Quadraam
Ruimte voor talent

De oude Grieken (BASIS)

De oude Grieken
Wat leer jij deze LessonUp? 
Hoe het leven van een persoon uit het oude Griekenland eruitzag. 




Bekijk de filmpjes, maak de opdrachten en maak aantekeningen in je klapper  
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De oude Grieken
Wat leer jij deze LessonUp? 
Hoe het leven van een persoon uit het oude Griekenland eruitzag. 




Bekijk de filmpjes, maak de opdrachten en maak aantekeningen in je klapper  

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij de Oude Grieken

Slide 2 - Tekstslide

De tijd van de Grieken en Romeinen

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijk bij de Grieken
De oude Grieken zijn super interessant! We kiezen 3 onderwerpen uit waar jullie meer over gaan leren....

1. De Griekse bestuursvormen
2. De Griekse cultuur
3. Het leven in een Griekse stadstaat.

Slide 4 - Tekstslide

3. De Griekse bestuursvormen
Een bestuursvorm betekent de manier waarop je een land bestuurt. 

Voorbeelden:
1. Er is een koning die alles bepaalt
2. Er is een keizer die alles bepaalt
3. Het volk mag meebeslissen

Slide 5 - Tekstslide

Stadstaten
Griekenland was vroeger niet één land. Het bestond uit verschillende gebieden waarbij één stad de baas was. Zo'n gebied noem je een stadstaat 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Bestuursvormen
  • Stadstaten (polis) werden op verschillende manieren bestuurd

  • Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden

  • De bekendste stadstaten waren Athene en Sparta

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een polis?
A
Een land
B
Een koning
C
Een stadstaat
D
Een soldaat

Slide 9 - Quizvraag


De Atheense 
democratie




  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd gestemd over belangrijke beslissingen.
  • Dat was iets heel nieuws! 

Slide 10 - Tekstslide

Sparta
  • Een koning was de baas (monarchie)
  • Het volk had niks te zeggen en moest luisteren

Slide 11 - Tekstslide

Hadden Athene en Sparta dezelfde bestuursvorm?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Welk bestuur had de stad Athene?
A
Keizer
B
Democratie
C
Adel
D
Koning

Slide 13 - Quizvraag

Lijkt de manier waarop in Nederland 2024 bestuurt wordt meer op die van Sparta of Athene? Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

2. De Griekse cultuur 
  • De Griekse cultuur was enorm belangrijk. 
  • Ze zagen zichzelf als de beschaafde wereld, en de volkeren om Griekenland heen als barbaren. 
  • De meeste volkeren waren dan ook erg jaloers op de Griekse cultuur. 

Slide 15 - Tekstslide

De Griekse goden
  • Vroeger geloofden de Grieken in meerdere goden (polytheïsme).
  • Ze wisten toen nog niet hoe de wereld in elkaar zat en daarom zochten ze allerlei verklaringen voor zaken die op aarde gebeurde. 

Bijvoorbeeld: De druiven hadden allerlei ziektes waardoor ze die niet meer konden eten....
-Misschien was de God van de landbouw boos??

Slide 16 - Tekstslide


Griekse goden
  • Grieks goden zien er uit als mensen
  • Ze hebben menselijke eigenschappen (verliefd, boos, jaloers)
  • Ze hebben ook goddelijke eigenschappen (superkrachten, onsterfelijk)

Slide 17 - Tekstslide


Zeus

  • God van de donder
  • Oppergod

  • Romeinse god: Jupiter

Slide 18 - Tekstslide


Hera

  • Godin van het huwelijk

  • Romeinse naam: Juno

Slide 19 - Tekstslide


Ares

  • God van de oorlog
  • Gehaat bij alle goden


  • Romeinse naam: Mars

Slide 20 - Tekstslide


Poseidon

  • God van de zee
  • Broer van Zeus
  • Herkenbaar aan zijn drietand


  • Romeinse naam: Neptunus

Slide 21 - Tekstslide


Demeter

  • Godin van de aarde en de oogst

  • Romeinse naam: Ceres

Slide 22 - Tekstslide


Hades

  • God van de onderwereld
  • Zijn driekoppige hellehond Kerberos bewaakte de onderwereld

  • Romeinse naam: Pluto

Slide 23 - Tekstslide


Afrodite

  • Godin van de liefde en de schoonheid

  • Romeinse naam: Venus

Slide 24 - Tekstslide


Artemis

  • Godin van de jacht en maan


  • Romeinse naam: Diana

Slide 25 - Tekstslide

Grieken geloofden in meerdere goden, maar hadden ook allemaal een favoriet.
Welke god zou jouw favoriet zijn en waarom?

Slide 26 - Open vraag

Griekse/Romeinse goden
Jodendom/Christendom
Veel goden (polytheïsme)
Eén god (monotheïsme)
De joden en christenen geloven in één god

Slide 27 - Tekstslide

Tekst
Geloven in één God
Geloven in meerdere Goden
Jodendom
Christendom
Romeinse Goden

Slide 28 - Sleepvraag

Tempels
De Grieken bouwden de tempels om de Goden te eren. 
De tempels lijken best op elkaar. Kijk maar eens

Slide 29 - Tekstslide

Schrijf 3 overeenkomsten (dingen die hetzelfde zijn) tussen de tempels op

Slide 30 - Open vraag

Wetenschap
  • Wetenschap was belangrijk in de Griekse cultuur. 
  • Ze deden onderzoek naar het menselijk lichaam, de sterren, geschiedenis en filosofie.
  • Socrates, Aristoteles en Herodotus waren drie beroemde wetenschappers. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

1. Het leven in een Griekse stadstaat
  • Nu weet je hoe de Grieken bestuurd werden en wat hun cultuur was. Maar hoe zag hun dagelijkse leven eruit?

  • Bekijk de video in de volgende slide en beantwoord daarna de vragen. 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Bekijk de video.
Wie was de baas van het gezin in het oude Griekenland?

Slide 35 - Open vraag

Bekijk de video.
Welke rol had de vrouw in het gezin?
A
Ze was de baas en bepaalde wat de man moest doen
B
Ze moesten het huishouden regelen en mochten geen geld uitgeven.
C
Ze moesten het huishouden regelen en moest daarom ook geld uitgeven
D
Ze mochten zich niet bemoeien met het huishouden en moesten hard op het land werken

Slide 36 - Quizvraag

Bekijk de vorige video.
Tot kinderen 7 jaar waren mochten zij spelen. Wat deden de jongens daarna?
A
Ze moesten leren lezen, schrijven en schoonmaken
B
Ze moesten leren, lezen, schrijven, rekenen en sporten
C
Ze moesten snel aan het werk om geld te verdienen
D
Ze mochten lekker door blijven spelen

Slide 37 - Quizvraag

De meisjes moesten thuis hun moeder helpen, terwijl de jongens naar school gingen.
Is dit eerlijk volgens jou? Leg uit met één argument.

Slide 38 - Open vraag

EINDE

Slide 39 - Tekstslide