Quadraam
Ruimte voor talent

M&M Economie Boek2/Hfst 2/Cursus2.1&2.2

De wereldhandel zie je overal terug! Bedenk zoveel mogelijk producten die NIET uit Nederland komen:
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De wereldhandel zie je overal terug! Bedenk zoveel mogelijk producten die NIET uit Nederland komen:

Slide 1 - Woordweb

In de tijd van de VOC (Gouden eeuw) kwamen veel ...... naar Nederland?
A
Kleding
B
Auto's
C
Specerijen

Slide 2 - Quizvraag

Internationale Handel:
Noem een buitenlands bedrijf dat in Nederland reclame maakt:

Slide 3 - Open vraag

Tijdens je huiswerkopdracht heb je een verhaal gelezen over Philips. Philips is een..... bedrijf:
A
Agrarisch
B
Industrieel
C
dienstverlenend

Slide 4 - Quizvraag

Koppel de volgende woorden aan de producent
Toyota
Coca-Cola
Cola
Sieraden
Auto's
Kleding
Robots
Sinas
Zweden
V.S
Japan

Slide 5 - Sleepvraag

Goederenschepen zijn tegenwoordig groter dan vroeger:
A
Continuïteit
B
Verandering

Slide 6 - Quizvraag

In havens werden vroeger schepen geladen en gelost, en dat gebeurt nu nog steeds:
A
Verandering
B
Continuïteit

Slide 7 - Quizvraag

Van producent naar winkel:
Detailhandel
Export
Groothandel

Import
invoer van goederen
uitvoer van goederen
winkel die producten aan consumenten verkoopt
bedrijf dat producten koopt van producenten en doorverkoopt aan winkels

Slide 8 - Sleepvraag

Miljoen of Miljard?
Een miljoen
Een miljard
100.000
1.000.000
1.000.000.000
100.000.000.000

Slide 9 - Sleepvraag

De waarde van ingevoerde producten noem je:

Slide 10 - Open vraag

Een bedrijf met verschillende vestigingen in verschillende landen noem je een:
A
Groothandel
B
Transportbedrijf
C
Multinational
D
Exportbedrijf

Slide 11 - Quizvraag

Waarom is Nederland een distributieland?

Slide 12 - Woordweb

Noem onderdelen van de prijsopbouw van een sportschoen:

Slide 13 - Woordweb

Je kunt de prijs van een product goedkoper maken door:
A
Produceren in lagelonenlanden
B
De prijs kan niet goedkoper
C
Geen reclame maken

Slide 14 - Quizvraag

Het BNP is:
A
Bruto Nationaal Product
B
Dat wat mensen samen in een land verdienen
C
Een product dat in een land gemaakt wordt
D
Het tegenovergestelde van Netto Product

Slide 15 - Quizvraag

Soorten Economie:
Planeconomie
Communitisch
Vrijemarkteconomie
Kapitalistisch
Wordt bestuurd door één politieke partij
Investeren mensen geld in een bedrijf om winst te maken
Bepaalt de overheid wat bedrijven produceren
Produceren bedrijven producten waar vraag naar is

Slide 16 - Sleepvraag

Sleep de Delfstof of grondstof naar het juiste plaatje:
Rijst
Mais
Goud
Ijzererts
Gas

Slide 17 - Sleepvraag