Quadraam
Ruimte voor talent

much and many

Riddle!
How Do You Spell ‘Cow’ In 13 Letters?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Riddle!
How Do You Spell ‘Cow’ In 13 Letters?

Slide 1 - Tekstslide

Riddle!
How Do You Spell ‘Cow’ In 13 Letters?
SEE O DOUBLE YOU

Slide 2 - Tekstslide

much and many

Slide 3 - Tekstslide

Much and Many
Meervoud
Enkelvoud
many cars
much time
many people
much sugar
many tables
much water
many dogs
much money

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Is It Much or Many Time?
The noun “time” is a bit trickier because it can be both countable and uncountable. When you’re talking about a specific amount of time, such as “five minutes,” use “many.”

How many minutes before we can leave? (The answer would have a number.) But when referring to time as a general or loose concept, use “much.”

How much time has passed? (The answer could be a little or a lot.)

Slide 6 - Tekstslide

Much and many

Slide 7 - Tekstslide

I haven't got .... water
A
much
B
many

Slide 8 - Quizvraag

there are.... students in this classroom
A
much
B
many

Slide 9 - Quizvraag

How can you eat so ..... fries?
A
much
B
many

Slide 10 - Quizvraag

.......air
A
much
B
many

Slide 11 - Quizvraag

He drinks so .... tea
A
much
B
many

Slide 12 - Quizvraag

I don't like ....sugar in my coffee
A
much
B
many

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord:

That food is ...
A
our
B
ours

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?
A
my, your, us
B
he, his, hers
C
their, our, mine
D
its, me, our

Slide 18 - Quizvraag


Wat is geen bezittelijk voornaamwoord?
A
you
B
my
C
his
D
our

Slide 19 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord:

The coffee is ...
A
mine
B
my

Slide 20 - Quizvraag

'My' is een bezittelijke voornaamwoord en betekent 'mijn'.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Vul het goede bezittelijke voornaamwoord in:
That book is ____ (Anne)
A
his
B
her
C
its
D
hers

Slide 22 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:

"Peter forgot ___ books!"
A
his
B
hims

Slide 23 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord:

Is this cup ...
A
your
B
yours

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het bezittelijk voornaamwoord van:

ons / onze
A
us
B
we
C
our
D
hour

Slide 25 - Quizvraag

Unit 3.1
Ik ken de bezittelijke voornaamwoorden
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 26 - Quizvraag