Quiz!
De plek met alleen maar quizzen!

kerstsommen 2024


Rekenen


Kerstquiz 2024
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Rekenen


Kerstquiz 2024

Slide 1 - Tekstslide

Welk 3D figuur herken je in deze bomen?
A
Driehoek
B
Cilinder
C
Kegel
D
Pyramide

Slide 2 - Quizvraag

Wel getal moet op het vraagteken staan?
timer
2:00
A
21
B
22
C
20
D
23

Slide 3 - Quizvraag

Versier de boom zo snel mogelijk!!!
6x14
6x6
7x8
96÷6
12x4
68÷4
99÷9
78÷6

Slide 4 - Sleepvraag

Een kunstboom is 1,80 meter hoog.
De piek is 24 cm hoog.
De helft van de piek gaat over de bovenste tak.
Hoe hoog is de boom inclusief de piek?
A
192 m
B
2,04 m
C
19,2 dm
D
204 cm

Slide 5 - Quizvraag

Je viert met 7 vrienden oud en nieuw. 21 oliebollen worden eerlijk verdeeld. Hoeveel oliebollen zijn over?
A
0
B
5
C
3

Slide 6 - Quizvraag

De zijdes van deze ster zijn 4,5 cm. Wat is de omtrek?
4,5
4,5
A
36 cm
B
72 cm
C
36 cm2
D
72 cm2

Slide 7 - Quizvraag

Welk getal moet op de plaats van de boom?
A
2
B
3
C
4

Slide 8 - Quizvraag

1 oliebol kost € 0,50.
11 oliebollen kosten 5 euro.
Hoeveel procent korting krijg je als je 11 oliebollen koopt?
A
Minder dan 10%
B
Meer dan 10%
C
Exact 10%

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet deze
film?
A
The Polar Express
B
Klaus
C
The Grinch
D
Home Alone

Slide 10 - Quizvraag

De pinguïn is in werkelijkheid 63 cm hoog.
wat is de schaal van de afbeelding?
A
schaal 1: 7
B
schaal 1 : 124
C
schaal 1 : 25
D
schaal 1 : 9

Slide 11 - Quizvraag

In het echt is deze boom 2,5 m lang.
Op de tekening is de boom 5 cm.
Wat is de schaal?
A
1 : 0,5
B
1 : 5
C
1 : 50
D
1 : 500

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wie is dit?
A
Rolf
B
Rudy
C
Ronald
D
Rudolf

Slide 14 - Quizvraag

Zet de eenheden van lengte van groot (links)  
naar klein (rechts)
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 15 - Sleepvraag

Rechthoek
Cirkel
Cilinder
Kegel
Kubus

Slide 16 - Sleepvraag

Voor deze taart heb je 240 gram chocolade
nodig. Je maakt 4 taarten. Hoeveel chocolade heb je nodig?
A
1,2 kg
B
890 gram
C
0,96 kg
D
940 gram

Slide 17 - Quizvraag

Je rijdt met oud en nieuw naar de familie.
De auto rijdt in anderhalf uur 135 km. Wat is de snelheid in km/u?
A
90 km/u
B
50 km/u
C
120 km/u
D
60 km/u

Slide 18 - Quizvraag

13,65 m
2,5 m
3 m

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel m3 past er in deze
vrachtwagen.
Rond af op een heel getal.
Schrijf alleen het getal op.

Slide 20 - Open vraag

Welke prijs staat er onder het vraagteken?
A
€ 7,2
B
€ 7,80
C
€ 8,93
D
€ 11,37

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide