In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Arm en rijk binnen steden
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een rijke en een arme wijk?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Verschillende soorten wijken
Arme wijken
Rijke wijken
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Welvaart in de wijk
Welvaart = Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in de behoefte aan voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.
aantal koopwoningen en/of huurwoningen
Woz-waarde
Woningbouwcorporatie
Woz-waarde
WOZ-waarde = Waarde van een gebouw op basis waarvan de gemeente bepaalt hoeveel belasting iemand moet betalen volgens de Wet Onroerend Zaakbelasting (WOZ).
Slide 8 - Tekstslide
Huurhuis
Koophuis
Je spaart voor je oude dag
Je hebt hogere onderhoudskosten
je hebt geen nadeel bij een waardedaling van de woning
Je mag een aanbouw plaatsen
je bent flexibel als je wilt verhuizen
De wijk is ruim opgezet
Woningbouwcorporatie
Slide 9 - Sleepvraag
Wanneer vind jij een wijk prettig om in te wonen?
Slide 10 - Woordweb
Welzijn in de wijk
Welzijn = Mate waarin iemand zich gezond, veilig, gelukkig en verbonden voelt met andere mensen
Welzijn afhankelijk van leefbaarheid
Leefbaarheid = Geschiktheid van een wijk om er goed te leven.
Slide 11 - Tekstslide
Hoe hoger de welvaart des te hoger het welzijn.
A
goed
B
fout
C
soms
Slide 12 - Quizvraag
Verband tussen welzijn en welvaart
% mensen met matige of slechte gezondheid in Eindhoven
Slide 13 - Tekstslide
Bekijk onderstaande kenmerken.
→ Welke kenmerken horen bij welvaart of welzijn. Sleep de kenmerken naar de juiste plek.