Quadraam
Ruimte voor talent

H3 Bespreken toets maart 2023 & Leerdoelen H3

H3 Planten en dieren
Bespreken toets
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Planten en dieren
Bespreken toets

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dennenbos
In een dennenbos leven allerlei organismen, zoals dennenbomen, eekhoorns, kevers en paddenstoelen. Eekhoorns eten dennenappels van de dennenbomen.
Zaden uit de dennenappels worden door de wind verspreid.
Er zijn door droogte veel bomen doodgegaan. Bovendien was er een plaag van kevers die de schors van de dennenbomen aantastte. 
De aangetaste bomen vielen uiteindelijk om. Op de omgevallen bomen groeien veel paddenstoelen.

Het beschreven dennenbos heeft de kenmerken van een ecosysteem. Noteer twee kenmerken van ecosystemen waaraan het dennenbos voldoet.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het beschreven dennenbos heeft de kenmerken van een ecosysteem. Noteer twee kenmerken van ecosystemen waaraan het dennenbos voldoet.

Slide 3 - Open vraag

10% van de punten behaald.
Het beschreven dennenbos heeft de kenmerken van een ecosysteem. Noteer twee kenmerken van ecosystemen waaraan het dennenbos voldoet.

- abiotische factoren
- biotische factoren
- een bepaald (afgebakend/beperkt) gebied

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sinaasappels bevatten veel calcium en magnesium.
Waarmee neemt een sinaasappelboom deze mineralen op?

A met bastvaten
B met houtvaten
C met huidmondjes
D met wortelharen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sinaasappels bevatten veel calcium en magnesium.

Waarmee neemt een sinaasappelboom
deze mineralen op?
A
met bastvaten
B
met houtvaten
C
met huidmondjes
D
met wortelharen

Slide 6 - Quizvraag

19% van de punten behaald.
Sinaasappels bevatten veel calcium en magnesium.
Waarmee neemt een sinaasappelboom deze mineralen op?

A met bastvaten
B met houtvaten
C met huidmondjes
D met wortelharen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sinaasappelbomen zetten glucose om in andere stoffen.
Welke zelfgemaakte stoffen gebruiken sinaasappelbomen als bouwstof?

A eiwitten
B suikers
C vetten
D vitamines

 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sinaasappelbomen zetten glucose om
in andere stoffen.
Welke zelfgemaakte stoffen gebruiken sinaasappelbomen als bouwstof?
A
eiwitten
B
suikers
C
vetten
D
vitamines

Slide 9 - Quizvraag

19% van de punten behaald.
Sinaasappelbomen zetten glucose om in andere stoffen.
Welke zelfgemaakte stoffen gebruiken sinaasappelbomen als bouwstof?

A eiwitten
B suikers
C vetten
D vitamines

 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote zilverreigers
Het aantal grote zilverreigers in Nederland neemt toe. Het zijn grote, witte vogels met lange poten. Ze eten vooral vissen, maar ze lusten ook veldmuizen. Veldmuizen graven gangen en eten wortels van grassen en kruiden. Hierdoor gaan de grassen en kruiden dood. Zo kunnen weilanden veranderen in kale vlaktes.

In de informatie staan organismen die samen een voedselketen vormen.
Schrijf deze voedselketen op.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote zilverreigers eten vooral vissen, maar ze lusten ook veldmuizen. Veldmuizen graven gangen en eten wortels van grassen en kruiden. In de informatie staan organismen die samen een voedselketen vormen. Noteer deze voedselketen.

Slide 12 - Open vraag

18% van de punten behaald.
Grote zilverreigers
Het aantal grote zilverreigers in Nederland neemt toe. Het zijn grote, witte vogels met lange poten. Ze eten vooral vissen, maar ze lusten ook veldmuizen. Veldmuizen graven gangen en eten wortels van grassen en kruiden. Hierdoor gaan de grassen en kruiden dood. Zo kunnen weilanden veranderen in kale vlaktes.

In de informatie staan organismen die samen een voedselketen vormen. Schrijf deze voedselketen op.

grassen (+ kruiden) -> veldmuizen -> (grote) zilverreigers

 


Vissen kunnen er niet bij, want je weet niet wat de vissen eten.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote zilverreigers
Het aantal grote zilverreigers in Nederland neemt toe. Het zijn grote, witte vogels met lange poten. Ze eten vooral vissen, maar ze lusten ook veldmuizen. Veldmuizen graven gangen en eten wortels van grassen en kruiden. Hierdoor gaan de grassen en kruiden dood. Zo kunnen weilanden veranderen in kale vlaktes.

