In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Programma
Terugblik vorige les
Doelen van deze les
Uitleg paragraaf 2.4
Kennen en kunnen toetsweek
10 minuten in stilte aan het werk
Aan het werk (keuze)
Afronding van deze les
Slide 1 - Tekstslide
Verzekeringsmaatschappijen of verzekeraar
Polis
Polisvoorwaarden
Premie
Slide 2 - Sleepvraag
Hoe noem je het als mensen met een laag risico bereid zijn te betalen voor mensen met een hoog risico?
A
Risicospreiding
B
Solidariteit
C
Risicoaversie
D
Moral hazard
Slide 3 - Quizvraag
Wat is risico-aversie?
A
Het opzoeken van risico's
B
Verzekeren
C
Sparen
D
Het vermijden van risico's
Slide 4 - Quizvraag
Doelen van deze les
Je weet de belangrijkste inkomsten van de overheid
Je weet wat directe en indirecte belastingen zijn en je kunt het verschil uitleggen.
Je kunt rekenen met het bruto- en netto-inkomen.
Je kunt rekenen met btw: inclusief en exclusief.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
#1
Indirecte belastingen
#2
Directe belastingen
Slide 7 - Tekstslide
Directe belasting:
loon- en inkomstenbelasting
vennootschapsbelasting
gemeentelijke belastingen
houderschapsbelasting
Indirecte belasting:
btw
accijns
Slide 8 - Tekstslide
niet-belastinginkomsten
Retributie:
dit betaal je als de overheid je een dienst levert, bijvoorbeeld een paspoort of rijbewijs.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Inkomstenbelasting
Iedereen moet over zijn inkomen inkomstenbelasting betalen. Na afloop van een jaar krijg je via MijnOverheid.nl bericht dat je aangifte van je inkomsten moet doen.
Na aangifte krijg je een aanslag, hierin staat wat je aan inkomstenbelasting verschuldigd bent.
Slide 11 - Tekstslide
Brutoloon
Premies volksverzekeringen (gebruikt voor betalen van uitkeringen
Loonbelasting
Nettoloon (krijg je op je rekening gestort
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld loonstrook
Wat is het brutoloon?
Wat is het nettoloon?
Slide 13 - Tekstslide
Progressief belastingtarief
Het belastingpercentage wordt hoger naarmate het belastbaar inkomen toeneemt.
Slide 14 - Tekstslide
Bereken het nettoloon: Brutoloon: €3.000, Loonbelasting: €800, sociale premies: €150.
A
€3.950
B
€2.200
C
€2.050
D
€1.950
Slide 15 - Quizvraag
Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
brutoloon
B
nettoloon
Slide 16 - Quizvraag
Rekenen met en zonder btw
Koelkast €242 euro inclusief 21% btw (zonder bovenstaande korting)
Bereken de prijs na de btw actie.
Zonder btw = 100%
Met btw = 100% + btw%
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Toets H1 en H2
Kennen en kunnen its learning
Doornemen toets
Slide 19 - Tekstslide
Aan het werk
De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen.