Quadraam
Ruimte voor talent

oefenen toets hfd 3

Leven met geloof
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Leven met geloof

Slide 1 - Tekstslide

Waardoor viel het Romeinse rijk uiteen?



Waardoor viel het Romeinse rijk uiteen?


A
Door geldgebrek
B
Door natuurrampen
C
Door volksverhuizingen
D
Door ziekten

Slide 2 - Quizvraag

In het Frankische rijk speelden ridders in de tijd van monniken en ridders een
belangrijke rol. Met welk beroep van nu kun je ridders het beste vergelijken?

A
militairen
B
ministers
C
politieagent
D
rechters

Slide 3 - Quizvraag

Waarmee kun je een kalief het beste vergelijken?
A
Met een hertog in het Frankische rijk.
B
Met een keizer in het Frankische rijk.
C
Met een monnik in het Frankische rijk.
D
Met een ridder in het Frankische rijk.

Slide 4 - Quizvraag

Wat probeerden kaliefen vooral te bereiken
A
meer gebied
B
meer vrijheid
C
vrede
D
welvaart

Slide 5 - Quizvraag

Welke beweringen zijn waar?
A
Een levensbeschouwing is hetzelfde als een geloof.
B
Openbare scholen doen niet aan feestdagen.
C
Openbare scholen hebben geen levensbeschouwing.
D
Veel leerstof is op elk soort school hetzelfde.

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn godsdiensten met meerdere goden
A
boeddhisme
B
christendom
C
hindoeïsme
D
Islam

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van het begrip cultuur?
A
de feiten en meningen van mensen
B
de symbolen, rituelen en helden van mensen
C
de taal, het geloof, gewoonten en gebruiksvoorwerpen van mensen
D
de waarden en normen van mensen

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van normen?
A
De voetbalclub uit jouw woonplaats is de beste voetbalclub.
B
Een schoon milieu is belangrijk.
C
Geld verdienen is niet het allerbelangrijkst in het leven.
D
Je mag geen afval op de weg gooien.

Slide 9 - Quizvraag

De stad 's-Hertogenbosch ligt in een gebied dat
vroeger bestuurd werd door:


A
een edele
B
een geestelijke
C
een ridder
D
Karel de Grote

Slide 10 - Quizvraag