1.1 De moderne beleving van tijd & 1.2 Spanningen in Europa
1. De Eerste Wereldoorlog
les 1 Welkom bij geschiedenis!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 210 min
Onderdelen in deze les
1. De Eerste Wereldoorlog
les 1 Welkom bij geschiedenis!
Slide 1 - Tekstslide
Hoe werken we?
Kijk in de planner voor de voorbereiding van de les.
Ik teken af per paragraaf, hoofdstuk of deeltaak.
Zonder goede werkhouding geen herkansing.
Geen telefoons; laptops voor nakijken, It's, Lesson-Up en extra materiaal.
Wat doen we allemaal?
Uitleg, stil werken, samen werken, filmpjes, extra oefeningen, spellen, strips, gesprekken, vaardigheden oefenen....
Slide 2 - Tekstslide
Planner
Hoe en wat bij GS?
Planner GS H3
Introductie hoofdstuk 1
Aan de slag
Samen bespreken
Wat zie je op deze afbeelding?
Slide 3 - Tekstslide
Geschiedenis in 3 havo
Deeltaak 4 toets H1 & H2
Deeltaak 5 toets H3 & H4
Deeltaak 6 toets H5, H6 en H7
Altijd: Geschiedenis vaardigheden
Altijd: Kenmerkende aspecten
Niet alle stof uit het boek komt op de toets, let op in de les!
Slide 4 - Tekstslide
Wat weet je al van de Eerste Wereldoorlog?
Je krijgt per tweetal een paar Post-Its. Schrijf per Post-Its iets op dat je al weet van de Eerste Wereldoorlog.
--> Denk aan betrokken landen, hoofdpersonen, oorzaken, gevolgen, wapens, belangrijke gebeurtenissen, belangrijke begrippen...
Als jullie niks meer weten komen jullie de Post-It's op de juiste plek op het bord plakken.
Slide 5 - Tekstslide
Jaartallen
Begrippen
Personen
Gebeurtenissen
Landen
Afspraken
Oorzaken
Gevolgen
Dit was ook iets toch..?
Slide 6 - Tekstslide
1 Introductie
Lees de introductietekst op blz. 16 & 17
Maak de introductieopdrachten op blz. 1 t/m 5
We kijken de opdrachten samen na.
Slide 7 - Tekstslide
Afsluiten
Duimen omhoog!
Viel het mee (Duim naar boven)
of
viel het tegen (Duim naar beneden)
Slide 8 - Tekstslide
1. De Eerste Wereldoorlog
les 2, P1.1 De moderne massasamenleving
Slide 9 - Tekstslide
1.1 De moderne massasamenleving
In deze pragraaf leer je:
-wat kenmerkend is voor een moderne massasamenleving.
-welke ontwikkeling de Europese industrie rond 1900 doormaakt.
-enkele belangrijke sociale en culturele veranderingen rond 1900 te noemen.
Royal observatory, Greenwich
Slide 10 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Uitleg & lezen P1.1
Stil werken
Samen werken
Werk bespreken
Introductie filmpje WOI
Afsluiten
Rond 1900 is de trein het belangrijkste vervoermiddel in Nederland
Slide 11 - Tekstslide
Tekst
Moderne beleving van tijd.
Vanaf 1846 konden met behulp van telegraafdraden stationsklokken in heel GB met elkaar verbonden worden.
Standaardtijd werd de Greenwich-tijd.
Internationaal treinverkeer zorgde voor internationale tijden.
Vanaf 1891 zijn er in Europa drie tijdzones.
Slide 12 - Tekstslide
Auto, radio en film
19e eeuw -->Europese bevolking groeit sterk, Londen en Parijs zijn miljoenen steden.
Groei is mogelijk door het sterk verbeterde transport: --Begin 19e eeuw kwamen de stoomtrein en het stoomschip; later de metro en de tram. ---In 1885 kwam de eerste auto. In 1903 steeg in de VS het eerste vliegtuig op.
Peugeot, type 3.
Slide 13 - Tekstslide
Auto, radio en film
Ook ideeën konden steeds sneller verspreid worden.
In de jaren 20 hadden de meeste mensen een radio in huis.
De film werd in 1896 uitgevonden
Radio en film waren nieuwe massamedia.
Al deze ontwikkelingen bij elkaar leidden tot de moderne massasamenleving.
Radio uitzending na de Duitse inval in Nederland, 1940.
Slide 14 - Tekstslide
Nieuwe industrieën
De industriële revolutie had massaproductie mogelijk gemaakt. Door de lopende band daalden de producten enorm in prijs.
Een andere belangrijke gebeurtenis was de ontdekking van de elektriciteit.
Lampen, stofzuigers, radio, wasmachines.
Vooral de middenklasse kocht veel van deze apparaten.
Wandelende reclame voor de eerste stofzuigers door de straten van Berlijn.
Slide 15 - Tekstslide
Nieuwe industrieën
Daarnaast kwam eind 19e eeuw de chemische industrie op.