In de piramide van biomassa is de laag van de grassen en kruiden breder dan de laag van de veldmuizen.
Noteer twee oorzaken waardoor dat zo is.



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de piramide van biomassa is de laag van de grassen en kruiden breder dan de laag van de veldmuizen.

Noteer twee oorzaken waardoor dat zo is.

Slide 15 - Open vraag

3% van de punten behaald.
In de piramide van biomassa is de laag van de grassen en kruiden breder dan de laag van de veldmuizen.
 
Noteer twee oorzaken waardoor dat zo is.

- Voor de muizen is een deel van de gegeten 
   grassen en kruiden onverteerbaar. 1 punt

- Door de muizen een deel van de gegeten 
   grassen en kruiden omgezet wordt in energie. 1 punt


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op een eikenboom leven ongeveer tienduizend ringelrupsen. 
De rupsen eten bladeren van de eikenboom. 
Van de rupsen leven vijf koolmezen.

Teken met deze gegevens een piramide van aantallen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op een eikenboom leven ongeveer tienduizend ringelrupsen.
De rupsen eten bladeren van de eikenboom.
Van de rupsen leven vijf koolmezen.
Teken met deze gegevens een piramide van aantallen.

Slide 18 - Open vraag

14% van de punten behaald.
Op een eikenboom leven ongeveer tienduizend ringelrupsen. 
De rupsen eten bladeren van de eikenboom. 
Van de rupsen leven vijf koolmezen.
Teken met deze gegevens een piramide van aantallen.
 

Juiste volgorde van de organismen = 1 punt
 
De juiste vorm van de piramide (globaal) = 1 punt

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hangen de processen fotosynthese en verbranding met elkaar samen?
 
A Beide processen leveren elkaar stoffen.
B Beide processen leveren elkaar energie.
C Fotosynthese levert energie 
    en verbranding levert stoffen.
D Fotosynthese levert stoffen 
    en verbranding levert energie.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hangen de processen fotosynthese en verbranding met elkaar samen?
A
Beide processen leveren elkaar stoffen.
B
Beide processen leveren elkaar energie.
C
Fotosynthese levert energie, verbranding levert stoffen.
D
Fotosynthese levert stoffen, verbranding levert energie.

Slide 21 - Quizvraag

15% van de punten behaald.
Hoe hangen de processen fotosynthese en verbranding met elkaar samen?
 
A Beide processen leveren elkaar stoffen.
B Beide processen leveren elkaar energie.
C Fotosynthese levert energie 
    en verbranding levert stoffen.
D Fotosynthese levert stoffen 
    en verbranding levert energie.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 Planten en dieren
Leerdoelen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 Organismen in hun omgeving

  • Je kunt beschrijven welke biotische en abiotische   factoren invloed op organismen hebben.
  • Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is.
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe planten zijn   aangepast aan hun ecosysteem.
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe dieren zijn   aangepast aan een koude of hete omgeving.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2 Planten

  • Je kunt de organen en enkele weefsels van planten   benoemen en hun functie beschrijven.
  • Je kunt beschrijven welke stoffen een plant opneemt   en hoe de plant die stoffen opneemt.
  • Je kunt beschrijven hoe planten stoffen vervoeren.


 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Energierijke stoffen

  • Je kunt beschrijven hoe een plant de energierijke   stof glucose maakt door fotosynthese.
  • Je kunt beschrijven hoe een plant energie vrijmaakt   uit glucose door verbranding.
  • Je kunt uitleggen welke gassen overdag en ’s nachts   een blad in- en uitgaan.
  • Je kunt beschrijven waarvoor planten glucose   gebruiken.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Voedselrelaties

  • Je kunt uitleggen waaruit een ecosysteem bestaat.
  • Je kunt voedselrelaties noteren in een voedselketen   en in een voedselweb.
  • Je kunt een voedselpiramide tekenen en de vorm   verklaren.
  • Je kunt uitleggen waardoor er energie uit een   voedselketen verdwijnt.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.5 Kringlopen

  • Je kunt uitleggen wat de functies van organismen in   een voedselkringloop zijn.
  • Je kunt de kringloop van fotosynthese en   verbranding uitleggen.
  • Je kunt beschrijven hoe stoffen doorgegeven worden   in de koolstofkringloop.



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies