1e en 2e les mavo 4 2425 dt1-1-1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Herzlich Willkommen!

Schön das ihr da seid! 

Heute:

-opmerking over boeken

-Urlaub/ Ferien

-Souvenire> Lesen, Hören

-Jahr 2024-25 PTA

-Kurze Übung

Ter info:

Boeken:
Examenbundel> Nog niet in jullie bezit maar ook nog niet nodig 

Wie war euer Urlaub?

Mein Urlaub war...
(stemmen door je hand op te steken)

SUPER!!! :)

LANGWEILIG :(

Es geht.....

Blöd :(

Ein bisschen toll, ein bisschen blöd ...

 Ich bin in                                          Frankreich gewesen.

Wo wart ihr?

Schreibe ein Satz auf Deutsch und erzähle wo du gewesen bist.

Falls du nicht im Urlaub gefahren bist kannst du auch erzählen wo du warst!
Ferien haben= vakantie hebben

Im Urlaub fahren = op vakantie gaan

Was habt ihr mitgenommen? Oder gekauft? Schreibe auf!

Vragen:

Absatz 1: Voor wie nemen de Duitsers voornamelijk souvenirs mee?

Absatz 1: Duitsers blinken ergens niet in uit, wat?

Absatz 3: Wat vinden de thuisblijvers het leukste om te krijgen?

Absatz 5: Neem de twee woorden uit deze alinea over die aangeven hoe Duitsers zijn als ze souvenirs kopen. 

Wat doen we dit jaar???

 Spreken, schrijven, luisteren, spreken, lezen....

Wat is daarbij van belang???

Dus....

Woorden leren!!! 

Zinnen oefenen!!!

Lezen, luisteren, schrijven, spreken oefenen....

Duitse cultuur leren! Super!!!

Vanaf volgende week:

Iedere week 1 woordenlijst (veelal herhaling ;))

Oefenen oefenen oefenen

Deeltaak 2 leestoets met woorden en zinnen.

Deeltaak 1:

Sluit je af met een boekpresentatie in het Duits.

Volgende week volgt alle uitleg.

Je kiest, leest, bereidt voor en vertelt!

Was macht ihr jetzt:

Schreibe ein Gedicht über deine Ferien!
 

Mappe bitte zurück geben.

Tschüss! Bis morgen!

Les 2 week 0

Heute:

-Gedicht

-Dialog (übe zu zweit)

-Hörübung

-Umschreiben üben

-Brief schreiben

-Wörter!

Uitspraakregels/ Aussprache:

a b c d e f g(girl) h i j(jot) k l m n o p q (koe) r s t u (oe) v (vou) w x y (uupsilon) z (tset

ä = e    ü=uu   ö=eu   B=ss  äu=oi  eu=oi   g>girl!!!

Souvenir

Was hast du mitgenommen?
Lege dein Souvenir am Tisch. 

Umschreiben üben

Daraus ergeben sich die folgenden 5 Regeln für dich: 

-Beschreibe die typischen Merkmale des Gegenstandes! 

- Nenne den Verwendungszweck! 

-Achte auf eine Struktur in deiner Beschreibung! 

-Schreibe im Präsens! 

-Nutze präzise Adjektive!

Aan de slag, 10 minuten.

Pak je laptop om woorden op te zoeken en schrijf de omschrijving van jouw souvenir op in je mapje. 

Brief schreiben

Was errinert ihr euch?

Voltooid deelwoorden

ge-stam-en       ge-stam-t

-ieren? Geen ge

be-   ver-  er-  geen ge

Schreib ein Brief

An mich!

Erzähle wo du warst.

3 Sachen die du gemacht hast.

Mit wem du da warst.

Wie das Wetter war.

Deine Meinung.

Frage wo ich war.

Woordenschat!

Arceer welke woorden je NIET kent.