3.4 Invloed op de markt!

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

4 KADER

3.4 Hoe sterk sta je op de markt?

Herhaling lesdoelen 3.3

• Hoe bereken je de verkoopprijs?
• Hoe bereken je de consumentenprijs?
• Wat zijn de kosten en opbrengsten van productie voor de samenleving?

Lesdoelen 3.4

• Wat is een markt?
• Hoe proberen bedrijven hun marktaandeel te vergroten?
• Hoe beïnvloeden bedrijven de markt?

Waar denk jij aan bij 'vraag en aanbod'?

Aan de slag!

Kader:

Lezen:  blauwe teksten (blz. 86) 

Maken: Kader: Opdr. 40

(blz. 86)

Klaar? 

K: doe even wat voor jezelf

Vraag en aanbod

Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.

Aan de slag!

Kader:

Lezen:  blauwe teksten (blz. 86) 

Maken: Kader: Opdr. 41

(blz. 86)

Klaar? 

K: doe even wat voor jezelf

Hoe beïnvloed de overheid de markt?

Nadeel vrije markt: 

evenwichtsprijs is voor sommige mensen te hoog

Overheid kan bescherming geven tegen hoge prijzen:

• maximumprijs instellen
  
• subsidies of toeslagen geven aan mensen met lage inkomens
  

Of beschermen tegen lage prijzen:

• minimumprijs verplichten (komt vrijwel niet voor)
  

Voorbeeldsom

• Er is een groot feest op De Wesenthorst, hierdoor is de vraag naar bekers groter.                                           →  Wat gebeurt er met de prijs?
• Is het interessant om óók bekers te gaan verkopen?
• Er is een nieuwe aanbieder van bekers op de markt gekomen.                                                                               → Wat gebeurt er met de prijs?

Marktaandeel

De omzet of afzet van een bedrijf uitgedrukt als percentage van de totale omzet of afzet van de productproep.

Formule = (wat : waarvan) x 100%

Zorgverzekeringen:

Afzet, aantal verkochte zorgverzekeringen.

Transparante  markt

• Jouw producten en prijzen zijn goed met elkaar te vergelijken = transparante markt

Aan de slag!

Kader:

Lezen:  blauwe teksten (blz. 87 t/m 88) 

Maken: Kader: Opdr. 42 t/m 47 

(blz. 87 t/m 88)

Klaar? 

K: doe even wat voor jezelf

Marketingmix (6 P's)

• Productbeleid
  
• Prijsbeleid
• Plaatsbeleid


• Personeelsbeleid
• Presentatiebeleid
• Promotiebeleid

Wat wordt verkocht? (ook merk, smaak, soorten, verpakking)

Prijs van producten, kortingsacties

Locatie (internet of winkel), waar de winkel moet zitten.

Wat voor mensen werken er, deskundig, vriendelijk, beleefd, etc.

Hoe presenteert de winkelier zijn producten (ook via internet), bijv etalage

Hoe worden de producten onder de aandacht gebracht, bijv. reclame, sponsoring, advertentie

Marketinginstrumenten

Marketinginstrumenten = marketingmix → 6 p's

Wat is marketing?

1. Alles wat een bedrijf onderneemt om meer te verkopen.
2. Instrumenten die je gebruikt op de verkoopmarkt.
3. Een methode om de winst te vergroten.
4. Een Engels woord voor winkel.

Hoe beïnvloeden bedrijven de markt?

Om welke P van marketing gaat het? Er zijn veel concurrenten in een stadswinkelcentrum.

1. Prijs
2. Product
3. Plaats
4. Promotie

Aan de slag!

Kader:

Lezen:  blauwe teksten (blz. 88 t/m 89) 

Maken: Kader: Opdr. 48 t/m 50

(blz. 88 t/m 89)

Klaar? 

K: doe even wat voor jezelf

Lesdoelen 3.4

• Wat is een markt?
• Hoe proberen bedrijven hun marktaandeel te vergroten?
• Hoe beïnvloeden bedrijven de markt?

Extra uitleg

Extra oefening

1. Bekijk opdracht 14 op bladzijde 97 van 'Rekenen' en maak diegene die jij lastig vindt.

2. Bekijk opdracht 23 t/m 29 op bladzijde 95  van 'oefenopgaven' en maak diegene die jij lastig vindt.

Extra uitdaging

Examentraining

Bekijk opdracht 5 t/m 13 op bladzijde 99 t/m 101.

Vraag

Prijs (€)         Vraag (x1000)

25                   1

22,50             2

20                  3

Aanbod

Prijs (€)         Aanbod (x1000)

25                   3

22,50             2

20                   1

• Evenwichtsprijs

• Evenwichtshoeveelheid
  

De prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn

Het aantal producten dat gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid?

Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop?

Waarom heeft de aanbodlijn een stijgend verloop?