Quadraam
Ruimte voor talent

MCAWIS lj 3h dt 1 les 2

Vandaag
Verbanden herkennen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Verbanden herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Lineair verband
Lineair verband:  gelijke toename of afname.
Formule: 
a = hellingsgetal of richtingscoëfficiënt
       hoeveel er bijkomt of afgaat.
b = startgetal
       waar de grafiek door de y-as heen gaat.
Wanneer b = 0, dan gaat het lineaire verband door de oorsprong.
y=ax+b

Slide 2 - Tekstslide

Lineair verband
Tabel:
Startgetal bij x = 0 (onder het getal 0).
Hellingsgetal: toename of afname onderin de tabel bij één stap.

Slide 3 - Tekstslide

Lineair verband
Grafiek:
Hellingsgetal: toename of afname 
per stap

Toename: positief getal
Afname: negatief getal
Startgetal: waarde op de y-as

verschil.xasverschil.yas

Slide 4 - Tekstslide

Omgekeerd evenredig
Formule:

Er zijn drie formules die horen bij omgekeerd evenredig:


           de constante
xy=c
y=xc
x=yc
c=

Slide 5 - Tekstslide

Omgekeerd evenredig
Tabel:
De tabel van een omgekeerd evenredig verband herken je doordat de bovenste waarde x de onderste waarde steeds dezelfde uitkomst heeft.
xy=60
c=60
de constante is 60

Slide 6 - Tekstslide

Omgekeerd evenredig
Grafiek:

Slide 7 - Tekstslide

      Hyperbolen

Slide 8 - Tekstslide

Hyperbolen

Slide 9 - Tekstslide

Machtsformules
Formule:
In de formule staat bij de letter een derde macht.
bijvoorbeeld: y = 2x3 + 5x

Slide 10 - Tekstslide

Machtsformules
Tabel:
Waarden kunnen zich herhalen, maar tegenovergesteld.
Bijvoorbeeld: y = x3

Slide 11 - Tekstslide

Machtsformules
Grafiek

Let op! 
Ook bij derdemachtsformules
moet je negatieve getallen tussen
haakjes zetten in de formule!!

Slide 12 - Tekstslide

Wortelformule
De standaardformule is:  
Bij wortelformules kun je niet altijd alle waarden invullen:

Er mag geen negatieve waarde onder de wortel komen, dus je kunt voor x alleen getallen hoger dan -3 invullen.
y=x
y=2(x+3)

Slide 13 - Tekstslide

Wortelformule
Tabel:
De tabel herken je door de kommagetallen die er in voorkomen. 
Getallen die niet in de formule gebruikt kunnen worden, geven we aan met een streepje.
Bijv. y = √(x - 1)

Slide 14 - Tekstslide

Wortelformule
Grafiek:

Slide 15 - Tekstslide

Kwadratisch verband
Kwadratisch verband: formules met een kwadraat bij de letter.
Formule: 
In de formule kan er een waarde voor de        staan en kunnen er andere getallen  voorkomen.

een positief getal voor          dan is het een dalparabool  
een negatief getal voor         dan is het een bergparabool
y=x2
x2
x2
x2

Slide 16 - Tekstslide

Kwadratisch verband
Tabel:
In de tabel kun je zien dat antwoorden twee keer voor kunnen komen. 

Negatieve waarden voor x in de tabel, zet je in de formule tussen haakjes.

Slide 17 - Tekstslide

Kwadratisch verband
Grafiek:
De vorm van de grafiek is een 
parabool.
Het hoogste en/of laagste punt 
noem je de top, die zit altijd
precies in het midden.

Slide 18 - Tekstslide