handschrift. Zo kon iedereen hetzelfde lezen en begrijpen. Die nieuwe schrijfletter moest natuurlijk wel geoefend worden. Dat kon je goed doen op een wasplankje. InleidingLang niet iedereen leerde schrijven in de tijd van Karel de Grote. Er waren geen scholen. Alleen in kloosters of aan het hof werd (aan jongens) schrijfles gegeven. Bij dit nieuwe schrift werden voor het eerst hoofdletters en spaties tussen de woorden gebruikt. Dat maakte het lezen een stuk gemakkelijker. Maar het leren schrijven was nog steeds een hele klus. Er was nog geen papier, perkament en inkt waren te kostbaar om te verspillen. Je kon de letters oefenen met een stokje in het zand. Ook gebruikte men een wasplankje. In de was kon je de letters krassen en daarna weer uitvegen om opnieuw te beginnen. Een handige uitvinding van de Romeinen die ook in de tijd van Karel de Grote nog veel gebruikt wordt. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht gaan de leerlingen aan de slag met het schrijven op een wasplankje. Ze voelen hoe lastig het is om met een houten staafje mooie letters te maken in de was. Ze oefenen letters van het schrift van Karel de Grote en maken zijn handtekening na. Ook maken ze hun eigen ‘Karolingische’ handtekening. Voor deze opdracht zijn wasplankjes nodig. Deze zijn hier kant en klaar te koop. Je kunt ze ook met de leerlingen zelf maken. De les wordt dan natuurlijk wel een stuk langer. Zie hiervoor het werkblad wasplankjes maken, bekijk dit werkblad voor de uitleg. Ook staat er een materialenlijst met wat je allemaal nodig hebt. Bijenwas ervoor is hier te bestellen. -Bestel of maak wasplankjes en schrijfstiftjes.-Zet alle benodigdheden klaar in de klas.-Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de digibordslides zien in de klas; een museumdocent legt hierin met een filmpje iets uit over Karel de Grote, zijn schrift en het wasplankje. -Ga met de kinderen aan de slag. LinksCanon van Nederland - Karel de GroteWasplankjes bestellenBijenwas bestellen
Lesplan met 1 les
Yes! Je eigen gedenkbord
Themales gedenkbordenVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de functie en betekenis van gedenkborden. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een gedenkbord ontwerpen met de aspecten die hierbij belangrijk zijn: een bijzondere gebeurtenis, een passende afbeelding, een datum of jaartal. Yes! Je eigen gedenkbord Om belangrijke gebeurtenissen uit onze geschiedenis te herdenken of te vieren, zoals de Eerste Spoorlijn, maakten mensen vroeger gedenk- en vierborden. Maak je eigen gedenkbord voor iets belangrijks uit jouw geschiedenis (of die van de school). Inleiding De Canon van Nederland bevat vijftig belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederland. Om zulke belangrijke gebeurtenissen te herdenken of vieren maakten mensen vroeger vaak gedenk- en vierborden. Deze zetten of hangen mensen dan op een mooi plekje in huis als herinnering aan die belangrijke gebeurtenis. De collectie van het Nederlands Openluchtmuseum heeft heel veel van deze borden. Bijvoorbeeld van de kroning van Koning Willem I, de eerste Nederlandse Koning. Of van de eerste spoorlijn in 1839, de Watersnood van 1953 of over Willem van Oranje. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding In deze opdracht bekijken de leerlingen een aantal gedenkborden en ontdekken ze meer dit over deze belangrijke gebeurtenis uit onze geschiedenis. Daarna gaan ze aan de slag met het maken van een eigen gedenkbord van een belangrijke gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis (of die van de school). Voorbereiding Om een echt bord te maken, koop je witte borden en porseleinverf, bijvoorbeeld bij Pipoos. Je kunt natuurlijk ook werken met een rond papier en gewone plakkaatverf. -Leg alle materialen klaar in de klas. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Laat de leerlingen de digibordmodule zien. Hierin zien ze voorbeelden van gedenkborden. -Laat de leerlingen zelf een gebeurtenis uit hun eigen geschiedenis bedenken die ze willen herdenken of vieren. Je kunt er natuurlijk ook eentje voorschrijven. -Vul het werkblad in over deze gebeurtenis (gebruik het werkblad gedenkbord). -Ga aan de slag met de verf, papier en/of borden en maak mooie gedenk- en vierborden over alle onderwerpen die de leerlingen bedacht hebben. -Hang ze op in de klas en laat de leerlingen rondlopen en vragen stellen aan elkaar over hun gebeurtenis.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeCanon van Nederland - Koning Willem ICanon van Nederland - De eerste spoorlijnCanon van Nederland - De watersnoodVind meer gedenkborden in de museumcollectieBestel porseleinverf
