Quadraam
Ruimte voor talent

Bespreken toets 3B Thema 4 Regeling

Bespreken proefwerk
Thema 4 Regeling
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bespreken proefwerk
Thema 4 Regeling

Slide 1 - Tekstslide

Type vragen
  1. Stellingvragen
  2. Meerkeuzevragen
  3. Open vragen

Slide 2 - Tekstslide

Type vragen
  1. Onthouden = de leerling kan kennis letterlijk reproduceren uit samenvatting, begrippen in de leertekst of informatieve afbeeldingen.
  2. Begrijpen = de leerling beheerst kennis actief. De leerling kan kennis in eigen woorden beschrijven, samenvatten, verklaren, voorbeelden geven, of toepassen in een vergelijkbare situatie als geofend.
  1. Onthouden = je kan kennis letterlijk reproduceren uit samenvatting, begrippen in de leertekst of informatieve afbeeldingen. 
  2. Begrijpen = je beheerst kennis actief. Je kan kennis in eigen woorden beschrijven, samenvatten, verklaren, voorbeelden geven, of toepassen in een vergelijkbare situatie als geofend.
  3. Toepassen = je kan leerstof toepassen in een nieuwe situatie of (complexere) context.
  4. Analyseren = je kan bestaande en/of nieuwe kennis combineren om zo tot een antwoord te komen.

Slide 3 - Tekstslide

De bijnieren hebben een afvoerbuis en geven de hormonen af aan het bloed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een zenuwcel heeft een cellichaam met uitlopers.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Het centrale zenuwstelsel bestaat alleen uit de grote hersenen en de kleine hersenen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Nummer 1
geeft de hersenstam aan.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

In deel 3 ligt het gedeelte
met de functie 'zien'.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

In deze afbeelding geeft P
een isolerend laagje om een zenuwceluitloper aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Een zenuw is een bundel van lange uitlopers van zenuwcellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

In deze afbeelding
geeft Q een korte
uitloper aan van een zenuwcel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

In deze afbeelding is met
de letter R het ruggenmerg aangegeven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Onder invloed van pijnstillers kan rijden op je scooter gevaarlijk zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

11
A
De bijnieren liggen als kapjes op de nieren.
B
De bijnieren liggen in de alvleesklier.
C
Bijnieren liggen bij de eierstokken/teelballen.

Slide 14 - Quizvraag

12
A
Je gaat scherper zien en horen.
B
Je reactievermogen neemt af.
C
Je reactievermogen neemt toe.

Slide 15 - Quizvraag

13
A
In de alvleesklier.
B
In het hoofd.
C
Op de nieren.

Slide 16 - Quizvraag

14
A
Bij bewuste waarnemingen komen impulsen daar aan.
B
Ze zorgen dat je in evenwicht blijft.
C
Hier worden de reflexen van je lichaam geregeld.

Slide 17 - Quizvraag

15
A
Via de grote hersenen.
B
Via de kleine hersenen.
C
Via de hersenstam.
D
Via het ruggenmerg.

Slide 18 - Quizvraag

16
A
Via de grote hersenen.
B
Via de kleine hersenen.
C
Via de hersenstam.
D
Via het ruggenmerg.

Slide 19 - Quizvraag

17
A
Hoog: 1-2 & 5-6 Laag: 2-3 & 4-5
B
Hoog: 2-3 & 4-5 Laag: 1-2 & 5-6
C
Hoog: 2-3 & 4-5 Laag: 3-4

Slide 20 - Quizvraag

18
A
1-2-3-1-2
B
2-1-3-1-4
C
4-1-3-1-2
D
4-3-1-3-2

Slide 21 - Quizvraag

19
A
De bijnieren
B
De eierstokken
C
De speekselklieren
D
De teelballen

Slide 22 - Quizvraag

20
A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 23 - Quizvraag

21
A
1
B
2
C
3

Slide 24 - Quizvraag

22
A
Het ruggenmerg beschermen.
B
Impulsen geleiden.
C
Spieren aansturen.

Slide 25 - Quizvraag

23
A
Ja, alleen voor het optreden van reflexen in het hoofd en de hals.
B
Ja, voor het optreden van reflexen in het hele lichaam.
C
Nee.

Slide 26 - Quizvraag

24

Slide 27 - Open vraag

25

Slide 28 - Open vraag

26

Slide 29 - Open vraag

27

Slide 30 - Open vraag

28

Slide 31 - Open vraag

29

Slide 32 - Open vraag

30

Slide 33 - Open vraag

Leren voor biologie
Iedereen heeft zijn eigen voorkeur met leren,
wat voor de een werkt, hoeft voor de ander niet te werken.
Als het op de 1e manier niet lukt, probeer dan een 2e, of 3e of... 
Soms helpt het om te kijken hoe je leert voor andere vakken.

Slide 34 - Tekstslide

Biologie lessen: 
1. Alle stof in de 3e is al voorbereiding voor het examen, gaan wij ervan uit dat je actief de lesstof vooraf leest.   Je weet dus waar de les over gaat. 
2. Je doet actief mee in de les. 
Wat je niet snapt vraag je nogmaals aan de docent. 
3. Je maakt de opgaven die bij de lesstof horen. 
4. Je leert de lestof thuis door de tekst te lezen en de kernbegrippen en afbeeldingen te leren. Leer actief; laat je overhoren, maak oefentoetsen, samenvattingen etc. 
 
Leren: 
Stap 1: Je kent de begrippen 
Stap 2: Je snapt de lesstof 
Stap 3: Je kunt de kennis en vaardigheden toepassen 

Slide 35 - Tekstslide

Leren voor biologie: 
Stap 1: Je kent de begrippen 
Stap 2: Je snapt de lesstof 
Stap 3: Je kunt de kennis en vaardigheden toepassen

Hiervoor moet je:
  • Begrippen/flitskaarten uit je hoofd kennen
  • Alle basisstoffen doorgelezen hebben
  • De tekst, afbeeldingen en begrippen kunnen uitleggen aan iemand anders

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Wat moet je nu doen?
  • Basisstof 1 t/m 5 geconcentreerd doorlezen
  • Alle begrippen leren.
  • Nu je de basis beheerst kan je de basisstoffen gaan leren.
  • Leer de tekst en de informatieve plaatjes.
  • Gebruik bij bovenstaande stappen de hulpmiddelen die er zijn.

Slide 38 - Tekstslide

Proefwerk Thema 4
donderdag 23 januari

Het hoogste cijfer telt, maar die moet wel hoger zijn als het eerste cijfer. Wij gaan er vanuit dat iedereen zijn cijfer verbeterd.

Slide 39 - Tekstslide