Quadraam
Ruimte voor talent

Mundo Wie ben ik? Blok 2

M&M Blok 2

Waar kom je vandaan?
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

M&M Blok 2

Waar kom je vandaan?

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Introductie 
  • Uitleg Blok 2
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting



Slide 2 - Tekstslide

Rara, wie ben ik?
  • Ik leefde van 3 miljoen tot 28.000 jaar geleden.
  • Ik val mijn prooi van onder aan.
  • Ik kan wel 300 kilo wegen.
  • Mijn hoektanden kunnen wel 15 cm lang worden. 

Slide 3 - Tekstslide

Sabeltandtijger
  • Ik leefde van 3 miljoen tot 28.000 jaar geleden.
  • Ik val mijn prooi van onder aan.
  • Ik kan wel 300 kilo wegen.
  • Mijn hoektanden kunnen wel 15 cm lang worden. 

Slide 4 - Tekstslide

Rara, wie ben ik?
  • Ik leefde tot 12.000 jaar geleden.
  • Ik stierf tegelijk uit met de mamoeten en oerpaarden.
  • Mijn voortanden zijn indrukwekkend!
  • Ik eet hard fruit en kleine beestjes.
  • Mijn staart is rond als de staart van een rat.
  • Ik kon wel 2,5 meter lang worden. 

Slide 5 - Tekstslide

Gigantische oerbever
  • Ik leefde tot 12.000 jaar geleden.
  • Ik stierf tegelijk uit met de mamoeten en oerpaarden.
  • Mijn voortanden zijn indrukwekkend!
  • Ik eet hard fruit en kleine beestjes.
  • Mijn staart is rond als de staart van een rat.
  • Ik kon wel 2,5 meter lang worden. 

Bouwde geen dammen! Daarom uitgestorven, de moerassen verdwenen :( 
Gewone Nederlandse bever

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan je
  • Vertellen hoe wij aan informatie over het verleden komen
  • Uitleggen waarom kennis van je eigen geschiedenis belangrijk is
  • De namen van de tijdvakken en periodes opnoemen
  • Uitleggen waarom de tijdvakken steeds korter worden
  • Met de kenmerken van een tijd een tijdvak herkennen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

4,5 miljoen jaar geleden: Ontstaan van de aarde
200.000 jaar geleden: Eerste mens in Afrika
40.000 jaar geleden: Eerste mens in Europa

Slide 10 - Tekstslide

De tien tijdvakken: Indeling van de geschiedenis

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

De tien tijdvakken
  • Bedacht voor het onderwijs
  • Beginnen allemaal met: "De tijd van..."
  • Zijn niet allemaal even lang: sommige zijn meer dan 1000 jaar, andere maar 50 jaar... Er gebeurt steeds meer in korte tijd.
  • Er is gekeken naar kenmerken: "Waaraan kun je ze herkennen? Welke grote gebeurtenis vond plaats? (zie blz 99)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hoe komen we aan informatie over het verleden?

Slide 17 - Tekstslide

Bronnen
Historische bronnen vertellen ons hoe het verleden eruit zag.
Aan de hand van objecten, teksten en andere bronnen wordt het geschiedenisverhaal geschreven.

Wie kan voorbeelden van een historische bron bedenken?

Slide 18 - Tekstslide

Het schrift

Historici noemen de tijd dat mensen (nog) niet konden schrijven de prehistorie.

Als een volk geschreven bronnen gaat maken start de historie. De prehistorie eindigt niet overal tegelijk!

Slide 19 - Tekstslide

Stelling: Verleden en geschiedenis zijn hetzelfde

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 2 t/m 4 & 6 t/m 8

Ben je klaar?
Kijk je opdrachten na
Kennen en kunnen samenvatten

Slide 21 - Tekstslide

M&M Blok 2

Waar kom je vandaan?

Slide 22 - Tekstslide

Planning

  • Introductie
  • Uitleg Blok 2
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting



Slide 23 - Tekstslide

Voorbeelden van bronnen

Slide 24 - Tekstslide

Hoe komen we aan informatie over geschiedenis?

Slide 25 - Woordweb

Informatie zoeken

Geschreven bronnen, ongeschreven bronnen

Directe- en indirecte bronnen

Slide 26 - Tekstslide

Soorten bronnen
  • Geschreven bronnen --> brief, dagboek  
  • Ongeschreven bronnen --> schilderij, grottekening 
  • Directe bronnen --> uit de tijd zelf 
  • Indirecte bronnen --> uit de tweede hand

Slide 27 - Tekstslide

Ongeschreven bronnen
  • Grotschilderingen
  • Speerpunten
  • Graven
  • Munten
  • Potten
  • Gevonden personen

(bijvoorbeeld Ötzi)

Slide 28 - Tekstslide

Geschreven bronnen..
  • Boeken
  • Dagboeken
  • Brieven
  • Rekeningen
  • Kranten

Slide 29 - Tekstslide

...maar ook:
  • Films
  • Interviews
  • Schilderijen
  • Gesprekken
  • Graffiti
  • Muziek....

Slide 30 - Tekstslide

Directe bronnen

 


Geschreven of gemaakt door iemand ´die erbij was´

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in de tijd zelf wanneer de bron geschreven is.

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand zijn mening misschien wel wil geven (of opdringen) of niet alle informatie heeft (of wil geven)

Slide 31 - Tekstslide

Indirecte bronnen 
Gemaakt of geschreven door iemand die bronnen heeft gebruikt.
  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker misschien zijn informatie uit veel verschillende bronnen heeft kunnen halen... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet bij de gebeurtenis aanwezig was en de informatie dus van anderen heeft.

Slide 32 - Tekstslide

Tijd tellen

Jaar = 365 (366) dagen 

Decennium= 10 jaar

Eeuw = 100 jaar

Millenium = 1000 jaar


De Christelijke jaartelling begint

met de geboorte van Christus.

Slide 33 - Tekstslide

De jaartelling
  • Handig om de tijd te ordenen
  • Er zijn verschillende jaartellingen, de joodse jaartelling, de islamitische en chinese jaartelling... 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken opdrachten 9, 10, 12, 13 & 18
Keuzemenu A, opdracht 1

Ben je klaar?
Kijk je opdrachten na
Kennen en kunnen samenvatten
timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Test jezelf
Blok 1

Slide 38 - Tekstslide

Wat en GEEN voorbeeld van een inrichtingselement?
A
Kerk
B
Fiets
C
Snelweg
D
Bioscoop

Slide 39 - Quizvraag

Hoe heet de lijn die de aarde verdeeld in het noordelijk- en het zuidelijk halfrond?
A
Lengtemeridiaan
B
Evenaar
C
Equator
D
Nulmeridiaan

Slide 40 - Quizvraag

Als je al ongeveer weet waar een land ligt, dan vind je dat land het snelst via...
A
de inhoud
B
het namenregister
C
de bladwijzer
D
de legenda

Slide 41 - Quizvraag

Van cm naar km...
A
streep je 5 nullen weg
B
gaat de komma 3 plaatsen naar links
C
is delen door 100
D
dat kan helemaal niet!

Slide 42 - Quizvraag

De afstand van plaats A naar B op een kaart is 20 cm. De schaal is 1: 200.000. Wat is de echte afstand in km?
A
40 km
B
400 km
C
24.000 km
D
240 km

Slide 43 - Quizvraag