Quadraam
Ruimte voor talent

CKV 'Het Cultureel ZelfPortret'




Cultureel Zelfpotret
Culturele Kunstzinnige Vorming
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingCKVMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 200 min

Introductie

Aan het einde van deze weet je wat een cultureel zelfportret is en hoe je dit maakt mbv PowerPoint.

Onderdelen in deze les




Cultureel Zelfpotret
Culturele Kunstzinnige Vorming

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze weet je wat een cultureel zelfportret is en hoe je dit maakt mbv PowerPoint.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een CZP?
Iedereen ontwikkelt een eigen 'cultureel referentiekader': een persoonlijke verzameling van culturele en kunstzinnige ervaringen. 

Een belangrijk doel van CKV is het in kaart brengen van wat je hebt meegemaakt en geleerd op het gebied van kunst en cultuur. En wat je nu leuk, (on)interessant of stom vindt. Dit wordt bij CKV een 'cultureel zelfportret' (CZP) genoemd.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe?
Het cultureel zelfportret ga je op een kunstzinnige manier vormgeven in PowerPoint. Het is de bedoeling dat het een eigenzinnige presentatie wordt. Je gebruikt kleuren en vormen die bij jou passen. Kies voor een bepaald thema en voer dit thema overal in je presentatie door 

De eerste dia van je CZP wordt de ‘homepagina’ van je presentatie. Op deze pagina zorg je voor ‘hyperlinks’ naar dia’s die de verschillende onderdelen van het vak CKV weergeven. 

Slide 4 - Tekstslide

Criteria CZP
  • eigenzinnige vormgeving, de vormgeving past bij jou
  • voor- en achternaam op de homepagina   
  • knoppen op de homepagina naar dia’s waarin jij jezelf aan de hand van minimaal drie kunstdisciplines voorstelt (foto’s + uitleg) 
  • hyperlink op de homepagina naar een dia waarin jij uitlegt wat jij onder kunst verstaat
  • knoppen naar ‘Blok 1’, ‘Blok 2’, ‘Blok 3’, CAP's, 
  • sfeer (kleuren/vormen) in de presentatie is overal gelijk en de presentatie vormt een geheel
  • presentatie mag niet doodlopen: op elke dia een hyperlink naar de homepagina
  • de presentatie moet zonder uitleg te doorlopen zijn 

Slide 5 - Tekstslide

Dia 1
De eerste dia wordt de homepagina van jouw cultureel zelfportret. 
Hierop moet te vinden zijn:
  • voor- en achternaam duidelijk leesbaar
  • knop naar jouw voorkeuren/interesses op het gebied van kunst en     cultuur
  • knop naar ‘wat versta ik onder kunst’ 
  • knoppen naar: Blok 1, Blok 2, Blok 3 
  • knop naar culturele activiteiten (CAP’s) 

Slide 6 - Tekstslide

Dia 2 en 3
  • Laat in dia 2 en 3 zien welke interesses/ voorkeuren op het gebied van kunst en cultuur je hebt.
  • Je plaatst hiervan afbeeldingen + een beschrijving (en wellicht filmpjes en/of geluid). 

Slide 7 - Tekstslide

Dia 4, 5, 6
  • Kies minimaal drie (mag ook meer!) kunstdisciplines uit waarmee jij iets over jezelf kunt vertellen.
     

Slide 8 - Tekstslide

Dia 7
  • Wat versta jij onder kunst?
  • Schrijf dit in je eigen woorden op. 
  • Overleg hierna met een klasgenoot en kijk of je tot nieuwe inzichten bent gekomen. 
  • Als je tevreden bent met jouw beschrijving, plaats je deze in je cultureel zelfportret.

     

Slide 9 - Tekstslide

Link de dia's aan elkaar
  • Nu is het tijd om de dia’s aan elkaar te linken. Vanuit de homepagina moet er een link naar ieder ander onderdeel komen. Vanuit de andere dia’s moet er ook altijd een link terug zijn naar de homepagina, zodat de presentatie nergens ‘doodloopt’.

Slide 10 - Tekstslide

Onderzoek
Wie ben ik?
Waar hou ik van?

Slide 11 - Tekstslide

Naar welke muziek luister je graag? Heb je een favoriete dj? Wat is je favoriete band of artiest?
Speel je zelf een instrument of zing je graag?

Slide 12 - Open vraag

Wat is een lied waar je momenteel veel naar luistert?
Waarom spreekt dit lied je aan?

Slide 13 - Open vraag

Vind je het leuk om te tekenen of te schilderen?
Of maak je liever foto’s?

Slide 14 - Open vraag

Hou je van mode? Volg je de nieuwste modetrends?
En maak je zelf wel eens een kledingstuk?

Slide 15 - Open vraag

Ben je vaak bezig met het herinrichten van je kamer? Wat hangt er op jouw kamer aan de muur?

Slide 16 - Open vraag

Kom je weleens in het theater? Houd je van cabaret? Musical? Toneel? Of zie je liever breakdance of ballet?

Slide 17 - Open vraag

Of is graffiti of tattoo-art meer jouw ding?

Slide 18 - Open vraag

Ben je regelmatig in de bioscoop te vinden? Wat is je lievelingsfilm? Verslaafd aan Netflix? Welke serie kijk je dan? Welke tv programma's bekijk je graag?

Slide 19 - Open vraag

Welke YouTube volg je? Welke filmpjes kijk je graag en waarom? Vlog je zelf wel eens?

