In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
1. bij dingen die je dagelijks doet of als iets dagelijks, wekelijks, jaarlijks gebeurt = (routine)
bijv. They usually take a walk with their son.
2. in een rooster of de aankomst en vertrektijden van openbaar vervoer
bijv. The train leaves at platform 5