Quadraam
Ruimte voor talent

§9.3 Chemische cellen

VWO 5 SK
woe 9 feb 
Zorg dat je je gemaakte HW voor je hebt liggen! 
HW bespreking (invullen/foto uploaden)
§9.2: herhaling redoxreacties opstellen
+ uitleg corrosie
§9.3 uitleg chemische cel 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VWO 5 SK
woe 9 feb 
Zorg dat je je gemaakte HW voor je hebt liggen! 
HW bespreking (invullen/foto uploaden)
§9.2: herhaling redoxreacties opstellen
+ uitleg corrosie
§9.3 uitleg chemische cel 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Geef de totale redoxreactie mbv halfreacties van de reactie tussen oxaalzuur-opl (H2C2O4) en aangezuurde kaliumchloraat-oplossing. Tip: tab.66b

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

vr 11a: Geef mbv halfreacties de vergelijking vd reactie tussen koper en een salpeterzuuropl. Tijdens het uitbijten van de koperen plaat ontstaat NO2(g).

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

b Geef aan waarom bij het etsen van een koperplaat een salpeterzuuroplossing wordt gebruikt en geen zoutzuur.
A
zoutzuur is een te zwakke oxidator
B
zoutzuur is een te zwakke reductor
C
deze vraag snapte ik niet

Slide 10 - Quizvraag

toelichting
Het salpeterzuur reageert hier als oxidator (zie vraag 11a) en koper als reductor. 
Zoutzuur zou dus ook als oxidator moeten reageren. Echter als je zoutzuur hebt (H+ en Cl-), dan is alleen H+ het deeltje dat als oxidator reageert (Uo = 0 V) en dat is te zwak om met Cu als reductor (Uo = 0,34 V) te reageren. 

Slide 11 - Tekstslide

c Geef mbv halfreacties de vergelijking van de reactie tussen koper en een ijzer(III)chlorideopl.

Slide 12 - Open vraag

Antwoord

Slide 13 - Tekstslide

Bespreking HW
vr 11, 13, 16, 17A

Slide 14 - Tekstslide

Vr 13:

In een vaatwasser heerst tijdens het wassen een sterk basisch milieu.
Leg met behulp van een redoxreactie uit waarom aluminium pannen niet in de vaatwasser mogen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

vr 16

Een containerschip is moeilijk te beschermen tegen roest. Ondanks de verf kan niet worden voorkomen dat tijdens het afmeren, laden en lossen beschadigingen optreden. Inspectie van het gedeelte onder water is lastig, net als tussentijds bijverven. Tegelijkertijd ligt het schip constant in zout water, dat de roestvorming versnelt. Om roesten van de ijzeren romp te voorkomen, worden vooral rond de koperen schroef blokken aluminium geplaatst. Deze blokken worden als ‘opofferingsmetaal’ ingezet.

Slide 20 - Tekstslide

a Leg mbv halfreacties uit hoe het opofferingsmetaal Al zijn doet.

Slide 21 - Open vraag

antwoord

Slide 22 - Tekstslide

b Leg de term opofferingsmetaal uit.

Slide 23 - Tekstslide

toelichting
De aluminium blokken worden opgeofferd om het schip tegen corrosie te beschermen.
1) Het koper van de schroef is edeler(slechtere reductor) dan het ijzer van de romp. De romp zal daarom rond de schroef als opofferingsmetaal van de schroef fungeren.
2) Door het draaien van de schroef wordt extra zuurstof het zeewater in geslagen en dus reageert het daar eerder dan elders onder aan het schip.

Slide 24 - Tekstslide

vr 17A
Voor het maken van lithium-ionaccu’s voor in elektrische auto’s zijn grote hoeveelheden lithium nodig. Veel van dit lithium wordt gewonnen in zoutmijnen in Zuid-Amerika. Daarbij worden lithiumzouten in een aantal stappen omgezet tot een lithiumcarbonaatoplossing. Daarna wordt dit met behulp van zoutzuur omgezet tot een oplossing van lithiumchloride (reactie 1). Na het indampen van de lithiumchlorideoplossing (reactie 2) wordt het lithiumchloride gesmolten en ontleed (reactie 3).

a) Geef bij de reacties aan of het een redoxreactie, een zuur-basereactie of een andere type reactie betreft.
Vr. 17
Voor het maken van lithium-ionaccu’s voor in elektrische auto’s zijn grote hoeveelheden lithium nodig. Veel van dit lithium wordt gewonnen in zoutmijnen in Zuid-Amerika. Daarbij worden lithiumzouten in een aantal stappen omgezet tot een lithiumcarbonaatoplossing. Daarna wordt dit met behulp van zoutzuur omgezet tot een oplossing van lithiumchloride (reactie 1). Na het indampen van de lithiumchlorideoplossing (reactie 2) wordt het lithiumchloride gesmolten en ontleed (reactie 3).

a) Geef bij de reacties aan of het een redoxreactie, een zuur-basereactie of een andere type reactie betreft.

Slide 25 - Tekstslide


A
zuur-base
B
redox
C
anders

Slide 26 - Quizvraag


A
zuur-base
B
redox
C
anders

Slide 27 - Quizvraag


A
zuur-base
B
redox
C
anders

Slide 28 - Quizvraag

toelichting
Bij reactie 1 is er overdracht van een H+ van H3O+ naar CO32-  . Het is dus een zuur-base reactie.
Bij reactie 2 verandert de lading van de deeltjes voor en na de pijl niet. Het is dus geen redox. Het is ook geen zuur-base reactie, want er is geen overdracht van een H+. Het betreft hier een indampvergelijking.
Bij reactie 3 reageert Li+ tot Li(s) en Cl wordt Cl2(g). Er is dus overdracht van elektronen van Cl naar Li+. Het is dus een redoxreactie.

Slide 29 - Tekstslide

§9.3 Chemische cellen
  • Je zorgt dat de halfreactie vd oxidator niet in hetzelfde bakje plaats vindt als de halfreactie van de reductor
  • De electronen die vrijkomen bij de reductor laat je via een draadje (met evt een lamp) naar het bakje van de oxidator lopen.
  • electronen die door een draadje bewegen = stroom!

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

weektaak:
lezen 9.3 + maken vraag 18, 19, 23

Slide 42 - Tekstslide