Strijken, blazen en trommelen!

• Muziek
• Basisschool
• Groep 3,4

Introductie

Leerlingen ontdekken dat je op drie manieren geluid uit een instrument kunt halen: blazen, strijken en slaan. Ze maken kennis met de dwarsfluit, cello en pauken. En ze dansen mee met een koperensemble.

Instructies

Bespreek met de leerlingen welke muziekinstrumenten ze al kennen. Sleep de muziekinstrumenten naar de juiste groep (strijkinstrumenten, blaasinstrumenten en slagwerk) door te kijken hoe je er geluid uit haalt (strijken, blazen en slaan). Daarna gaan we zelf instrumenten bespelen (mime) en meedansen met de koperblazers van Phion.

Strijken, blazen en trommelen

Tip!

_{Klik op het notitie-icoontje rechtsonder de volgende slides voor een korte lesuitleg.}

Toelichting slide 2

Vraag de leerlingen om zoveel mogelijk muziekinstrumenten te benoemen (Dat kunnen ook instrumenten zijn die niet op het plaatje staan). 

Vraag: Zijn er leerlingen met familieleden/kennissen die een instrument bespelen? Of spelen ze zelf al een instrument?

Zie je een instrument dat je bekend voorkomt? Weet je ook hoe het instrument heet? Klik maar eens op een van de muzieknootjes. Het plaatje van het instrument verschijnt dan vanzelf.

Toelichting slide 3

Klik op de ster. Lees zelf de tekst voor of laat een van de leerlingen de tekst voorlezen.

Van links naar rechts:

Boven: hobo - pauken - klarinet - trombone - contrabas

Onder: viool - altviool - cello

Op welke manieren kun je muziek maken op een instrument?

Kun je een paar muziekinstrumenten noemen?

blazen

strijken

slaan

Toelichting slide 4

Sleep het juiste woord naar de afbeelding. Kunnen leerlingen instrumenten noemen waarop je moet blazen, strijken of slaan?

Toelichting slide 5

Voer een klassengesprek: op welke manieren kan je geluid uit een instrument krijgen? Door te strijken, bijvoorbeeld op een viool, te blazen, bijvoorbeeld op een trompet of te slaan, bijvoorbeeld op een drumstel.

Sleep het juiste instrument naar de afbeelding. Kunnen leerlingen nog meer instrumenten noemen waarop je moet blazen, strijken of slaan?

Van links naar rechts:

trompet (blazen), trommel (slaan), blokfluit (blazen), cello (strijken) en djembé (slaan)

Toelichting slide 6

Kijk met de leerlingen naar het filmpje over de dwarsfluit.

Kunnen de leerlingen benoemen hoe je geluid krijgt uit de dwarsfluit? (door te blazen)

Vraag de leerlingen waarom de fluit een dwarsfluit heet (omdat je de fluit dwars bespeelt)

00:03-00:10

Dit is de dwarsfluit

00:12-00:22

Kijk goed hoe je op de dwarsfluit speelt

Toelichting slide 9

Kijk met de leerlingen naar het filmpje over de altviool.

Kunnen de leerlingen benoemen hoe je geluid krijgt uit de altviool? (door te strijken met een strijkstok)

Weetje: de altviool lijkt erg op de viool. De altviool is iets groter en klinkt daarom wat lager.

00:02-00:09

Dit is de Altviool

00:20-00:30

Moet je strijken, blazen of slaan op de altviool?

Toelichting slide 12

Bekijk met de leerlingen het filmpje over de Pauken. In dit filmpje zie je drie pauken. Heb je gehoord dat je daarop heel zacht kunt spelen en heel hard?

Bekijk de video nog eens. Kunnen de leerlingen laten zien hoe je pauken speelt op je eigen tafel? 

00:02-00:09

Dit zijn Pauken

00:12-00:19

Hoeveel pauken zie je?

Dwarsfluit

Altviool

Pauken

Toelichting slide 15

Weten de leerlingen nog hoe de instrumenten in de voorgaande drie filmpjes heten?

Kunnen de leerlingen ook benoemen en/of uitbeelden hoe je dit instrumenten moet bespelen?

Sleep klassikaal het blauwe tekstvak naar het juiste plaatje.

C

G

D

A

Toelichting slide 16

Laat de leerlingen kennismaken met de klank van de cello (strijkinstrument) door op de verschillende snaren te klikken. Je kan de snaren ook tegelijk aanklikken waardoor er een samenklank ontstaat.

Welke snaar klinkt het laagst? (C) en welke het hoogst? (A)

De namen van de snaren staan naast het geluidsfragment vermeld.

Toelichting slide 17

Laat de leerlingen kennismaken met de klarinet (blaasinstrument). Klik op het geluidsfragment om de klarinet te laten klinken.

Toelichting slide 18

Laat de leerlingen kennismaken met de hoorn (blaasinstrument). Luister goed hoe de hoorn klinkt.

Weetje: Hoe lang denk je dat de hoorn is als je hem helemaal uitrolt? Wel bijna 5 meter! Dat is ongeveer 5 schooltafels lang!

Toelichting slide 19

Kunnen de leerlingen de geluidsfragmenten ook naar het juiste instrument slepen?

1 = Hoorn (links)

2 = Klarinet (midden)

3 = Viool (rechts)

Kunnen de leerlingen ook vertellen hoe je dit instrument moet bespelen? (strijken, blazen of slaan)

Afsluiting

Afsluiting

Toelichting slide 20

Bespreek met de leerlingen of ze nog weten welke drie manieren je geluid kunt maken met een instrument (blazen, strijken en slaan). 

• Welke nieuwe instrumenten hebben ze leren kennen? 
• Welk instrument vonden ze het mooist? 
• Zouden ze zelf ook een instrument willen spelen?