Quadraam
Ruimte voor talent

tangens

tangens  en hoeken
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

tangens  en hoeken

Slide 1 - Tekstslide

Hellingspercentage

hellingspercentage=horizontaleafstandhoogteverschil100
hellingspercentage=125100=42
hellings% ronden we af op helen
%

Slide 2 - Tekstslide

tangens kan je alleen gebruiken bij een rechthoekige driehoek
schuine zijde
(altijd tegenover de rechte hoek)
rechthoekszijde
rechthoekszijde

Slide 3 - Tekstslide

w
C
A
B
vanuit LC : 
AB is de overstaande zijde, 
AC is de aanliggende zijde
vanuit LB 
AC is de overstaande zijde, 
AB is de aanliggende zijde
BC is altijd de schuine zijde 
(tegenover de rechte hoek)

Slide 4 - Tekstslide


Wat is de schuine zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 5 - Quizvraag


Vanuit ∠ P, wat is de 
aanliggende zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 6 - Quizvraag


Vanuit ∠ P, wat is de 
overstaande zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 7 - Quizvraag


Vanuit ∠ Q, wat is de 
aanliggende zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 8 - Quizvraag


Vanuit ∠ Q, wat is de 
overstaande zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 9 - Quizvraag

tangens
tan=aanliggendezijdeoverstaandezijde
tangens ronden we af op 3 decimalen

Slide 10 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide


Wat is de tangens van ∠ Q?
A
3:4 (0,750)
B
4:3 (1,333)

Slide 12 - Quizvraag


Wat is de tangens van ∠ P?
A
3:4 (0,750)
B
4:3 (1,333)

Slide 13 - Quizvraag

Als je de tangens van een hoek hebt berekend, 
kan je de hoek berekenen met:
shift tan (getal) = hoek
hoeken ronden we af op hele graden

Slide 14 - Tekstslide


tanP=AO=34=1,333
P=53°
shift tan 1,333

Slide 15 - Tekstslide


tanQ=AO=43=0,750
Q=37°
shift tan 0,750

Slide 16 - Tekstslide

Welke hoek hoort bij de tangens van 1,279
A
52 º
B
0,022º

Slide 17 - Quizvraag

Welke hoek hoort bij de tangens van 14,301
A
86º
B
0,255º

Slide 18 - Quizvraag

Welke hoek hoort bij de tangens van 0,600
A
31º
B
1,73º

Slide 19 - Quizvraag

Drieletternotatie van een hoek
De middelste letter geeft de hoek aan, de andere letters de driehoek. 

 ∠ADC betekent 
∠ D in driehoek ADC

∠ ADB betekent
∠D in driehoek ADB

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer is het hellingspercentage 100%?
Als de hellingshoek ...... is
A
90º
B
45º

Slide 21 - Quizvraag

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
15 cm
35°
?
tanB=AO
tan35=15?

Slide 22 - Tekstslide

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
15 cm
35°
?
tanB=AO
tan35=15?
2=36
?=tan3515
de '6' moet je weten 
dus '2x3' 
tan3515=10,5

Slide 23 - Tekstslide

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
15 cm
35°
?
tanB=AO
tan35=15?
2=36
?=tan3515
de '6' moet je weten 
dus '2x3' 
tan3515=10,5
AC = 10,5 cm

Slide 24 - Tekstslide

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
?
40°
68
cm
tanB=AO
tan40=?68

Slide 25 - Tekstslide

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
?
40°
68
cm
tanB=AO
tan40=?68
2=36
?=tan4068
de '3' moet je weten 
dus '6:2' 
tan4068=81,0

Slide 26 - Tekstslide

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
?
40°
68
cm
tanB=AO
tan40=?68
2=36
?=tan4068
de '3' moet je weten 
dus '6:2' 
AB = 81,0 cm
tan4068=81,0

Slide 27 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer: de stelling van Pythagoras
kz
kz
lz
_________________+
5
12
?
25
144
169
PR=169=13

Slide 28 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer: de stelling van Pythagoras
kz
kz
lz
_________________+
6
?
10
36
64
100
DF=64=8
100-36

Slide 29 - Tekstslide

verhaaltjessom
  1. lees de vraag goed door
  2. maak een schets en zet alle maten erbij
  3. wat moet je weten
  4. wat gebruik je (pythagoras, tangens)
  5. uitrekenen
  6. antwoord opschrijven

Slide 30 - Tekstslide

Wat heb je dit hoofdstuk geleerd?

Slide 31 - Open vraag

Noem twee dingen die je nog lastig vindt aan berekeningen met tangens

Slide 32 - Open vraag