Quadraam
Ruimte voor talent

Les 4.3

Programma 
  • Terugblik vorige les
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 6.3
  • 10 minuten in stilte aan het werk
  • Aan het werk (keuze) 
  • Bespreken vraag van de week
  • Afronding van deze les 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma 
  • Terugblik vorige les
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 6.3
  • 10 minuten in stilte aan het werk
  • Aan het werk (keuze) 
  • Bespreken vraag van de week
  • Afronding van deze les 

Slide 1 - Tekstslide

individuele goederen (bijvoorbeeld kleding of netflix)
semicollectief goed (quasi-collectief goed). Bijvoorbeeld treinvervoer of de aanvraag van een paspoort.
een collectief goed. Bijvoorbeeld een dijk, de politie of een bankje in het park.
wordt geproduceerd door de markt.
Een goed door de overheid geproduceerd, het is uitsluitbaar en je kan er een prijskaartje aan hangen. 
Door de overheid geproduceerd goed, het is niet uitsluitbaar en er hangt geen prijskaartje aan. 

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les 
  • Je weet het verschil tussen individueel belang en collectief belang.
  • Je kunt uitleggen hoe de collectieve sector is georganiseerd. 
  • Je kunt uitleggen wat externe effecten zijn.
  • Je kunt voorbeelden benoemen van positieve en negatieve externe effecten

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende soorten belangen
individueel belang
voorop stellen van je eigen belang. 
vaak niet de optimale uitkomst.
collectief belang
optimale uitkomst
komt tot stand door samen te werken en afspraken 

Slide 5 - Tekstslide

de publieke sector
de collectieve sector 
de overheid
verantwoordelijk voor produceren collectieve goederen en diensten

particuliere sector
burgers en bedrijven 

Slide 6 - Tekstslide

in welke sector zitten de leraren?
A
de publieke sector
B
de collectieve sector
C
geen bepaalde sector
D
de particuliere sector

Slide 7 - Quizvraag

externe effecten
externe effecten
onbedoelde gevolgen van de productie

Slide 8 - Tekstslide

negatieve externe effecten.
negatief extern effect
een onbedoeld gevolg van productie en deze valt negatief uit.

Slide 9 - Tekstslide

positieve externe effecten.
postief extern effect
een onbedoeld gevolg van de productie en deze valt positief uit.

Slide 10 - Tekstslide

wat kan de overheid doen tegen externe effecten?
subsidies
de overheid kan een geldbedrag geven voor het gebruik van producten, die milieuvervuiling tegengaan 
verbod
ze kunnen een verbod instellen, zoals het rookverbod 

Slide 11 - Tekstslide

Noem nu zelf een positief extern effect van de sluiting van de middelbare scholen
in verband met Corona.

Slide 12 - Open vraag

Noem nu zelf een positief extern effect van de sluiting van de middelbare scholen
in verband met Corona.

Slide 13 - Open vraag

Aan het werk 


De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 

Verplicht maken: 18 t/m 25 (H6).

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Keuzewerk


Iedereen begint met het maken van vraag 20. Daarna kun je  aan de slag met de volgende keuzes: 

  • Huiswerk maken: 18 t/m 25 (H6). 
  • Maken eigen samenvatting 
  • Eigen keuze: in overleg met Tobias 
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Nabespreken vraag 20 

Slide 16 - Tekstslide

Afronding van deze les 
  • Je weet het verschil tussen individueel belang en collectief belang.
  • Je kunt uitleggen hoe de collectieve sector is georganiseerd. 
  • Je kunt uitleggen wat externe effecten zijn.
  • Je kunt voorbeelden benoemen van positieve en negatieve externe effecten

Slide 17 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 18 - Tekstslide