Lesplan met 1 les
Het Wilhelmus
Canonvenster Willem van OranjeBasisonderwijs groep 7,8 LesdoelenAan het eind van de les kennen de leerlingen de oorsprong van het Wilhelmus en kunnen zij hierdoor een verband leggen tussen het Wilhelmus en Willem van Oranje.Aan het eind van de les kennen de leerlingen de betekenis van de volgende begrippen en personen: Willem van Oranje, het Wilhelmus, de geuzen.Aan het eind van de les kunnen leerlingen hun mening vormen en hun gevoel uiten over het gebruik van volksliederen. Het Wilhelmus Het Wilhelmus is het Nederlandse volkslied. Het is een loflied over Willem van Oranje. Hij leidde in de 16e eeuw de Nederlandse Opstand tegen de Spanjaarden. Het lied wordt nu heel plechtig gespeeld en gezongen. Maar in het begin klonk het heel anders. Inleiding Het Wilhelmus werd voor het eerst gezongen door de geuzen. De melodie was overgenomen van een bestaande Franse soldatenmars. Het werd een lied dat de geuzen lekker konden zingen bij het marcheren. Alleen al het deuntje was voldoende om Spaanse troepen op stang te jagen. Het strijdlied gaf moed en eeuwenlang is men het blijven zingen. In 1932 maakte koningin Wilhelmina het Wilhelmus tot nationaal volkslied. Meer over dit onderwerp: zie onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Deze les is geschikt voor thuisonderwijs of voor in de klas. De leerlingen moeten onder andere raden wat het oorspronkelijke tempo van het Wilhelmus was. Verder denken ze na over de betekenis van het volkslied. Aan het einde van de les zingen de leerlingen allemaal mee met de Wilhelmus-karaoke. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Introduceer het Wilhelmus-Volg de les op het digibord. -Bespreek de quiz-onderdelen zo nodig na. -Zing mee met de Wilhelmus-karaoke en bespreek de gevoelens die dat oproept.LinksCanon van Nederland - Willem van OranjeTekst Wilhelmus
Lesplan met 1 les
Watersnood! Wat neem jij mee?
Canonvenster De WatersnoodVoortgezet onderwijs onderbouwLesdoelenAan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met de gebeurtenis en de gevolgen van de watersnoodramp. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen een vertaalslag maken naar de huidige dreiging van het water door te onderzoeken of ze in een risicogebied wonen en te bedenken welke eigendommen van belang zijn tijdens evacuatie. Watersnood! Wat neem jij mee? In februari 1953 breken de dijken en grote delen van zuidwest-Nederland lopen onder water. Een ramp! Wat neem jij mee als jouw straat opeens vol water zou staan? Inleiding De Deltawerken zijn over de hele wereld bekend. Ze zijn gebouwd om een rampnacht als in 1953 te voorkomen. In Zeeland begaven de dijken het toen onder de druk van een grote storm. 1836 mensen kwamen om, tienduizenden raakten dakloos. “Dit nooit weer,” was de reactie in Nederland. En er is daarna heel veel geïnvesteerd in nieuwe dijken en ingenieuze bouwwerken om Nederland te beschermen tegen het water. Meer over dit onderwerp: zie de onderstaande links. Opbouw opdracht en voorbereiding Onze dijken beschermen ons nu tegen een overstroming en hoewel de kans gelukkig klein is, kan het natuurlijk een keer misgaan.. In deze opdracht ontdekken leerlingen hoe hoog het water bij jullie in de klas zou komen als de dijken vandaag zouden breken. Misschien ligt jullie klas wel gunstig en houden jullie droge voeten. Maar misschien staat het wel tot het plafond! En wat zou jij in dat geval meenemen? Wat is belangrijk? Je tablet? Je teddybeer..? Kinderen leven zich in die moeilijke nacht van toen in en praten over hun bezittingen en hun gevoelens. -Zorg voor pen en papier of voorzie elke leerling van een device (mobiel,tablet,laptop).-Bekijk de les en video.-Bekijk met de leerlingen deze website en kijk hoe hoog het water bij jullie komt. Als bij jullie het water niet hoog komt, stel je dan voor dat je klas in bijvoorbeeld Den Haag ligt. -Hang een briefje op de muur hoe hoog het water in de klas zou komen. Meet het samen met de leerlingen uit. -Laat de leerlingen individueel een lijstje maken met maximaal vijf dingen die zij mee zouden willen nemen als het water in hun straat opeens hoog zou staan. Doe deze opdracht ook als het water in de klas niet hoog zou staan. Het gaat om het inleven in de geschiedenis. -Laat vijf kinderen hun lijstje voorlezen in de klas. Staan er dingen op die overeenkomen met andere kinderen? Of staan er juist hele andere dingen op? Waarom zijn juist deze dingen belangrijk voor deze leerlingen? -Discussieer erover in de klas. LinksCanon van Nederland - De watersnoodOverstroomik?