MK 4.1 Prikkels en gedrag

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

MK 4.1 Prikkels en gedrag

Proefwerk hoofdstuk 4

Gedrag

in de toetsweek

20, 21, 22, 23, 24 maart 

• Dominant & onderdanig
• Gedrag

      aangeboren & aangeleerd
      overspronggedrag

• Prikkel
  

      inwendig & uitwendig

• Signaal
  

      overdreven signalen

• Beloning & straf 
• Dreigen
• Emotie

• Ethogram
• Groepsdier
• Handeling
• Imiteren
• Inzicht
• Lichaamstaal
• Oefenen
• Rangorde
• Reflex
• Sperren
• Taakverdeling

Begrippen blz. 167

• Dominant & onderdanig
• Gedrag

      aangeboren & aangeleerd
      overspronggedrag

• Prikkel
  

      inwendig & uitwendig

• Signaal
  

      overdreven signalen

• Beloning & straf 
• Dreigen
• Emotie

• Ethogram
• Groepsdier
• Handeling
• Imiteren
• Inzicht
• Lichaamstaal
• Oefenen
• Rangorde
• Reflex
• Sperren
• Taakverdeling

4.1 Prikkels en gedrag

Inwendige prikkels

Uitwendige prikkels

Leerdoelen 4.1 Prikkels en gedrag:

• Je kunt beschrijven wat gedrag is.
• Je kunt beschrijven waardoor gedrag ontstaat.
• Je kunt uitleggen hoe je gedrag onderzoekt.
• Je kunt vertellen waarom je gedrag onderzoekt.

Wat is gedrag?

Hoe is jouw gedrag in de klas?

😒🙁😐🙂😃

Gedrag op het rapport: 

Hoe is jouw gedrag als je naar je gedrag voor het
rapport kijkt? Respectvol omgaan met anderen,
reageren op correcties en vinger opsteken?

😒🙁😐🙂😃

Gedrag = alles wat een mens of dier doet.

Prikkel = verandering in de omgeving of in je lichaam waarop je kunt reageren.

Inwendige prikkel = prikkel vanuit het lichaam van een mens of dier.

Uitwendige prikkel = prikkel die van buiten het lichaam van een mens of dier komt, dus vanuit de omgeving.

Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels. Alle reacties op prikkels samen vormen gedrag.

Gedragsonderzoek

Handeling = klein stukje gedrag, gedrag bestaat uit een reeks handelingen.

Ethogram = een lijst met beschrijvingen van de verschillende handelingen van een mens en dier

alles wat een mens/dier doet

verandering in de omgeving/je lichaam waarop je kunt reageren

klein stukje gedrag

een lijst met beschrijvingen van de verschillende handelingen van een mens/dier

prikkel vanuit het lichaam van een mens/dier

prikkel die van buiten het lichaam van een mens/dier komt

Ethogram

Gedrag

Handeling

Inwendige prikkel

Prikkel

Uitwendige prikkel

Weektaak 6 t/m 12 februari:

Leren: 4.1 = blz. 6 t/m 16

Maken: opdrachten 4.1 = blz. 9 t/m 16

               Verplicht: 2, 3, 4, 6, 7, 9, 11, 13, 14, 15, 16, 19

Zorg dat de verplichte opdrachten voor de volgende les gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les paragraaf 4.2 goed door.

alles wat een mens/dier doet

verandering in de omgeving/je lichaam waarop je kunt reageren

klein stukje gedrag

een lijst met beschrijvingen van de verschillende handelingen van een mens/dier

prikkel vanuit het lichaam van een mens/dier

prikkel die van buiten het lichaam van een mens/dier komt

Ethogram

Gedrag

Handeling

Inwendige prikkel

Prikkel

Uitwendige prikkel

4.2 Leren

Leerdoelen 4.2 Leren:

• Je kunt beschrijven hoe mensen en dieren leren.
• Je kunt vertellen hoe je dieren traint.
• Je kunt uitleggen wat reflexen zijn.
• Je kunt uitleggen wat aangeboren gedrag is.

Weektaak 13 t/m 19 februari:

Leren: 4.2 = blz. 6 t/m 24

Maken: opdrachten 4.2 = blz. 17 t/m 24

               Verplicht:  

Zorg dat de verplichte opdrachten voor de volgende les gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les paragraaf 4.3 goed door.

4.3 Lichaamstaal

Leerdoelen 4.3 Lichaamstaal:

• Je kunt beschrijven wat lichaamstaal is.
• Je kunt de prikkels noemen waardoor ouders voor hun jongen zorgen.

Weektaak 27 februari t/m 5 maart:

Leren: 4.3 = blz. 6 t/m 30

Maken: opdrachten 4.3 = blz. 25 t/m 30

               Verplicht:  

Zorg dat de verplichte opdrachten voor de volgende les gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les paragraaf 4.4 goed door.

4.4 Samen leven

Leerdoelen 4.4 Samen leven:

• Je kunt uitleggen hoe dieren met elkaar samenwerken in een groep.
  
• Je kunt beschrijven hoe dieren in een groep de baas kunnen zijn over andere dieren.
  
• Je kunt beschrijven wanneer dieren dreigen en wat overspronggedrag is.

Weektaak 6 t/m 12 maart:

Leren: 4.4 = blz. 6 t/m 36

Maken: opdrachten 4.4 = blz. 31 t/m 36

               Verplicht:  

Zorg dat de verplichte opdrachten voor de volgende les gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les hoofdstuk 4 goed door.

4.5 Samenhang

                                                         Weektaak 13 t/m 19 maart:

Leren: hoofdstuk 4 = blz. 6 t/m 47

Maken: samenhang = blz. 37 t/m 42

               samenvatten = blz. 43 + 44

               test jezelf = blz. 45 t/m 47

Proefwerk hoofdstuk 4 Gedrag

Toetsweek = 20 t/m 24 maart 

Proefwerk hoofdstuk 4

Gedrag

in de toetsweek

20, 21, 22, 23, 24 maart