Dat was soms nuttig: (kunst)mest, bestrijdingsmiddelen, waspoeders, geneesmiddelen, kleurstoffen en verschillende soorten plastic.
Soms ook niet: Rond 1960 beseften wetenschappers dat door deze ontwikkelingen veel schadelijke stoffen in het milieu kwamen, daarnaast ontwikkelden uitvinders ook nieuwe wapens, zoals gifgassen, machinegeweren en moderne kanonnen.
Slide 16 - Tekstslide
Sociale en culturele veranderingen
Ook op sociaal en cultureel gebied was de periode rond 1900 een tijd van verandering.
Een nieuw soort vrijheid: in de grote steden meer anonimiteit.
Vrijheid was goed voor emancipatie van vrouwen: steeds meer beroepen waren toegankelijk voor vrouwen --> nog meer zelfstandigheid door WOI .
Slide 17 - Tekstslide
Sociale en culturele veranderingen
In de moderne massasamenleving kwamen mensen rond 1900 bovendien sneller in contact met andere ideeën, bijvoorbeeld via films, radio-uitzendingen of massabijeenkomsten
Nieuwe politieke partijen konden zo in korte tijd veel aanhang krijgen.
Ook de kerk kreeg concurrentie van andere, niet-religieuze overtuigingen. Deze ontkerkelijking verliep eerst heel traag, maar zou na 1950 in West-Europa sterk doorzetten.
Slide 18 - Tekstslide
Sociale en culturele veranderingen
Ten slotte waren er rond 1900 belangrijke veranderingen in de kunst.
Fotografie en de film zorgden dat beeldend kunstenaars op zoek gingen naar nieuwe manieren om zich uit te drukken.
Zo probeerden ze zaken als ‘beweging’ of ‘het wezen van de dingen’ te laten zien. Op die manier ontstond de abstracte kunst.
Compositie 9. 1914. Piet Mondriaan
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag
Lees eerst de tekst van P1.1 goed door.
Maken: opdracht 1, 2, 4, 5, 6, 10, 11 en 13 en van P1.1
Klaar? Nakijken
Klaar? bedenk een leerstrategie en begin hiermee. (bijv. begrippenlijst, tijdbalk, aantekeningen uitwerken)
timer
10:00
Slide 20 - Tekstslide
Opdrachten bespreken
We nemen een aantal opdracht samen door.
Als je nog niet hebt nagekeken kun je dat meteen doen.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
1. De Eerste Wereldoorlog
les 3 P1.2 Spanningen in Europa
Slide 23 - Tekstslide
1.2 Spanningen in Europa
Na deze les kun je:
-een beschrijving geven van de machtsverhoudingen in Europa rond 1900.
-een verband leggen tussen het nationalisme en de situatie op de Balkan rond 1900.
-uitleggen waarom er een systeem van bondgenootschappen in Europa was.
Moord op Franz Ferdinand
Slide 24 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Uitleg & lezen P1.2
Stil werken
Samen werken
Werk bespreken
Afsluiten
Regisseur Peter Jackson heeft oude foto's en filmbeelden van WOI ingekleurd
Slide 25 - Tekstslide
Europese grootmachten
Aan het einde van de 19e eeuw namen de spanningen tussen de grote Europese landen toe. Dat had drie oorzaken:
nationalisme
modern imperialisme
opkomst van Duitsland
Slide 26 - Tekstslide
1.Nationalisme
Mensen waren trots op hun land, volk en cultuur en voelden zich beter dan de bewoners van andere landen.
Slide 27 - Tekstslide
2. Modern imperialisme
Frankrijk en Groot-Brittannië hadden in Azië en Afrika grote koloniale rijken gesticht.
Koloniën gaven niet alleen aanzien, maar zorgden ook voor grondstoffen en afzetmarkten.
Regelmatig raakten Europese landen in conflict over gebieden in Azië of Afrika.
Slide 28 - Tekstslide
3. Ontstaan van Duitsland
In 1800 was Duitsland nog geen land, maar een verzameling losse landen en landjes.
Nadat de Duitsers de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) hadden gewonnen, riepen ze het Duitse Keizerrijk uit. Ze namen ook het Franse mijn- en industriegebied Elzas-Lotharingen in.
Daarover waren de Fransen heel boos.
Slide 29 - Tekstslide
En ook nog
Vanaf 1890 eiste de Duitse keizer Wilhelm II gebieden in Afrika en Azië op.
Het Duitse Rijk en Groot-Brittannië streden om de machtigste oorlogsvloot.
Er ontstond een wapenwedloop tussen Groot-Brittannië en Duitsland.
Deze wapenwedloop was niet uitzonderlijk: in heel Europa heerste een sfeer van militarisme. Mensen waren trots op hun legers en zagen oorlog als een goed middel om conflicten met andere landen op te lossen.
Slide 30 - Tekstslide
Aan de slag
Lees eerst de tekst van P1.2 goed door (behalve Olympische spelen)
Maken: opdracht 1 t/m 7 van P1.2
Klaar? Nakijken
Klaar? Werk verder: Lees P1.3en maak opdracht 1, 2, 3, 5 & 6)