Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Quadraam
Ruimte voor talent
‹
Terug naar zoeken
Weerstand h3e
lessonup.app
Pak je boek, schrift en rekenmachine erbij
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
lessonup.app
Pak je boek, schrift en rekenmachine erbij
Slide 1 - Tekstslide
Planning:
Introductie
6.2 Weerstand
Rekenen
Ohmse weerstand
Slide 2 - Tekstslide
Planning:
Introductie
1.4 Weerstand
Rekenen
Ohmse weerstand
Ik kan:
Uitleggen wat bedoeld wordt met het begrip weerstand.
Weten wat bedoeld wordt met de Wet van Ohm,
en door gebruik te maken van de juiste formule, afhankelijk van de gegevens, de weerstand, stroomsterkte of spanning berekenen.
Uitleggen wat bedoeld wordt met een ‘Ohmse weerstand’ en
in het geval daar geen sprake van is, uitleggen op welke wijze de weerstandswaarde afhangt van de temperatuur.
Uitleggen wat een NTC en een LDR voor type weerstanden zijn en op welke wijze de weerstandswaarde ervan verandert.
Slide 3 - Tekstslide
Isolators en geleiders
Slide 4 - Tekstslide
Isolators en geleiders
Slide 5 - Tekstslide
Weerstand
Hoe goed de stroom door het voorwerp heen kan:
Lage weerstand: een lage spanning levert al een hoge stroomsterkte
Grote weerstand: hoge spanning nodig om kleine stroom te krijgen
Slide 6 - Tekstslide
Een geleider heeft een weerstand.
Een isolator heeft een weerstand.
hoge
lage
Slide 7 - Sleepvraag
3
Slide 8 - Video
02:10
De "stroomdraad" is breder geworden, wordt de stroomsterkte nu hoger of lager?
A
De knikkers gaan sneller dus de stroomsterkte is groter
B
De knikkers gaan langzamer dus de stroomsterkte is groter
C
De knikkers gaat sneller dus de stroomsterkte is kleiner
D
De knikkers gaan langzamer dus de stroomsterkte is kleiner
Slide 9 - Quizvraag
02:18
Is de weerstand in deze situatie groter, kleiner of gelijk aan hiervoor?
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
Slide 10 - Quizvraag
02:35
Wat verwacht je?
A
Grote weerstand
B
Kleine weerstand
Slide 11 - Quizvraag
Weerstand berekenen
Slide 12 - Tekstslide
Weerstand berekenen
Slide 13 - Tekstslide
Weerstand berekenen
Slide 14 - Tekstslide
Schrijf in je schrift de formules voor spanning en voor stroomsterkte
U = .....? en I = ......?
timer
1:00
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Open vraag
De wet van Ohm
: bij een Ohmse weerstand
Als de spanning 2x zo groot wordt, wordt de stroomsterkte ook 2x zo groot.
Als de spanning 2x zo klein wordt, wordt de stroomsterkte ook 2x zo groot.
De spanning op de draad en de stroomsterkte door de draad zijn recht evenredig.
Constantaandraad
Slide 17 - Tekstslide
Een niet-Ohmse weerstand
Slide 18 - Tekstslide
Invloed van temperatuur
b
ij een niet-Ohmse weerstand
Hogere temperatuur zorgt voor hogere weerstand.
Slide 19 - Tekstslide
Zijn er nog vragen?
Succes met de opdrachten van 6.2!
Overslaan: NTC en LDR
dat zijn opdrachten 12e, 19 en 20.
Slide 20 - Tekstslide