Quadraam
Ruimte voor talent

STRESS

LES 8 STRESS



Hoe ga je om met stress/chaos?

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LES 8 STRESS



Hoe ga je om met stress/chaos?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

ZOVEEL TE DOEN
  • Iedereen heeft stress
  • De één meer dan de ander
  • Verschilt per situatie

Slide 3 - Tekstslide

WIE HEEFT ER LAST VAN STRESS?
A
ALTIJD
B
VAAK
C
REGELMATIG
D
(BIJNA) NOOIT

Slide 4 - Quizvraag

WAAR HEB JE OP DIT MOMENT STRESS VAN?

Slide 5 - Open vraag

HOE WERKT STRESS?

=Normale reactie op een (mogelijk) spannende/gevaarlijke situatie

-->Zenuwstelstel bereidt zich voor op vechten of vluchten (of freeze)


  • Wanneer stress bedreigend blijft, maakt het lichaam een stofje 'cortisol' aan = stresshormoon. Dit stofje zorgt er onder andere voor dat de stresservaring in onze herinneringen terecht komt.
  • Als cortisol blijvend wordt aangemaakt, omdat stress niet minder wordt, heeft dit invloed op ons emotieregulerend systeem: kan zelfs tot angsten, depressies en minder goede geheugenverwerking leiden.

Slide 6 - Tekstslide

Hersenen
  • 2 Hersensystemen: Frontaal en Limbisch
  • Frontaal: denken, beslissen, beoordelen
  • Limbisch: basale emoties (seks, verleiding, overleven)
  • Limbische is sterker dan het frontale, dus is het logisch dat stress ons enorm in de macht kan hebben.


--> zie limbisch systeem

Slide 7 - Tekstslide

TIPS
  1. Van een afstand kijken ("over een jaar lach ik erom")
  2. 'Ik' veranderen in 'jij' --> Ik moet het verslag afhebben =dwingend en verstikkend

                                                   --> Jij moet het verslag afhebben = relativerend en geeft je de kans om

                                                         oplossingen te zien die je eerder niet zag

  3. Ontspanningsoefeningen: total body

  4. Concentreer op 1 taak tegelijk: 2x zo productief dan als je twee dingen tegelijk doet (appen en verslag typen bijvoorbeeld)

  5. To-do listjes maken = loslaten

  6. Belangrijke dingen eerst i.p.v. leuke dingen eerst

  7. Even helemaal niks doen en nergens aan denken (heel moeilijk!)


Slide 8 - Tekstslide

Wat doe jij tegen stress?

Slide 9 - Woordweb

STRESS IS POSITIEF
  • Maakt je alert
  • =belangrijke motor om leuke en spannende dingen in je leven aan te gaan/organiseren
  • Nog meer?

Slide 10 - Tekstslide

STRESS ONTSTAAT NIET DOOR DE GEBEURTENIS ZELF, MAAR DOOR DE MANIER WAAROP JE ERNAAR KIJKT/ ER BETEKENIS AAN GEEFT

Slide 11 - Tekstslide

Hoe noemen we het stresshormoon?

Slide 12 - Open vraag

In welk hersensysteem wordt stress geregeld?
A
Limbisch
B
Frontaal
C
Temporaal
D
Pre-frontaal

Slide 13 - Quizvraag

OPDRACHT VERSLAG


1. Heb jij wel eens stress?

2. Wanneer heb jij last van stress?

3. Wat gebeurt en met jou/je lichaam als jij stress hebt? Hoe merk je het?

4.Waar zou je minder stress over willen hebben?

5. Wat helpt jou om te ontspannen?


OPDRACHT INHOUDSOPGAVE


1. Maak een inhoudsopgave voor de hele map

2. Volgende week vrijdag= deadline map

3. Beoordeling: onvoldoende, voldoende ,goed


!! Bij onvoldoende = terugkomen in de bufferweek om map compleet te maken !!

Slide 14 - Tekstslide