Slide 20 - Open vraag

Ben je een fanatiek gamer? Welke games speel je graag?

Slide 21 - Open vraag

Kom je weleens in een museum voor beeldende kunst? Kun je een kunstwerk noemen wat indruk op je gemaakt heeft?

Slide 22 - Open vraag

Heb je weleens een gebouw gezien dat je heel mooi vindt? Of is er bij jullie thuis een gebruiksvoorwerp wat je bijzonder vindt?

Slide 23 - Open vraag

Wat heb je van huis uit meegekregen qua kunst?

Slide 24 - Open vraag

Noem een voorstelling of concert die je is bijgebleven. Leg uit waarom?

Slide 25 - Open vraag

Wat versta jij onder Kunst?

Slide 26 - Open vraag

Instructies PowerPoint
  • Nieuwe presentatie: open PowerPoint, klik op ‘nieuw’ en maak een ‘lege presentatie’ aan. 
  • Bovenin PowerPoint zit het menu (met hieronder de werkbalk). Van links naar rechts: Bestand - Start - Invoegen - Ontwerp - Overgangen - Animaties -  Diavoorstelling - Controleren - Beeld  

  • Ga naar ‘Overgangen’ en vink ‘bij muisklik’ uit, omdat jij in je presentatie met zogenaamde ‘hyperlinks’ gaat werken. 

  • Tekst invoegen: Kies in het menu ‘Start’ en vervolgens voor ‘Tekstvlak’. Je kunt hier ook het lettertype + grootte te veranderen. 

Slide 27 - Tekstslide

Afbeeldingen/video invoegen:
  • Kies in het menu ‘Invoegen’ en vervolgens voor ‘Afbeeldingen’ (Afbeelding uit bestand). 
  • Je moet de afbeelding die je wilt invoegen dan wel eerst op de computer hebben opgeslagen.
  • Door op een van de hoekpunten van de afbeelding te klikken (en vast te houden), kan je de afbeelding in het juiste formaat slepen.
  • Als je de afbeelding wilt roteren, selecteer je de afbeelding en kan je met het ronde pijltje aan de bovenkant de afbeelding draaien.
  • Voor het invoegen van een video: Kies in het menu ‘Invoegen’ en vervolgens voor ‘Video’ (Film uit bestand). Ook hier geldt dat je het filmpje eerst op de computer moet opslaan. kunt hier ook het lettertype + grootte te veranderen. 

Slide 28 - Tekstslide

Afbeelding bewerken, hyperlink maken:
  • Afbeelding bewerken: ‘Dubbelklik’ op de afbeelding, zodat je in de werkbalk de ‘afbeeldingsopmaak’ te zien krijgt. Hier heb je allerlei functies, waaronder: afbeelding bijsnijden, kleurcorrecties, effecten, afbeelding naar voor- en achtergrond plaatsen. 

  • Hyperlink aanmaken: Selecteer de knop (vorm) waarvan jij een hyperlink wilt maken (door hierop te klikken). Je kiest in het menu voor ‘Invoegen’ en vervolgens voor ‘Actie’. Door ‘Hyperlink naar…’ aan te vinken, gaat de knop werken. Kies bij ‘Hyperlink naar….’ voor ‘Dia…’. Hier kan je zelf bepalen naar welke dia gelinkt wordt met deze knop.

Slide 29 - Tekstslide

Geluid invoegen, achtergrond bewerken:
  • Kies in het menu ‘Invoegen’ en vervolgens voor ‘Audio’ (Geluid uit bestand).
    Let op dat je het geluid bij de juiste dia plaatst (waar jij het wilt). 
  • Achtergrond ontwerpen: Kies in het menu voor ‘Ontwerp’ en vervolgens voor ‘Achtergrond opmaken’.
  • Achtergrond afbeelding verwijderen: Het kan handig zijn om de achtergrond van een afbeelding te verwijderen, bijvoorbeeld wanneer er een wit vlak achter je afbeelding zit en je de afbeelding voor je achtergrond wilt plaatsen. Dit doe je door een ‘dubbelklik’ op de desbetreffende afbeelding, zodat je in de werkbalk de afbeeldingsopmaak te zien krijgt. Helemaal linksboven klik je op ‘Achtergrond verwijderen’.

Slide 30 - Tekstslide

Vorm invoegen, opslaan:
  • Vorm invoegen: Om een nog niet bestaande knop voor een hyperlink aan te maken kan je de functie ‘vorm invoegen’ gebruiken. Kies voor ‘Invoegen’ en vervolgens voor ‘Vormen’. 
  • Maak de keuze voor een vorm en klik ergens in je dia. Je kunt het formaat van de vorm zelf bepalen (hoekpunten). 
  • Met een dubbelklik op de vorm krijg je in de werkbalk de vormopmaak te zien. Hier kan je de opvulkleur en de omtrekkleur bepalen. 
  • Let op: als je wilt dat jouw knop ‘doorzichtig’ wordt kies je voor ‘geen opvulling’ en voor ‘geen omtrek’.

Slide 31 - Tekstslide

Je presentatie opslaan:
  • Presentatie opslaan: Kies linksboven voor ‘Bestand’. Ga naar ‘Opslaan als’. Bewaar je presentatie als: Cultureel zelfportret [gevolgd door jouw naam]. Locatie voor opslaan: jouw eigen Homedrive.

Slide 32 - Tekstslide