,
NTC DEF@ctO nl E.E
Ontdek Nederland(s) met DEF@ctO

groep 4 | werkwoordspelling | enkelvoud, meervoud

Nieuw logo
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsWerkwoordspelling+2BasisschoolGroep 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Introductie

Doel: ik weet dat een werkwoord verandert als ik er meer van maak en andersom.

Instructies

De leerlingen maken deze les kennis met woorden in enkelvoud en meervoud. Waaraan zien ze dat een zin in enkelvoud staat? Wat moet je doen om een woord in het meervoud te zetten? Dat ga je behandelen in deze les.

Aanbod
De les start met uitleg over werkwoorden in het enkelvoud en meervoud. Dit wordt stap voor stap uitgelegd. Daarna kan je klassikaal oefenen met verschillende meerkeuzevragen. Individueel spelen de leerlingen het spel op Wordwall.
Zing samen mee met de liedjeskast met het lied over enkelvoud en meervoud.

De les sluit af met reflecteren over het doel.

Onderdelen in deze les

Nieuw logo

Slide 1 - Tekstslide

Bezoek ook eens onze website
Werkwoordspelling

Doel: ik weet dat een werkwoord verandert als ik er meer van maak en andersom.

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek het lesdoel van deze les met de leerlingen. Wat gaan ze oefenen/leren deze les?
Zinnen in het enkelvoud. Wat is enkelvoud?

Slide 3 - Tekstslide

Stel de vraag wat is enkelvoud en  check welke leerlingen al weten wat enkelvoud betekent. 
Daarna leg je (indien nodig) zelf uit wat enkelvoud is: enkel is 1, er is er maar 1 van bijvoorbeeld 1 kat, 1 boek, 1 zus, 1 huis.

Deze zin staat in het enkelvoud.
Ik bak lekkere koekjes.

Slide 4 - Tekstslide

Deze zin staat in het enkelvoud, vraag de leerlingen waar ze dat aan zien. 
En ook deze zin staat in het enkelvoud
Ik snap er niks van.

Slide 5 - Tekstslide

Deze zin staat in het enkelvoud, vraag de leerlingen waar ze dat aan zien.
Je kan ook een zin in het meervoud zetten. 

Slide 6 - Tekstslide

Vraag de leerlingen wat dat betekent. Wat doe je om een zin in het meervoud te zetten?
kijk maar .......
Ik bak lekkere koekjes.
Wij bakken lekkere koekjes.

Slide 7 - Tekstslide

Deze zinnen zijn van enkelvoud in meervoud gezet. Waar zie je dat aan? Met welke woorden is iets gebeurd?
kijk maar .......
Ik snap er niks van.
Wij snappen er niks van.

Slide 8 - Tekstslide

Deze zinnen zijn van enkelvoud in meervoud gezet. Waar zie je dat aan? Met welke woorden is iets gebeurd?
Snap jij het wel?
Snappen jullie het wel?
Laat maar zien!

Slide 9 - Tekstslide

Vraag of de leerlingen nog vragen hebben, of snappen ze het allemaal? Laat 1 van de leerlingen het dan nogmaals verwoorden.

Is de zin enkelvoud of meervoud? 
De hond loopt aan de lijn.
A
enkelvoud (één)
B
meervoud (meer)

Slide 10 - Quizvraag

Antwoord A: enkelvoud (één). 


Is de zin enkelvoud of meervoud?
De jongen fietst naar school.
A
enkelvoud (één)
B
meervoud (meer)

Slide 11 - Quizvraag

Antwoord A: enkelvoud (één).

Is de zin enkelvoud of meervoud?
De geiten eten gras.
A
enkelvoud (één)
B
meervoud (meer)

Slide 12 - Quizvraag

Antwoord B: meervoud (meer).

Is de zin enkelvoud of meervoud?
De man springt in het water.
A
enkelvoud (één)
B
meervoud (meer)

Slide 13 - Quizvraag

Antwoord A: enkelvoud (één).

Is de zin enkelvoud of meervoud?
De bloemen staan in een vaas.
A
enkelvoud (één)
B
meervoud (meer)

Slide 14 - Quizvraag

Antwoord B: meervoud (meer).
Staat de zin in het enkelvoud of meervoud? 
Klik hier en speel het spel!

Slide 15 - Tekstslide

Laat de leerlingen zelfstandig dit spel spelen op Wordwall.
Ze lezen onderaan het scherm een zin en dan moeten ze door het pacman veld naar het juiste vak lopen: enkelvoud of meervoud. 





Verander de zin: maak van meervoud enkelvoud.
De boeken liggen in de kast.

Slide 16 - Open vraag

Nu kan je checken of de leerlingen door hebben wat enkelvoud en meervoud is. Ze gaan namelijk de zin veranderen van meervoud naar enkelvoud:
het boek ligt in de kast.

Verander de zin: maak van meervoud enkelvoud. 
De eenden zwemmen in de vijver.

Slide 17 - Open vraag

Nu kan je checken of de leerlingen door hebben wat enkelvoud en meervoud is. Ze gaan namelijk de zin veranderen van meervoud naar enkelvoud:
de eend zwemt in de vijver.
Liedjeskast dia
Zing mee met de liedjeskast!

Slide 18 - Tekstslide

Zing mee met de liedjeskast.
Ga aan de slag met de werkbladen.

Slide 19 - Tekstslide

Deel nu de werkbladen uit. Let op: het werkblad met de aanduiding 'start' linksboven in de hoek, is voor de volgende les om te checken of iedereen de lesstof van deze les beheerst.

Heb je de werkbladen nog niet in je bezit? Je kan de werkbladen per fase bestellen. Mail ons: info@defact-o.nl 
Reflecteren

Slide 20 - Tekstslide

Laat de leerlingen antwoord geven op de reflectievragen.
Je kan dit mondeling doen, maar je kan er ook voor kiezen om dit te laten invullen op het reflectieblad dat als bijlage is toegevoegd. Dit blad kan daarna ook opgenomen worden in de portfoliomap.

Heb ik het doel van deze les behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Laat de leerlingen zichzelf inscoren, vinden zij dat ze het lesdoel behaald hebben? Je kan aan de hand van de scores een kort evaluatiegesprek voeren in de klas.
Tot de volgende keer
Deze les is gemaakt door DEF@ctO. Op de vermelde bronnen na, alle rechten voorbehouden aan team DEF@ctO.




Slide 22 - Tekstslide

Bezoek onze website: