Staatsvorm waar 1 persoon de absolute macht heeft.
D
Er zijn verschillende partijen waarop gestemd kan worden.
Slide 5 - Quizvraag
Uitleg 3.3 Water op aarde
Slide 6 - Tekstslide
de waterkringloop
Niet meer dan een cirkel van water
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
schooltv.nl
Slide 9 - Link
Huiswerk
Maak opdr. 1 t/m 3 op blz. 106-108
Leer de bijbehorende begrippen: waterkringloop, en grondwater.
Slide 10 - Tekstslide
Grondwater
Neerslag bereikt geen land
Rivieren
Middenloop
verdamping
Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Slide 11 - Sleepvraag
Gletsjerrivier
Het smelt water wat uit de gletsjerpoort naar buiten komt, stroomt hier de berghelling af. Dit is het begin van een gletsjerrivier.
Gletsjertunnel/poort
Door het smelten van de gletsjer, onstaat inder in de gletsjer t een gletsjertunnel. Door deze tunnel baant het smeltwater zich een weg naar buiten. De plek waar het water uiteindelijk naar buiten komt, heet de gletsjerpoort.
Eindmorene
Verpulverd materiaal dat een gletsjer voor zich uit heeft geschoven en dat na het afsmelten van de gletsjer is blijven liggen.
Zijmorene
Gletsjerpuin aan de zijkant van een gletsjer
Kenmerken van een gletsjer
Middenmorene
Gletsjerpuin dat op het het ijs ligt en dit geeft de gletsjer een grijs/grauwe kleur.
Grondmorene
Gletsjerpuin dat onder het ijs ligt en dat achterblijft als de gletsjer smelt.
Firnbekken
Firn
Slide 12 - Tekstslide
gletsjerpoort
gletsjerrivier
gletsjertunnel
gletsjerpoort
gletsjerrivier
Slide 13 - Tekstslide
Verweringsmateriaal
Al het materiaal dat ergens van afbreekt is verweringsmateriaal.
Stenen
kiezels
zand
Als het ergens blijft liggen noem je dat: sedimentatie
Slide 14 - Tekstslide
Het verweringsmateriaal wordt in verschillende vormen op verschillende plekken in de rivier neergelegd (gesedimenteerd).
Dit is afhankelijk van de stroomsnelheid van de rivier.
Vul de ontbrekende woorden in onderstaande zinnen in. Let op: er blijven woorden over!
Hoe sneller het water stroomt in een rivier, hoe groter de korrels van de sedimenten.
Hoe sneller het water stroomt in een rivier, hoe meer erosie er plaatsvindt.
sneller
langzamer
sneller
langzamer
meer
minder
groter
kleiner
Slide 15 - Sleepvraag
Soorten rivieren
Welke soorten rivieren zijn er?
regenrivier: is afhankelijk van regenwater.
gemengde rivier: afhankelijk van neerslag en smeltwater
smeltwaterrivier: ontstaan door smeltwater van gletsjers.
Slide 16 - Tekstslide
Uit welk water bestaan de soorten rivieren?
Regenrivier
Gletsjerrivier
Gemengde rivier
Regenwater en grondwater
Smeltwater
Regenwater en smeltwater
Regenwater
Grondwater
Slide 17 - Sleepvraag
Soorten rivieren
Slide 18 - Tekstslide
Soorten rivieren
gletsjerrivier
Slide 19 - Tekstslide
Soorten rivieren
Slide 20 - Tekstslide
Oppervlaktewater
Oppervlaktewater is water uit sloten, meren en rivieren. Ook water in zeeën, sloten en kanalen horen hierbij.
Slide 21 - Tekstslide
Wat is GEEN voorbeeld van oppervlaktewater?
A
Meer
B
Grondwater
C
Zee
D
Rivier
Slide 22 - Quizvraag
Sedimentatie
Sedimentatie = Het neerleggen van verweringsmateriaal
Slide 23 - Tekstslide
1
erosie door de wind
2
erosie door een rivier (insnijding)
3
erosie door een gletsjer (u-dal)
4
erosie door de zee
Erosie
Slide 24 - Tekstslide
Verschil verwering en erosie
Verwering vindt vóór erosie plaats.
Een steen valt uit elkaar in kleine stukjes -> verwering: de kleine stukjes worden meegenomen door wind, water, ijs en schuurt het landschap uit: -> erosie.
Slide 25 - Tekstslide
Erosie
Erosie & sedimentatie
Sedimentatie
Slide 26 - Tekstslide
Erosie
Sedimentatie
Slide 27 - Sleepvraag
Verwering
Erosie
Sedimentatie
Slide 28 - Sleepvraag
0
Slide 29 - Video
timer
1:00
Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Gemengde rivier
Regenrivier
Gletsjerrivier
Slide 30 - Sleepvraag
Huiswerk
Maak opdr. 4 t/m 11 op blz. 108-111.
Leer de begrippen van 3.3: waterkringloop, grondwater, gletsjer(rivier), verwerings-materiaal, gemengde rivier, regenrivier, stroomgebied, oppervlaktewater, sedimentatie en sedimenten.